Bouwbedrijf moet ex-werknemer alsnog 40.000 euro aan overuren uitbetalen
Een leidinggevende die eind 2022 ontslag nam bij een bouwbedrijf, krijgt nog ruim 40.000 euro van zijn oud-werkgever. De man had tijdens zijn zesjarige dienstverband maar liefst 1200 overuren opgebouwd. Die moet het bouwbedrijf alsnog uitbetalen.
Omgerekend komen de uren neer op 150 voltijds werkdagen. Dat is heel veel tijd, vond ook de kortgedingrechter, mede daarom moet de werkgever deze uren uitbetalen.
De werkgever vond eigenlijk dat het overwerk zat inbegrepen in het salaris van de werknemer en had de overuren in eerste instantie dan ook niet uitbetaald. Daarover later in dit stuk meer.
Geen overwerk in contract
De man die de zaak aanspande, kwam in augustus 2016 in dienst bij het bouwbedrijf als uitvoerder. Hij verdiende op het laatst 4750 euro per vier weken, zonder vakantietoeslag en andere extra's. In zijn contract stond dat hij 40 uur per week werkte, van maandag tot en met vrijdag. Onder het kopje 'overwerk' in zijn contract stond geen.
Maar in de praktijk kwam overwerk wel degelijk regelmatig voor. Zo werd de man ook op zaterdagen opgetrommeld, bleek tijdens de zitting. Overwerken moest ook op andere dagen, om te voorkomen dat het bouwbedrijf de deadlines niet zou halen.
Veel reistijd
Als uitvoerder moest de man als eerste aanwezig zijn op de bouw en als laatste vertrekken. Die bouwplaatsen bevonden zich in het hele land, waardoor zijn reistijd van en naar werk vaak langer dan één uur was.
Daarom maakte de uitvoerder extra uren. Veel extra uren. Hij berekende dat hij, op basis van de rittenregistratie die hij van zijn werkgever kreeg, in de jaren 2018 tot en met 2022 in totaal 1213,14 overuren heeft gewerkt. De afspraak was dat hij die uren zoveel mogelijk met vrije dagen zou compenseren ('tijd voor tijd'), stelt de man.
Niet extra betaald
Maar omdat het bouwbedrijf het zo druk had met opdrachten, lukte dat amper. De uitvoerder heeft in totaal 10 dagen gecompenseerd, blijkt uit de administratie. De overige overuren wil hij, nu hij niet meer in dienst is, gecompenseerd krijgen in euro's. Dat heeft hij het bedrijf ook laten weten, in een brief die eind maart 2023 werd verzonden.
Het bouwbedrijf weigerde in eerste instantie deze uren uit te betalen, omdat overwerk 'niet aan de orde' was. Tijdens de zitting erkende de werkgever – alsnog – wel degelijk opdracht te hebben gegeven voor het overwerk. Volgens het bouwbedrijf hoorden deze uren bij de verantwoordelijke functie van de man en was zijn salaris zodanig dat hij er niet extra voor betaald hoefde te worden.
Over deze he said, she said moest de rechter een oordeel vellen. Geen van beide partijen kan bewijzen dat haar lezing de juiste is, merkt de rechter daarbij op. Zowel de werkgever als de ex-werknemer heeft zijn stellingen niet onderbouwd met documenten, contracten of correspondentie.
Ook de cao Bouw & Infra, waar de uitvoerder zich op beroept en die ruimte geeft voor het uitbetalen van overuren, biedt geen soelaas. Volgens de rechter is het te onzeker of de cao op deze arbeidsovereenkomst van toepassing is.
Genoeg redenen om alsnog te moeten betalen
Toch ziet de kantonrechter genoeg aanknopingspunten om de werkgever alsnog te laten betalen en wel op grond van goed werkgeverschap en redelijkheid en billijkheid. De ex-werknemer heeft namelijk, met medeweten van het bedrijf, structureel en substantieel overwerk verricht. Het bouwbedrijf heeft ook nog eens financieel voordeel gehad bij het overwerk, omdat daarmee werd voorkomen dat het vertragingsboetes moest betalen.
Verder heeft het bouwbedrijf nagelaten de uitvoerder te informeren over zijn rechten en plichten rondom overwerk en heeft ook niet aangegeven en onderbouwd dat zijn overuren in zijn maandloon zouden worden gecompenseerd. In een bodemprocedure zou dit 'voldoende waarschijnlijk' leiden tot uitbetaling, denkt de rechter.
Eind van dit liedje is dat het bouwbedrijf de 1213 overuren, min de 10 compensatiedagen, alsnog moet uitbetalen. Dat komt neer op een bedrag van ruim 36.000 euro bruto. Daarbovenop komt nog een wettelijke verhoging van 10 procent. Ook moet de werkgever ruim 55 vakantie-uren uitbetalen. In totaal krijgt de ex-werknemer ruim 40.000 euro van het bouwbedrijf.
De advocaat van het bouwbedrijf laat weten dat geen hoger beroep te hebben aangetekend, waarmee deze uitspraak definitief is.