Deze ondernemer hoopt weer snel zaken te doen met Syrië
De Syrische overgangsregering zegt dat ze een vrije markteconomie wil invoeren in Syrië. Economische ontwikkeling is cruciaal voor de wederopbouw van het door oorlog verscheurde land. Belangrijk struikelblok daarbij zijn de strenge westerse sancties die al jaren gelden, ziet ook ondernemer Maarten ten Böhmer van Ottomania.
De nieuwe Syrische regering heeft vooraanstaande zakenlieden in het land laten weten dat zij streeft naar een economie die openstaat voor investeringen.
"Het zal een vrije marktmodel worden, gebaseerd op concurrentie", zei Bassel Hamwi, hoofd van de internationale Kamer van Koophandel in Damascus, tegen persbureau Reuters. Dat was drie dagen na de verdrijving van president Bashar al-Assad, waarmee na 54 jaar een einde kwam aan de gewelddadige dictatuur van de Assad-familie.
Corruptie en witwassen
Onder diens leiding hanteerde Syrië strenge controles op import en export. Die handel stond net als het Syrische bedrijfsleven bol van corruptie en witwassen via een kleine groep loyale zakenlieden die nauwe banden hadden met het Assad-regime. Handelaren die hier op eigen houtje omheen werkten belandden in de gevangenis.
De grote vraag is welke kant Syrië nu op zal gaan. De nieuwe machthebbers, aangevoerd door de rebellenbeweging Hayat Tahrir al-Sham (HTS), staan op de lijst van terroristische groepen in de EU, Turkije en de VS. Daardoor gelden strenge sancties waarbij het ook verboden is om zaken te doen met een groot aantal personen en bedrijven in Syrië. Ook de import en export van bepaalde goederen van en naar Syrië is verboden, zoals olie, chemicaliën en IT- en telecomproducten.
De handel tussen Syrië en Europa is ingestort sinds het uitbreken van de oorlog in 2011, die een gigantische verwoesting heeft toegebracht aan het Syrische volk en hun economie. Voor die tijd importeerden Europese landen jaarlijks voor enkele miljarden aan goederen uit Syrië, met name ruwe olie, katoen, kleding, olijfolie, fruit en granen.
Terrorismelijst
"Wij zijn hoopvol dat er weer wat handel mogelijk wordt", zegt ondernemer Maarten ten Böhmer van Ottomania, een Nederlandse winkel en groothandel in ambachtelijke producten uit landen van het voormalige Ottomaanse Rijk zoals Syrië, Turkije en Libanon. "Daarvoor moeten we afwachten of de Syrische overgangsregering van de terrorismelijst afgaat. Alles is afhankelijk van hoe de nieuwe machthebbers zich gaan gedragen."
Ten Böhmer prijst de Syriërs voor hun vakmanschap als het gaat om weven, glasblazen en het maken van zeep. "Syriërs kunnen hele mooie spullen maken. De oude weverijen zaten vooral in Aleppo, maar zijn waarschijnlijk grotendeels vernietigd. De bekende Aleppozeep wordt nog wel over de hele wereld verkocht en geleverd."
Contact met makers
De ondernemer hoopt zo snel mogelijk weer contact te leggen met lokale makers die eerder producten aan Ottomania hebben geleverd. "Zodra meer mogelijk is, willen wij zeker weer dingen laten maken. Voor de lokale bevolking en de wederopbouw van Syrië is dat cruciaal. Wat kan je opbouwen als er geen economische ontwikkeling is?"
Hoewel het nu niet verboden is om spullen uit Syrië te importeren, is de handel aanzienlijk beperkt door de harde sancties. Zo zijn alle directe of indirecte financiële transacties met Syrië niet toegestaan bij Nederlandse banken. Dit extra strenge regime geldt ook voor landen als Rusland, Iran en Noord-Korea.
Dat heeft gevolgen. Zo moest oliebedrijf Shell zijn activiteiten in Syrië in 2011 staken. Het bedrijf haalde tot dat moment via joint-venture Al Furat dagelijks zo'n 13.000 vaten olie uit Syrië (op destijds een wereldwijde productie van 3 miljoen vaten olie).
Hyperinflatie
Daarnaast is ook het financiële systeem in Syrië zelf ingestort. Voordat de straatprotesten tegen Assads bewind in maart 2011 uitbraken, stond 1 Amerikaanse dollar gelijk aan ongeveer 50 Syrische pond. Inmiddels is dat ruim 15.000 Syrische pond, waarmee sprake is van hyperinflatie. Dat maakt het beprijzen van producten ontzettend moeilijk. Veel Syriërs kunnen niet of nauwelijks rondkomen en hun spaargeld is verdampt.
Economen zien het stabiliseren en openen van de economie in Syrië als cruciaal om nieuwe investeringen aan te trekken. Dat is ook noodzakelijk voor het creëren van banen. Dat is ook van belang gezien de potentiële terugkeer van miljoenen Syriërs die door de oorlog naar het buitenland zijn gevlucht, onder wie veel hoogopgeleiden mensen.
Correspondent Olaf Koens en verslaggever Omar Diab zijn in Syrië om verslag te doen: