DSM dreigt topmanager toch vette vertrekpremie te moeten betalen
Chemiebedrijf DSM dreigt toch een vette vertrekpremie te moeten betalen aan een topmanager, die vorig jaar zomer op straat werd geknikkerd. De vrouw eiste destijds ruim één miljoen euro wegens onterecht ontslag, maar kreeg van de rechter slechts 11.000 euro toegewezen. In hoger beroep haalt zij nu deels haar gelijk.
Dat blijkt uit een deze week openbaar gemaakte uitspraak van het gerechtshof 's Hertogenbosch. Het hof vermoedt dat DSM een fusie aangreep om de directeur te kunnen lozen. De precieze hoogte van haar vertrekpremie moet nog worden vastgesteld, maar kan oplopen tot 400.000 euro. Daar kan nog een fusiebonus van een ton bovenop komen.
Salarisdiscussie
De vrouw werkte sinds de herfst van 2021 voor het Nederlandse chemieconcern DSM als 'global brand director', tegen een bruto maandsalaris van bijna 13.000 euro, exclusief bonussen. In haar functie was zij verantwoordelijk voor het wereldwijde merkenbeleid van de chemiereus, die in 2023 fuseerde met de Zwitserse branchegenoot Firmenich.
Aanvankelijk was DSM uiterst tevreden met het werk van de merkendirecteur, maar in de laatste maanden van 2022 raakten de verhoudingen verzuurd als gevolg van een slepende salarisdiscussie. Toen de vrouw in april 2023 de - volgens haar toegezegde - verhoging probeerde af te dwingen door haar advocaat te laten dreigen met juridische stappen, zette DSM haar op non-actief.
DSM beweerde daarbij dat de functie van wereldwijde merkendirecteur was komen te vervallen, als gevolg van de fusie met Firmenich. De vrouw weigerde echter te vertrekken. Ook het UWV wilde geen ontslagvergunning afgeven, omdat het het verval van de functie in twijfel trok.
Geen miljoen, maar 11 mille
Uiteindelijk moest de rechter eraan te pas komen om de patstelling te doorbreken. In oktober 2023 wees de rechtbank Limburg de eisen van de vrouw tot een salarisverhoging af. Ook mocht DSM haar op straat zetten, wegens een verstoorde arbeidsverhouding.
Ten slotte zette de rechtbank een streep door haar claims op aantal bonussen en ontslagvergoedingen, waaronder een eis van ruim één miljoen euro wegens onterecht ontslag. Omdat DSM niet 'ernstig verwijtbaar' zou hebben gehandeld, moest de vrouw het doen met een transitievergoeding van een magere 11.000 euro.
Hoger beroep
De voormalige merkendirecteur nam daarmee echter geen genoegen, en ging in hoger beroep. Niet helemaal zonder succes, zo blijkt uit een recente tussenuitspraak van het hof in Den Bosch.
Wel oordeelt het hof dat de vrouw geen recht had op de salarisverhoging, omdat die nog niet definitief was toegekend. Ook vinden de rechters dat DSM de vrouw mocht ontslaan, wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Maar in tegenstelling tot de kantonrechter acht het hof DSM daaraan schuldig, doordat de werkgever de functie van de vrouw zomaar ophief.
DSM 'ernstig verwijtbaar'
De Bossche rechters vermoeden dat DSM de fusie aangreep om van de vrouw af te komen. "Zelfs als geen sprake is geweest van deze 'opzet om haar te lozen', is de hele gang van zaken zo onzorgvuldig geweest dat het hof van oordeel is dat DSM zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen", aldus de uitspraak.
Daarom heeft de ex-directeur wel degelijk recht op een zogenoemde 'billijke vergoeding' wegens onterecht ontslag. Hoe hoog dat bedrag wordt, moet het hof nog bepalen. Wel is duidelijk dat de vrouw kan fluiten naar het door haar geëiste miljoen. Dat bedrag was namelijk gebaseerd op het hogere salaris, dat volgens DSM en de rechters nog niet definitief was toegekend.
Vette vertrekpremie
Toch moet DSM nu rekening houden met een vette vertrekpremie. Als de salarisverhoging door het hof zou worden afgewezen, claimde de merkendirecteur in plaats van één miljoen ruim 400.000 euro. Om de uiteindelijke vergoeding te kunnen bepalen, wil het Bossche hof eerst weten hoeveel de vrouw bij haar vertrek daadwerkelijk verdiende. Ook moet zij aangeven wat zij sindsdien heeft gedaan om nieuw werk te vinden.
Verder heeft de vrouw mogelijk nog recht op een fusiebonus, van bijna 100.000 euro. Waar de rechtbank Limburg eerder ook die claim afwees, wil het hof nu van de werkgever weten wat de voorwaarden voor toekenning van die bonus waren.
"De billijke vergoeding die nu in het verschiet ligt, is voor mijn cliënte een pleister op de wonde", zegt advocaat No Mauer van de ontslagen merkendirecteur. "Zij had natuurlijk veel liever haar dienstverband voortgezet." Volgens de advocaat is zij "bovenal opgelucht dat een uitzonderlijk zware periode voor haar bijna ten einde is. Zij kijkt ernaar uit om dit achter zich te laten." DSM reageerde niet op een verzoek om commentaar op de uitspraak.