Pensioen voor verpleegkundige en bouwvakker waarschijnlijk flink omhoog

Dat komt vooral door de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. De drie eerdergenoemde pensioenfondsen voeren dat systeem per 1 januari in voor hun deelnemers.

Die deelnemers zijn niet alleen gepensioneerden, maar ook werknemers die nog werken. Bij elkaar hebben zij in totaal circa 5 miljoen deelnemers.

In deze video legt pensioenexpert Jacob Schoenmaker wat er voor jou verandert in het nieuwe pensioenstelsel: 

In het nieuwe systeem zijn minder hoge buffers nodig om tegenvallers op te vangen dan in het huidige (oude) systeem, aldus woordvoerder Ellen Habermehl van PFZW. Daardoor kunnen de uitkeringen meer omhoog dan in het oude systeem het geval zou zijn.

31 december

Niets is overigens nog zeker, omdat bij de beslissing wat er met de pensioenuitkering gebeurt wordt gekeken naar de financiële situatie op 31 december.

Of met ingang van 2026 de pensioenen omhoog kunnen, wordt bij de fondsen die overgaan naar het nieuwe stelsel eind december gekeken naar de dekkingsgraad, dat is de verhouding tussen de waarde van beleggingen en de verplichtingen (oftewel de waarde van de pensioenuitkeringen die nu en in de toekomst moeten worden gedaan).

Zorg en Welzijn

Eind juni was die dekkingsgraad bij Zorg en Welzijn 117 procent, voor elke euro is er dus 1 euro 17 in kas. Als dat eind december nog steeds zo is, dan zouden de pensioenuitkeringen vanaf januari met 7 procent omhoog kunnen, legt Habermehl uit.

In augustus (het meest recente cijfer) was de dekkingsgraad overigens nog wat hoger (119,9 procent). Dat betekent dat als deze op dat niveau zou blijven, de pensioenen met ingang van januari zelfs met zo'n 10 procent omhoog kunnen.

BpfBouw

Pensioenfonds BpfBouw staat er zelfs nog wat beter voor. De dekkingsgraad is nu zo'n 135 procent. BpfBouw houdt straks nog wel bepaalde buffers aan, legt directeur David van As uit. Zo is er, net als bij andere pensioenfondsen, de solidariteitsreserve. Deze moet schokken opvangen, zodat in het nieuwe systeem bij tegenvallers de pensioenen niet meteen hoeven te worden gekort.

Maar rekening houdend daarmee kunnen de pensioenuitkeringen in 2026 met 18 tot 19 procent omhoog, mits de dekkingsgraad niet verslechtert, aldus Van As.

PMT

Over wat de deelnemers van PMT volgend jaar kunnen verwachten, wil woordvoerder Monique Messelink nog niets zeggen. Duidelijk is wel dat ook bij PMT eind december naar de dekkingsgraad zal worden gekeken.

In augustus was de dekkingsgraad 117 procent. Afgaande op het Implementatieplan zouden op het huidige niveau de pensioenen bij PMT volgend jaar met een kleine 7 procent omhoog kunnen.

Ook werkenden beter af

Mochten pensioenfondsen die overgaan naar het nieuwe stelsel in 2026 de pensioenuitkeringen flink verhogen, dan betekent dat overigens niet dat dit ten koste zal gaan van deelnemers die nu nog werken, legt John Landman, directeur van Zorg en Welzijn, uit.

Want als de buffers hoger zijn dan nodig en de pensioenuitkeringen worden verhoogd, dan wordt het overschot ook verdeeld onder de overige deelnemers, de werkenden die dus nog niet met pensioen zijn. In het nieuwe stelsel heeft iedere deelnemer namelijk zijn eigen pensioenvermogen.

Beleggingsrendement straks bepalend

Als het nieuwe systeem eenmaal is ingevoerd, dan wordt bij de vraag of pensioenen omhoog kunnen, of juist moeten worden gekort, gekeken hoeveel wordt verdiend op beleggingen, zoals aandelen en obligaties. De dekkingsgraad is dan niet langer de graadmeter.

Dit betekent dat je pensioen meer meebeweegt met de economie. Bij goede rendementen stijgt je pensioen (of voor degenen die nog werken het bedrag in je pensioenpotje). Maar bij slechte prestaties kan het sneller dalen dan in het huidige systeem. Zoals gezegd hebben pensioenfondsen daarvoor wel de zogeheten solidariteitsreserve om zo lang mogelijk te voorkomen dat verlaging van pensioenen nodig is.

En en als het toch nodig is om te verlagen, omdat de beurzen het onverhoopt echt slecht doen, dan kan door de solidariteitsreserve die verlaging stapje voor stapje worden gedaan, zodat de pensioenen niet in één keer flink dalen. Mochten de beurskoersen met bijvoorbeeld 5 procent dalen, dan kan dat nog worden opgevangen, aldus Landman. "Verlagen van pensioenen is in de historie van PFZW trouwens nog nooit nodig geweest"  

Grotere risico's

Doordat pensioenfondsen minder buffers hoeven aan te houden, kunnen ze grotere risico's nemen, oftewel meer in aandelen beleggen. Op de langere termijn zijn de rendementen op aandelen hoger dan bij obligaties. Vooral jongeren kunnen er daardoor op vooruitgaan. Zij hebben immers meer tijd om een eventuele dip weer goed te maken.

Niet alle fondsen gaan op hetzelfde moment over naar het nieuwe pensioenstelsel. ABP, Nederlands grootste fonds, gaat pas in januari 2027 volgens de nieuwe regels werken.

In deze video legt pensioenexpert Jacob Schoemaker uit wie het meest profiteert van het nieuwe pensioenstelsel: