Veiligheid vloeren: grondig onderzoek bij 100 tot 150 gebouwen
Een vergelijkbare vloerconstructie als die waardoor in mei op Eindhoven Airport een parkeergarage in aanbouw instortte, is toegepast in 100 tot 150 gebouwen verspreid over heel Nederland. Die worden de komende tijd stuk voor stuk onderzocht.
Dat zegt Paul Rijpstra, voorzitter van de Vereniging Nederlandse Constructeurs, tegen RTL Nieuws. Het aantal vloeit voort uit een eerste analyse 'op de tekentafel', waarbij 600 gebouwen zijn onderzocht. Dat gebeurde op basis van tekeningen en constructieberekeningen.
Scheuren en verzakkingen
Het komende onderzoek neemt per gebouw twee tot vier weken in beslag. Daarbij worden monsters geboord uit de betonnen vloerplaten. Ook wordt gekeken naar scheuren en verzakkingen. Het zijn vooral ziekenhuizen, scholen en kantoren die mogelijk door dezelfde constructiefout zijn getroffen. De gebouwen zijn opgeleverd sinds 1999, toen de constructie voor het eerst werd toegepast.
Meerdere gebouwen zijn al gesloten toen bleek dat ze mogelijk onveilige vloerconstructies hebben. Gebouw X van hogeschool Windesheim in Zwolle, opgeleverd in 2010, was al gesloten maar blijft mogelijk nog maanden dicht, en ook het Polak-gebouw van de Erasmus Universiteit Rotterdam, dat in 2015 in gebruik werd genomen, werd gesloten. Vandaag kwam daar een deel van een gebouw van de Pabo in Enschede bij.
Dunne betonplaten
In de gebouwen is een zogeheten breedplaatconstructie gebruikt waarbij relatief dunne betonplaten worden verwerkt. De in de fabriek gemaakte platen moeten een ruwe bovenkant hebben, omdat er ter plekke nog een dikke laag beton op wordt gestort: die moet zich aan de ruwe bovenkant hechten. Maar in Eindhoven waren gladde breedplaten gebruikt. Omdat het gestorte beton zich niet goed aan die laag hechtte, stortte de parkeergarage in.
Van gebouw tot gebouw wordt de komende tijd onder meer beoordeeld of de hechting tussen de platen en de laag beton voldoende is. Daarna moet worden gekeken of herstel mogelijk is of dat het gebouw moet worden gesloopt.
Gemeenten moesten inventariseren
In september, nadat een rapport was verschenen over het instorten van de parkeergarage in Eindhoven, droeg het ministerie van Binnenlandse Zaken alle gemeenten op te bekijken hoeveel gebouwen door de constructiefout getroffen zouden kunnen zijn.