Risico stilvallen Golfstroom blijkt heel groot: koudere winters dreigen

Als de uitstoot van broeikasgassen hoog blijft, is de kans zeer groot dat de Atlantische Golfstroom AMOC na het jaar 2100 stilvalt. Die kans is meer dan 70 procent, blijkt uit een nieuwe wetenschappelijke studie. Dat kan in Nederland tot drogere zomers en koudere winters leiden en tot lagere opbrengsten van gewassen. De eerste effecten kunnen al over 10 tot 20 jaar merkbaar worden.
Ook als de uitstoot minder hoog is, blijft het risico op het stilvallen van de stroom nog altijd meer dan 25 procent, zo blijkt uit het onderzoek van het KNMI, het Engelse National Oceanography Centre en het Duitse Potsdam Institute for Climate Impact Research.
Als de AMOC vrijwel stilvalt, heeft dat grote gevolgen voor het klimaat in Nederland. En de gevolgen zouden dus mogelijk al over tien of twintig jaar merkbaar kunnen worden, zegt Sybren Drijfhout van het KNMI, hoofdauteur van de studie.
Koude winters
Uiteindelijk zou de warmtetoevoer via de oceaan naar onze streken helemaal wegvallen. Dat zou betekenen dat de zomers veel droger kunnen worden.
Uit onderzoek eerder dit jaar bleek al dat het eventueel stilvallen van de AMOC in Nederland vooral in de winter grote gevolgen kan hebben. Die winters zouden gemiddeld drie graden kouder kunnen worden. In strenge winters kan de temperatuur zelfs met 15 graden dalen. Maar de onzekerheden over deze resultaten zijn nog groot.
Wat is de AMOC?
De Golfstroom heet officieel Atlantische Meridionale Overturning Circulatie, AMOC. Deze AMOC voert warm oceaanwater noordwaarts, richting het Noordpoolgebied. Daar koelt het water af en zinkt dan naar de diepte, waarna het in zuidelijke richting terugstroomt. Omdat al het water in de oceaan met elkaar in verbinding staat, heeft deze Golfstroom in de hele wereld invloed op het klimaat.
Hoe de Golfstroom AMOC werkt, zie je in deze video. Tekst loopt door onder de video.
De meeste klimaatprojecties stoppen in 2100, legt Drijfhout uit. Maar sommige klimaatmodellen kijken nu meerdere eeuwen vooruit.
'Zeer verontrustende resultaten'
Die modellen, zegt Drijfhout, 'laten zeer verontrustende resultaten zien: de diepe omkering in de Noord-Atlantische Oceaan neemt sterk af tegen 2100, en stopt daarna in alle scenario's met hoge emissies (uitstoot, red.), en zelfs in sommige scenario's met gemiddelde en lage emissies'.
De onderzoeksresultaten laten volgens Drijfhout zien dat het risico 'ernstiger is dan veel mensen zich tot nu toe realiseren'. Eerder werd al duidelijk dat de Nederlandse overheid inmiddels serieus naar deze materie kijkt, al is zoals gezegd de onzekerheid nog altijd groot.
Oceaan-transportband
De AMOC brengt warm water, dat door de zon is opgewarmd in de tropen, naar het noorden nabij het wateroppervlak. Vervolgens wordt kouder water in de diepte terug naar het zuiden gebracht. Deze 'oceaan-transportband' geeft Europa een relatief mild klimaat, en beïnvloedt daarnaast de weerpatronen wereldwijd.
"Een sterke verzwakking en stilstand van dit oceaanstromingssysteem zou wereldwijd ernstige gevolgen hebben", stelt Stefan Rahmstorf van het instituut uit Potsdam, die eveneens meewerkte aan het onderzoek. De stroming neemt in de klimaatmodellen volledig af binnen 50 tot 100 jaar nadat een omslagpunt is overschreden.
Kantelpunt
In een andere studie die vandaag is verschenen, is berekend wanneer de AMOC een daadwerkelijk kantelpunt bereikt. Hierin zijn zogenoemde fysische indicatoren ontwikkeld die aangeven wanneer de AMOC vanwege klimaatverandering begint in te storten. Daaruit blijkt dat de AMOC rond 2060 zo'n kantelpunt kan bereiken. Daarmee wordt bedoeld dat het uiteindelijke stilvallen niet meer te stoppen is.
Het is volgens Drijfhout niet zo dat alleen kinderen die bijvoorbeeld in 2025 worden geboren de gevolgen zouden gaan merken. "De eerste klap komt toch wel vrij snel", zegt hij. "Al over tien of twintig jaar kan die diepe menging van warm en koud zeewater stilvallen. En daardoor zal je meteen ook een reactie krijgen in het klimaat."
Afrika en Azië
Bovendien zal het leiden tot nog meer zeespiegelstijging voor de Europese kust, met vaker en ernstiger stormvloeden, dan de schattingen die daar nu gangbaar voor zijn. Ook benadrukt Drijfhout dat de gevolgen in Afrika of Azië groot kunnen zijn.
Bij ons zou het dus kouder worden, maar daar juist nog warmer met verschuiving en afname van tropische moessonregens: met opvolgende problemen voor bijvoorbeeld de landbouw en daarmee de voedselvoorziening.
In Europa kan de landbouwopbrengst met ongeveer 30 procent afnemen. Rahmstorf stelt dat er ook rekening mee moet worden gehouden dat de klimaatmodellen het risico nog onderschatten. "Deze standaardmodellen houden over het algemeen nog geen rekening met het extra zoet water afkomstig van het ijsverlies op Groenland."
Daarom is het volgens hem cruciaal om de uitstoot snel te verlagen, die vooral wordt veroorzaakt door de verbranding van de fossiele brandstoffen olie, steenkool en gas. "Het vermindert het risico op een AMOC-stop aanzienlijk, ook al is het te laat om deze volledig te elimineren."