Trump laat grensmuur bij Mexico zwart verven: 'Moeilijker om te beklimmen'
De muur op de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico wordt zwart geverfd op verzoek van Amerikaanse president Donald Trump. Het idee is dat een zwarte muur door de zon zo heet wordt dat het voor migranten moeilijker is om eroverheen te klimmen.
Volgens Kristi Noem, de Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid, heeft Trump specifiek opdracht gegeven om de 'gehele' zuidelijke grensmuur zwart te verven.
"Om ervoor te zorgen dat we mensen aanmoedigen om niet illegaal ons land binnen te komen", zei de minister tijdens een werkbezoek bij een deel van de muur in de staat New Mexico.
'Mensen hebben een keuze'
Daar schilderde ze voor het oog van de camera's zelf een stukje staal zwart. Of zo'n heter hek ook voor ongelukken met migranten zou kunnen zorgen, antwoordde ze: "Blijf er vanaf. Mensen hebben een keuze."
Volgens Noem zijn verfploegen inmiddels begonnen met het verven van delen van de negen meter hoge stalen palen waaruit de barrières bestaan. Hoeveel het verven gaat kosten en hoe lang dit gaat duren, kon ze niet zeggen.
De muur is 'een prioriteit' voor de regering-Trump. Het Amerikaanse Congres keurde vorige maand een begrotingswet goed die ruim 46 miljard dollar vrijmaakt voor uitbreiding en onderhoud van de grensmuur.
De grens tussen de VS en Mexico is 3145 kilometer lang. Geschat wordt dat langs ongeveer een derde daarvan fysieke barrières zijn aangebracht. Die lopen uiteen van voetgangershekken met spijlen en prikkeldraad tot betonnen dijkmuren met stalen palen. Een belangrijk deel van de grens wordt gevormd door een rivier, de Rio Grande, waar het landschap ruig is en het dus moeilijk bouwen is.
Veel minder arrestaties
Het aantal arrestaties van migranten die zonder papieren de zuidwestelijke grens willen oversteken is gedaald tot gemiddeld 41 per dag. Dat is volgens de Amerikaanse migratiedienst het laagste niveau in decennia. Een jaar geleden ging het nog om zo'n 400 arrestaties per dag.
In Arizona zijn ze blij met de muur, zo vertelden inwoners vorig jaar aan verslaggever Sophie van der Meer:
