Foutje met proeftijd: ontslagpremie van 17.000 euro na drie dagen werk

Een werkneemster van een zorginstelling die na drie werkdagen werd ontslagen wegens onenigheid over haar vakantie en roosterwensen, heeft recht op een vertrekpremie van 17.000 euro. Volgens de rechter moet de werkgever haar een half jaarsalaris betalen, omdat er een foutje werd gemaakt met de proeftijdregels.
Vier weken nadat de vrouw bij de zorginstelling was begonnen, werd zij ontslagen. Omdat zij in die periode ruim drie weken op vakantie was geweest, had zij er uiteindelijk maar drie dagen daadwerkelijk gewerkt. Toch heeft zij volgens de kantonrechter recht op een royale ontslagvergoeding. Dat blijkt uit een deze week openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.
Op vakantie
De 63-jarige vrouw werd in december door de zorginstelling aangenomen, en zou er begin januari beginnen. Welke functie zij precies zou gaan vervullen, is onbekend. Wel is duidelijk dat zij ruim 3000 euro bruto per maand ging verdienen.
De arbeidsverhoudingen raakten echter al snel verstoord, nadat bleek dat de vrouw de eerste drie weken van januari op vakantie ging. Dat had zij vlak na haar aanstelling wel aangekondigd en gemaild, maar was niet - of niet goed - gelezen door de werkgever. Ook ontstonden na haar terugkomst discussies over de roosterwensen.
Proeftijd nietig
De zorginstelling ontsloeg de vrouw daarom in haar proeftijd. Althans, dat dacht de werkgever. De vrouw dacht daar heel anders over, en de kantonrechter in Almere gaf haar gelijk.
Volgens de rechter is de proeftijd nietig, omdat de arbeidsovereenkomst van de vrouw onduidelijk was over de duur van het dienstverband. Het contract vermeldt enerzijds een periode van zes maanden, maar anderzijds ook een duur van 1 januari tot en met 2 juli.
Niet in gesprek
Dat is relevant, omdat werkgevers bij een dienstverband van zes maanden of korter géén proeftijd mogen hanteren. Gezien de vermelding van zes maanden in het contract, oordeelt de rechter dat de proeftijd nietig is. Dat er in de overeenkomst ook een periode van zes maanden en twee dagen wordt genoemd, vindt de rechter verwarrend. Die onduidelijkheid komt voor rekening van de werkgever.
Ook vindt de rechter de problemen rond de roosterwensen geen reden om de vrouw op straat te zetten. "Daarover had de werkgever met haar in gesprek moeten gaan. De kantonrechter ziet niet in dat partijen over de inroostering geen afspraken hadden kunnen maken", aldus de uitspraak.
Ontslagvergoedingen
Dat betekent dat de zorginstelling de werkneemster nu meerdere ontslagvergoedingen moet betalen. Ook draait de werkgever op voor de proceskosten, van ruim duizend euro. Van de reguliere ontslagvergoeding moet de vrouw het niet echt hebben: die bedraagt iets meer dan acht tientjes. Maar de zogenoemde 'billijke vergoeding' voor onterecht ontslag is een heel ander verhaal. Die bedraagt namelijk 17.000 euro.
Vooral in het licht van de drie dagen die de vrouw daadwerkelijk heeft gewerkt, is dat een royale vertrekpremie. Het is zo ongeveer het hele bedrag dat de vrouw zou hebben verdiend als zij de halfjarige arbeidsovereenkomst zou hebben uitgediend, constateert haar advocaat Kenneth Lieuw On tevreden.
Volgens de advocaat wilde de vrouw niet terugkeren bij de zorginstelling. "Mijn cliënte heeft gekozen voor een billijke vergoeding omdat zij gezien de wijze waarop ze was bejegend er geen enkel vertrouwen in had een eerlijke kans te krijgen indien zij terug zou keren naar de werkvloer."
Empathie
Advocaat Chris Zeevenhooven van de zorginstelling laat weten dat de werkgever niet tegen de uitspraak in hoger beroep gaat. "De data in de overeenkomst maken het evident dat het ging om een dienstverband van langer dan een half jaar, en de proeftijd dus niet nietig was. Maar de kantonrechter heeft in dit geval met empathie naar de werkneemster gekeken."
Ook de ex-werkneemster, die een hogere vergoeding van 30.000 euro had geëist, zal niet tegen de uitspraak in hoger beroep gaan. "Zij had een hoger bedrag gevorderd, maar cliënte kan hiermee leven", aldus haar advocaat.