Hoe verliep de lockdown voor het studentenhuis met 31 bewoners?

Noa woont met dertig studenten in een oud asielzoekerscentrum in Amsterdam. RTL Nieuws sprak met hem tijdens de eerste week van de lockdown eind maart, en vraagt zich nu af hoe het grote gezelschap zich de afgelopen weken staande heeft gehouden.

Hechtere groep

Noa geeft de voorbije periode 'een ruim voldoende'. De groep is een stuk hechter geworden, zegt hij. "Voor veel mensen was de lockdown juist wat eenzamer, maar daar was bij ons in huis geen sprake van."

De 31 studenten sportten onder aanvoering van één van de huisgenoten in de tuin, hielden een wekelijkse filmavond en speelden aan de lopende band bordspellen. "Er was genoeg gezelligheid. Ik kon mij geen betere plek wensen om deze periode door te brengen."

De Amsterdamse studenten waren zich er ondanks de gezelligheid van bewust dat hun huis zomaar een brandhaard zou kunnen worden. Want met zoveel mensen dicht op elkaar kan het virus snel om zich heen grijpen. "Gelukkig is niemand besmet geraakt. We hebben wel wat mensen gehad die zich ziekjes voelden en uit voorzorg in kamer-quarantaine zijn gegaan. Maar na een of twee dagen waren zij weer klachtenvrij."

Visite beperken

Het was voor de groep in het begin zoeken naar structuur. Want hoe zorg je er met 31 studenten voor dat er bijvoorbeeld niet te veel bezoek langskomt en dat iedereen aan zijn of haar hygiëne denkt? Het advies van het RIVM richtte zich vooral op gezinnen, niet op grote studentenhuizen.

"Dat was soms moeilijk te organiseren", vertelt Noa daarover. "Over het algemeen hebben we binnenshuis ook iets losser geleefd dan de regels voorschreven. Maar we hebben onze verantwoordelijkheid genomen door alleen naar buiten te gaan voor de essentiële dingen, en visite zo veel mogelijk te beperken."

Eén vaste bezoeker

Zo was de regel dat iedere bewoner maximaal één vaste bezoeker mocht hebben. Meestal het 'vriendje of vriendinnetje van'. "Dat was vooral bedoeld om de gemeenschappelijke ruimtes niet te druk te laten worden. Want wat je op je eigen kamer doet, moet je zelf weten."

Dat leverde volgens Noa opmerkelijke taferelen op. "Ik heb mijn vriendin een tijdje via mijn kamerraam naar binnen geloodst. En de vuistregel voor veel bezoek was: plassen doe je buiten." Omdat de studenten op een groot terrein in Amsterdam wonen, zorgde dat niet voor overlast.

Toch kleefde er een groot nadeel aan de lockdown. Een nadeel dat voor bijna al Noa's huisgenoten gold. "De meesten hebben de afgelopen maanden maximaal moeten bijlenen om de huur te betalen en rond te komen."

'Overheid heeft verzaakt'

Veel van Noa's huisgenoten verdienen hun geld als zzp'er of in de horeca. Hijzelf ook. En die inkomsten zijn grotendeels weg door de coronacrisis. "Ik werk als freelance tourguide en loop veel geld mis nu. Als student kom je niet in aanmerking voor tegemoetkomingen en moet je dus bijlenen. In mijn ogen heeft de overheid daarin best verzaakt."

Hij had liever gezien dat ook studenten een beroep hadden kunnen doen op bijvoorbeeld de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). "Nu is onze studieschuld behoorlijk gestegen."

'Totaal onverantwoord'

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) vindt het zorgwekkend dat veel studenten nu genoodzaakt zijn geld te lenen bij de overheid. Voorzitster Alex Tess Rutten zag op het meldpunt van de LSVb in samenwerking met FNV jong veel meldingen van studenten die zich zorgen maken over hun toenemende studieschuld. 

"Het is totaal onverantwoord wat er met de jonge generatie gebeurt", vertelt ze. "Een schuld van enkele tienduizenden euro’s is niet meer uitzonderlijk. Jonge mensen beginnen daardoor later aan mijlpalen als een gezin starten en een huis kopen. Hun startpositie is behoorlijk slecht."