Vaker dan ooit wonen mensen alleen: nu al 3 miljoen Nederlanders

Steeds vaker wonen mensen alleen. Inmiddels delen zo'n 3 miljoen Nederlanders, 17,4 procent van de bevolking, hun huis met niemand. De enigen die minder vaak alleen wonen zijn zeventigers en tachtigers.
Tien jaar geleden vormde 15,7 procent van de Nederlanders alleen een huishouden, inmiddels wonen bijna 3 miljoen Nederlanders, 17,4 procent van de bevolking, alleen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
Het aantal alleenwonenden stijgt al sinds de jaren zeventig en zal naar alle waarschijnlijkheid ook de komende jaren blijven stijgen. Het CBS denkt dat in 2035 maar liefst 3,6 miljoen Nederlanders alleen wonen.
Minder alleenwonende zeventigers en tachtigers
Hoewel de kans om alleen te wonen het grootst is onder zeventigers en tachtigers, is het aantal senioren dat alleen woont in de afgelopen tien jaar toch gedaald. In 2008 woonde 37 procent van alle zeventigers en tachtigers alleen, nu is dat 33 procent.
Die daling komt doordat senioren langer leven en daardoor pas op een hogere leeftijd achterblijven na het overlijden van hun partner. Ook verhuizen ze op latere leeftijd naar een zorginstelling (waar ze niet als alleenwonende tellen).
Het aantal alleenwonenden is vooral sterk toegenomen in de studentensteden Delft en Maastricht. Dat komt door de toestroom van buitenlandse studenten en omdat jongeren pas op latere leeftijd gaan samenwonen.