'Digitaal behandelen? Liever niet, zeggen psychiaters en psychologen'

Door de coronacrisis zien psychiaters en psychologen hun patiënten niet meer in het echt. Dat bevalt ze slecht, blijkt uit een groot onderzoek. Veel behandelaren stoppen liever met de digitale behandelingen, maar verzekeraars denken daar anders over.
Dat schrijft NRC op basis van een onderzoek van het UMC Utrecht onder bijna zeshonderd psychologen en psychiaters. Dat onderzoek werd gisteren in het Tijdschrift voor Psychotherapie gepubliceerd.
Slechts een op de honderd behandelaren heeft liever contact via een videoverbinding dan in het echt. De overgrote meerderheid van psychologen en psychiaters zit 'simpelweg niet te wachten' op digitale behandelingen, zo stellen de onderzoekers. Dat komt ook omdat bepaalde behandelmethoden niet via de telefoon of computer toe te passen zijn.
Grote verzekeraars
Toch willen grote verzekeraars volgens het NRC dat meer dan 15 procent van de ggz-zorg straks digitaal wordt verleend. "Digitalisering is een belangrijke oplossing om zorg toegankelijk te houden", zegt een woordvoerder van zorgverzekeraar CZ bijvoorbeeld tegen de krant. Het liefst zien ze dat psychiaters en psychologen een deel van de behandelingen in levenden lijve en een deel per videoverbinding doen.
Jim van Os, onderzoeker van het UMC Utrecht én hoogleraar psychiatrie, heeft zijn twijfels bij die aanpak. Digitaal behandelen voelt 'als een sprong in het diepe', zegt hij tegen de krant. Ook vraagt hij zich af voor wie digitaal behandelen wél zin heeft. Voor zwaardere en ingewikkelde gevallen baat het in ieder geval niet, stelt Van Os.
Patiënten niet erg positief
Patiënten lijken zelf ook niet erg positief over digitale behandelingen. Zo concludeerde het Trimbos-instituut vorige maand nog dat bijna de helft van de psychiatrische patiënten niet tevreden is over de vorm van contact tijdens de crisis.