Dubbelzinnige appjes

Zwemleraar ontslagen na jarenlang lastigvallen 40 jaar jongere collega

Door Michaël Niewold··Aangepast:
© Archieffoto ANP / Hollandse Hoogte / Roland HeitinkZwemleraar ontslagen na jarenlang lastigvallen 40 jaar jongere collega
RTL

De binnenkant van het bovenbeen van een 40 jaar jongere collega aanraken. De onderkant van haar rug aaien, tegen haar zin. Dubbelzinnige appjes. Impertinente vragen. Drieënhalf jaar van dit soort gedrag heeft een zwemleraar zijn baan gekost.

Daarmee komt een eind aan een carrière van bijna 33 jaar bij de gemeente Rheden, waar de man als zwemleraar 3.327 euro bruto per maand verdiende. Dat was exclusief 17 procent bijdrage aan het IKB, het individuele budget voor opleidingen dat ambtenaren krijgen. 

Ernstig verwijtbaar

Sinds 20 augustus moet de man op een andere manier zijn boodschappen betalen. Op die dag heeft de kantonrechter in Arnhem zijn arbeidsovereenkomst ontbonden. Zijn gedrag ten opzichte van een 40 jaar jongere collega gaf daar voldoende reden voor. "Ernstig verwijtbaar", schrijft de kantonrechter in het vonnis.

Wat had de man, waarvan de exacte leeftijd onbekend is, dan gedaan? Vanaf oktober 2020 appte hij met een vrouwelijke collega, op haar privénummer. En dat waren geen appjes over werk. Hij stelde haar dubbelzinnige vragen, berichtjes met seksuele toespelingen en liefdesverklaringen. 

Opmerkingen directeur naar ondergeschikte over 'mooie jurk' geen reden voor ontslag
Lees ook

Opmerkingen directeur naar ondergeschikte over 'mooie jurk' geen reden voor ontslag

Dat de 40 jaren jongere collega hier eigenlijk nooit op inging, maakte niet uit voor de man. Integendeel. In het begin van 2023 probeerde hij haar te zoenen, nadat zij samen vanuit werk richting huis waren gefietst. De collega was daar niet van gediend. De man gaf verder nog toe dat hij een jaar daarvoor aan haar had gevraagd of ze ooit weleens seks had gehad. 

De situatie escaleerde in maart van dit jaar. Halverwege die maand zaten de twee in het zwembad, waarbij de leraar met zijn arm de binnenkant van haar bovenbeen aanraakte. De vrouw stapte bij hem vandaan toen dit gebeurde. 

Pas toen realiseerde de man naar eigen zeggen dat hij dit niet had moeten doen. Dat staat in het verslag van het gesprek dat de gemeente met de man voerde naar aanleiding van zijn 'ongewenste gedragingen'. 

Arm op haar rug

Of de man echt van deze afwijzing had geleerd, is twijfelachtig. Een week later ging hij - opnieuw in het zwembad - op een bankje naast haar zitten. Hij legde een arm op haar been, laag op haar rug, is te zien op camerabeelden. Ook nu schoof zijn collega bij hem vandaan. 

De veel jongere collega was niet de enige waar de man zijn avances op richtte. Een 17 of 18-jarige stagiaire kreeg in 2017 tijdens haar vakantie een bericht van de man. Dat hij niet haar lessen zou bekijken als ze terug zou zijn van vakantie, maar haar billen. Per brief bood de man hier later excuses voor aan.

Relatie met moeder

In het gesprek over zijn wangedrag, vertelde de man ook nog dat hij een relatie had met de moeder van kinderen die zwemles van hem kregen. "Een patroon van doorgaand ongewenst en soms seksueel grensoverschrijdend gedrag", aldus de gemeente. 

Die wilde hem met een vaststellingsovereenkomst de deur uit duwen. Daar ging de man alleen niet mee akkoord. En dus was het aan de rechter.

Deze oordeelde dat er sprake was van 'ernstig verwijtbaar' handelen. Zijn gedrag was volgens de rechter extra kwalijk omdat de handelingen in het zwembad plaatsvonden, waar mensen badkleding dragen. Men moet zich juist veilig en vrij voelen daar, aldus de rechter. 

Voorbeeldfunctie

De man was bovendien gewaarschuwd, vanwege het incident met de stagiaire in 2017. Zijn leeftijd en de daarbij horende voorbeeldfunctie spelen ook mee. Juist daarom had de man beter moeten weten, vindt de rechter.

Daarom boort hij de eis van de man op een zogeheten transitievergoeding ook de grond in. De gang naar de rechter kost de zwemleraar zelfs geld, hij moet de juridische kosten van de gemeente à 1079 euro vergoeden. 

Lees meer over
OntslagRechtspraakArbeidsmarkt