Inkomen harder gestegen dan prijzen, meer koopkracht voor werkende Nederlander
Ondanks de hoge inflatie hebben Nederlandse huishoudens tussen 2019 en 2023 gemiddeld meer te besteden gekregen. Ook de bedrijfswinsten stegen, zelfs nog harder dan de lonen. En dat komt door de sterke economische groei in met name 2021 en 2022.
Gecorrigeerd voor prijsstijgingen nam het beschikbaar inkomen in de periode 2019-2023 met 5,4 procent toe. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het beschikbaar inkomen is een optelsom van alle vormen van inkomen (loon, uitkeringen, inkomen uit vermogens), met aftrek van betaalde belasting en premies.
Tussen 2019 en 2023 groeiden de winsten met 32 procent en de beloning van werknemers met 24 procent, becijfert het CBS. Dat ondanks zware schokken door corona en de gestegen energieprijzen na de Russische invasie in Oekraïne.
Sterke economische groei
Die stijging heeft vooral te maken met de sterke economische groei, met name in de jaren 2021 en 2022, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. "Over die twee jaren groeide de economie met meer dan 10 procent. Dat zag je terug in de vraag naar personeel op de arbeidsmarkt, die nog steeds heel krap is. Vooral in 2023 stegen de lonen heel sterk, harder dan de prijzen. Dat betekent meer koopkracht voor de meeste Nederlanders."
Toch leeft het idee dat de prijzen meer gestegen zijn dan de lonen. Niet zo gek, legt Van Mulligen uit. "Want de hoge prijsstijgingen zag natuurlijk iedereen. Vooral van de energierekening, maar later ook van de boodschappen. Loonstijgingen zijn toch wat minder zichtbaar."
Mindere momenten
Dat het gemiddelde besteedbare inkomen toenam, betekent niet dat iederéén meer te besteden had. De koopkracht van Nederlanders daalde in 2022 met 1,2 procent, nadat de prijzen explosief toenamen door de stijgende energieprijzen na de inval van Rusland in de Oekraïne. Huishoudens met weinig inkomen ontvingen destijds een een energietoeslag om de sterk gestegen energierekening te kunnen betalen. Anders was de koopkracht nog verder gedaald, met 2,9 procent.
Vanwege de stijgende lonen gingen vooral werknemers erop vooruit. Voor mensen die geen werk hebben en rond moeten komen van een uitkering of een pensioen, zag het er minder rooskleurig uit.
Gestegen winsten
De winsten van bedrijven zijn ook gestegen door de sterke economische groei van de afgelopen jaren. Dat de winsten meer gegroeid zijn dan de lonen, is niet vreemd volgens Van Mulligen. "Winsten reageren over het algemeen veel sneller en sterker op veranderingen in de economische groei. Want de omzetten gaan omhoog. Daardoor verdienen bedrijven meer geld, terwijl de lonen niet altijd direct meegaan. Loonafspraken worden vaak voor een jaar of nog langer gemaakt. Dus de lonen lopen daar altijd wat op achter."
Vakbond FNV klaagt al langer dat de winsten hard stijgen en de lonen achterblijven. Vorig jaar pleitten zij er nog voor dat lonen voortaan automatisch meestijgen met de prijsstijgingen, zodat er minder onderhandelingen nodig zijn. "Bedrijven maken recordwinsten. Er is geld genoeg", zei voorzitter Tuur Elzinga.
Inhaalslag
De werknemers zijn wel een inhaalslag aan het maken. Maar de achterstand hebben ze nog niet helemaal ingehaald. In het eerste halfjaar van dit jaar ziet Van Mulligen dat de lonen niet meer zo extreem hard stijgen als de afgelopen anderhalf jaar. Tegelijkertijd zijn de winsten ook aan het afnemen.
"Het lijkt erop dat lonen langzamerhand hun achterstand wat aan het inhalen zijn. Volgend jaar rond deze tijd zullen we zien of dat in 2024 helemaal voltooid is of dat er nog steeds sprake is van een gat met de winsten", aldus Van Mulligen.