Verliezen van failliete e-bikemaker Stella veel hoger dan gedacht
De failliete maker van elektrische fietsen Stella heeft veel grotere verliezen geleden dan tot dusverre bekend. Vorig jaar boekte het bedrijf een verlies van ruim 20 miljoen euro. Het jaar daarvoor was sprake van ruim 17 miljoen verlies.
Dat blijkt uit het onlangs verschenen eerste faillissementsverslag van curator Frans van Oss. Stella was de grootste e-bikefabrikant van Nederland. In het verslag wordt het faillissement geweten aan 'een aanzienlijke kostenstijging en een teruglopende omzet, althans een te lage marge op de omzet'.
Marges te laag
Voor die lage marges en omzetdaling worden in het verslag dezelfde redenen genoemd, die eerder door Stella ook al werden aangevoerd toen het bedrijf begin november uitstel van betaling aanvroeg. In de twee coronajaren vóór 2022 explodeerde de vraag naar elektrische fietsen, en investeerde Stella in het aanleggen van een grote voorraad. Door de gestegen kosten waren de marges destijds al te laag. Toen de vraag naar e-bikes in 2023 inzakte, werden de problemen nog groter.
Ondanks kostenbesparingen en marketinginvesteringen slaagde Stella er de afgelopen twee jaar niet in om gezond te worden. Begin november moest het bedrijf daarom uitstel van betaling aanvragen. Enkele dagen later volgde het faillissement.
Hogere verliezen
Begin november circuleerden verhalen dat Stella zowel in 2023 als in 2024 elk jaar rond de 13 miljoen euro verlies had gemaakt. Uit het eerste faillissementsverslag blijkt nu dat de verliezen veel hoger zijn.
Curator Van Oss schrijft in zijn rapportage dat Stella in 2022 een verlies van 17,6 miljoen euro op een omzet van 126 miljoen leed. In 2023 daalde de omzet tot 102 miljoen euro, maar steeg het verlies tot 20,2 miljoen. Over de verliezen in het lopende jaar staat niets vermeld.
Opbrengst 10 miljoen
Begin deze maand werd bekend dat investeerder Dick Burger een doorstart in afgeslankte vorm met Stella maakt. Met de verkoop van voorraden, bedrijfsinventaris en de merkenrechten aan de doorstarter, wist de curator nog een kleine 10 miljoen euro op te halen.
De voorraden brachten met 8,9 miljoen euro het meeste op. Dat geld gaat vrijwel allemaal naar de huisbank van de fietsenfabrikant, ING, die de voorraden in onderpand had. Dankzij dit onderpand heeft de bank voorrang op de fiscus, die normaal gesproken als eerste betaald krijgt.
Belastingdienst mogelijk met lege handen
De bank had volgens het verslag ruim 16 miljoen euro tegoed en gaat dus alsnog voor miljoenen het schip in. Dat geldt waarschijnlijk eveneens voor de Belastingdienst. Die heeft namelijk nog 8,2 miljoen euro tegoed. Uitkeringsinstantie UWV heeft nog geen vordering ingediend.
De 'gewone' schuldeisers vorderen daarnaast nog bijna 20 miljoen euro. Gezien de voorrang die ING en de fiscus krijgen, is het onwaarschijnlijk dat zij nog iets van dat geld terugzien.