Geen huisarts voor duizenden mensen met een beperking
Duizenden mensen met een beperking hebben geen huisarts of dreigen hun huisartsenzorg kwijt te raken. De artsen zeggen dat ze niet toegerust zijn om deze patiënten, die complexe zorg nodig hebben, te helpen.
Er zijn in Nederland zo'n 70.000 mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking die in een instelling wonen. Van hen heeft 5000 geen huisarts, bij nog eens 8000 dreigt de huisarts binnenkort weg te vallen.
Brief en manifest
Daarvoor waarschuwen Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), de koepelorganisatie van instellingen in de gehandicaptenzorg, en Ieder(in), de belangenvereniging voor mensen met een beperking. De organisaties hebben een brief en manifest gestuurd naar minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. Daarmee willen ze zijn aandacht vestigen op dit probleem.
Mensen met een beperking kunnen voor zorg die direct verband houdt met hun beperking terecht bij speciale artsen die gespecialiseerd zijn in de zorg voor mensen met een beperking. Die werken vaak in de instelling waar deze patiënten wonen. Maar voor gewone basiszorg, zoals een griepje, moeten ze naar een gewone huisarts.
Kleinschaligere instellingen
Eerder woonden deze mensen vaak in een grotere instelling waar een huisarts in dienst was die deze zorg kon geven. Maar tegenwoordig wonen ze vaak in kleinschaligere instellingen zonder huisarts, waardoor ze voor de gewone basiszorg afhankelijk zijn van reguliere huisartsen.
Ook is er volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) een steeds groter tekort aan artsen verstandelijk gehandicapten (AVG's), verandert de rol van deze artsen en is de wet- en regelgeving rond deze zorg complex. "Daardoor neemt de druk op huisartsen en huisartsenposten toe om ook in deze zorginstellingen medische zorg te leveren."
Grenzen van hun vak
Die zeggen echter steeds vaker dat de zorg voor deze mensen te complex is en dat ze niet capabel genoeg zijn om die verantwoordelijkheid op zich te nemen. "Voor kwalitatief goede zorg moeten zij zich bewust zijn van hun kennis en kunde en de grenzen van hun vak", zegt de LHV. Huisartsen vinden het de verantwoordelijkheid van de instellingen om ook deze zorg te leveren.
Volgens VGN worden patiënten met een beperking nu geweigerd als ze zich aanmelden bij een huisarts, en worden contracten tussen huisartsen en instellingen verbroken. "De zorg is ook niet altijd eenvoudig, maar wij denken dat normale huisartsenzorg toch door huisartsen geleverd kan worden."
'Niet toegerust'
Daar is de LHV het echter niet mee eens. "Dit probleem is ontstaan in de instellingen en wat ons betreft is het ook echt een probleem van de instellingen. Er zijn ook nog steeds zat artsen die de zorg wel degelijk verlenen. Nu is het alsof wij zeggen: we willen niet. We zien de worsteling ook wel, maar feit blijft dat wij er niet op zijn toegerust."
Ook Matijn Coret van de Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten snapt het probleem van de huisartsen. "Het is een heel lastige situatie. Iedereen wil wel zorg leveren, maar dat is moeilijk. Huisarts en AVG zijn echt twee verschillende beroepen en je begeeft je al snel op het terrein van de ander."
Kennis ontbreekt
"Wij hebben de kennis niet die nodig is voor huisartsenzorg, maar zij hebben de kennis niet die nodig is voor zorg aan mensen met een verstandelijke beperking." Coret vindt dat het probleem niet alleen ligt bij de huisartsen of bij de AVG's, maar dat ook moet worden gekeken naar de manier waarop de zorg voor deze mensen is ingericht.
De huisartsen zeggen in gesprek te willen gaan met de VGN en Ieder(in), om samen te zoeken naar een oplossing. "We willen dat deze groep goede zorg kan krijgen."