De lagere winstbelasting voor het mkb slaat eigenlijk nergens op

Het lagere tarief van de vennootschapsbelasting (vpb ofwel winstbelasting) geldt over de eerste 200.000 euro winst die een bedrijf per jaar maakt. Over dat bedrag moeten zij dan 19 procent belasting betalen. Bedrijven die meer dan 200.000 winst maken, betalen over het deel boven de twee ton 25,8 procent vpb.

Flink voordeel

Een klein rekenvoorbeeldje. Over 200.000 euro winst betaalt een ondernemer onder het verlaagde tarief 38.000 euro winstbelasting. Als het normale tarief zou gelden, wordt dat 51.600 euro zijn. Dat scheelt dus nogal.

De gedachte achter het belastingvoordeel is dat het mkb belangrijk is voor de Nederlandse economie. Midden- en kleinbedrijven zijn goed voor bijna twee derde van alle werkgelegenheid in het land.

Drie miljard euro

Uit de rekenvoorbeelden blijkt al: er is veel geld mee gemoeid. Belastinggeld, wel te verstaan. Dit jaar 3 miljard euro, aldus het CPB. De onafhankelijke adviseur geldzaken van de overheid onderzocht het effect van de belastingregel over de jaren 2007 tot 2021. De hamvraag: wordt het doel bereikt waarvoor het belastingvoordeel is bedacht tegen een prijs die nog is uit te leggen? Het antwoord is klip en klaar: "Nee."

Het beste argument om het lage vpb-tarief af te schaffen is te vinden in de groep die ervan profiteert. Daar heeft het CPB een analyse van gemaakt. En wat blijkt: van het belastingvoordeel à 3,7 miljard euro komt ongeveer 40 procent terecht bij mkb-bedrijven met personeel. 

Maar ook allerlei andere bedrijven profiteren ervan, want íeder bedrijf dat winst maakt hoeft over de eerste 2 ton winst minder belasting te betalen. Tot de grootste multinationals aan toe. Zij hebben er niet veel aan, maar al bij al kost het wel een hoop belastinggeld.

Bv's om mee te beleggen

Van die 3,7 miljard komt ook ruim een miljard terecht bij bv's om mee te beleggen voor iemands pensioen, vastgoed of spaargeld. Niet het soort bedrijven dat bekendstaat als banenmotor.

Dat is het enige dat schort aan het belastingvoordeel, dat dus bedoeld is om het mkb te steunen. Kan best zo zijn, maar dat doe je niet door zo'n grote algemene groep bedrijven als doelgroep aan te merken, aldus het CPB. Er is geen bewijs dat één euro steun aan kleine of middelgrote bedrijven meer banen oplevert dan dezelfde euro steun aan een groot bedrijf. Een bedrijf dat minder winstbelasting hoeft te betalen, gaat ook niet ineens meer personeel aannemen, blijkt verder. 

Bovendien profiteert niet de hele doelgroep (het mkb) van de regeling. Een klein bedrijf dat geen winst maakt, heeft niks aan de regeling. Terwijl zo'n bedrijf juist een financieel duwtje van de overheid kan gebruiken, áls je al fan bent van overheidssteun voor bedrijven.

Wie geen winst maakt, profiteert niet

Ook van het argument dat het mkb veel geld kwijt is om zich door alle regels te worstelen bij de belastingaangifte, maken de onderzoekers gehakt. Weliswaar geldt: hoe kleiner het bedrijf, hoe groter de hap uit de winst is die opgaat aan kosten. Maar het lage vpb-tarief geeft vooral voordeel aan bedrijven die al winst maken, terwijl de kosten hetzelfde zijn. Of een bedrijf nu winst of verlies maakt.

Dan is er nog het argument dat grote multinationals hun belastingdruk kunnen verlagen door op zoek te gaan naar het land waar ze het minste belasting over hun winst hoeven te betalen. Dat is een luxe die de meeste mkb'ers vermoedelijk niet hebben. Dat klopt misschien wel, maar het mkb dan maar een lager tarief gunnen, is geen goede oplossing. Het is beter om deze praktijken van grote bedrijven aan te pakken.

Kabinet kijkt ernaar

Het kabinet gaat de evaluatie bestuderen, laat een woordvoerder van het ministerie van Financiën weten. Dat ministerie gaf opdracht aan het CPB om de lagere vpb onder de loep te nemen. "Een besluit wat we gaan doen is daarom nog niet genomen", meldt de woordvoerder. 

Over belasting gesproken. Het jaar loopt op zijn einde, in de video hieronder vijf tips hoe je nog belasting kunt besparen.