Eneco stapt uit biedingsstrijd om bouw windmolenparken
Energiebedrijf Eneco dingt niet meer mee naar de opdracht voor de bouw van twee windmolenparken in zee voor de kust van IJmuiden. Het bedrijf vindt dat er te veel risico's aan kleven. Zo wordt het bouwen van de parken steeds duurder, terwijl er geen zekerheid is over de elektriciteitsprijs.
Het gaat om de bouw van windmolenparken IJmuiden Ver Alpha en IJmuiden Ver Beta. Die moeten allebei goed zijn voor een capaciteit van 2 gigawatt. Bij elkaar levert dat genoeg energie op om 4 miljoen huishoudens van stroom te voorzien.
Het demissionaire kabinet wil flink inzetten op het verduurzamen van elektriciteitsenergie, vandaar dat er meer windmolenparken gebouwd moeten worden. Doel is dat er vanaf 2030 zo'n 21 gigawatt aan stroom vanuit windparken op zee komt.
Focus te veel op hoogste bieder
Maar Eneco gaat in ieder geval niet meewerken aan de bouw van de twee nieuwste windmolenparken. Volgens het energiebedrijf ligt de focus in het aanwijzen van wie de parken mag bouwen te veel op de hoogste bieder.
Voorheen was het belangrijker dat je als bedrijf met een kwalitatief sterk plan kwam. Een plan dat ook bijdraagt aan bijvoorbeeld herstel van de zeebodem.
Maar nu kan je de biedingsstrijd winnen door simpelweg het hoogste bedrag te bieden. Hoe hoger het bod, hoe groter de kans dat je de parken mag gaan bouwen. Volgens Eneco worden die kosten uiteindelijk doorberekend aan de gebruiker, wiens energierekening daardoor omhoog zal gaan.
Daarnaast zegt Eneco dat de kosten voor het bouwen van windmolenparken flink gestegen zijn. Zo zijn de prijzen voor koper en staal omhoog gegaan en is er onzekerheid over de prijs waarvoor het bedrijf de elektriciteit kan verkopen.
Ook is de vraag naar windmolenparken op dit moment zo groot, dat er niet genoeg capaciteit is om ze allemaal te maken, waardoor de kostprijs oploopt.
Er zijn oplossingen
Eneco ziet dus genoeg problemen waardoor ze de windmolenparken nu niet willen bouwen. Het bedrijf komt tegelijk met oplossingen waarmee investeren in windmolenparken volgens henzelf weer aantrekkelijk wordt.
Zo zouden de kwalitatieve plannen tijdens de aanbestedingsprocedure weer zwaarder moeten wegen dan het hoogste bod. Zodat het proces minder op een veiling lijkt en meer oog heeft voor innovatie.
Er moet volgens Eneco ook gekeken worden naar bieders die voorstellen doen waarin windparken gecombineerd worden met de productie van waterstof, de zogenoemde gecombineerde tenders.
Ten slotte stelt het energiebedrijf voor dat de overheid een deel van de risico's rondom dalende stroomprijzen opvangt. Wanneer de prijs onder een bepaalde grens komt, betaalt de overheid daaraan mee. Andersom betaalt de ontwikkelaar van het windpark de overheid als de stroomprijs boven de afgesproken prijs uitkomt.