'Trouwstoetmepper' Rotterdam krijgt jaar cel en verplichte behandeling in kliniek

De 26-jarige Shahid B. is veroordeeld tot 18 maanden cel waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor het knock-out slaan van een agent, toen die ingreep tegen een overlastgevende trouwstoet in Rotterdam. Ook moet hij zich na z’n celstraf laten opnemen in een kliniek voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Daar moet hij zich laten behandelen.
B. sloeg op 30 augustus een agent hard op zijn achterhoofd op de Westzeedijk in Rotterdam. Het incident werd gefilmd en zorgde voor veel beroering.
Overlast
De verdachte Shahid B. is de broer van de bruid voor wie op 30 augustus vorig jaar een lawaaiige trouwstoet door het centrum van Rotterdam trok, die veel overlast veroorzaakte. De politie moest optreden omdat feestvierders onnodig toeterden, op autodaken zaten, asociaal reden en het overige verkeer hinderden.
B. zou de agent zo hard hebben geslagen, dat deze korte tijd het bewustzijn verloor. Hij kan nog steeds niet volledig werken.
B. zei eerder voor de rechtbank dat hij de agent van achteren een klap gaf 'tussen zijn oor en zijn schouder' omdat hij het 'onrecht' vond dat de trouwstoet van zijn zus en zwager aan de kant was gezet.
Voortvluchtig
Nadat hij de agent had neergeslagen, sloeg B. op de vlucht. Ook de trouwstoet ging ervandoor. De mensen in de trouwstoet wisten wie de klap uitdeelde, maar weigerden te vertellen wie.
Het duurde tot 9 oktober voordat B. werd aangehouden, die zich onder een bed had verstopt. B. stuurde De Jonge, die mogelijk blijvend hersenletsel aan de klap heeft overgehouden, na zijn aanhouding een excuusbrief.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Eis OM
Het Openbaar Ministerie had achttien maanden cel en tbs met voorwaarden tegen de Rotterdammer geëist. Volgens justitie was B. al vele malen eerder de fout in gegaan en verprutste hij het telkens weer. Het OM eistte ook dat B. een eerder voorwaardelijk opgelegde celstraf van een jaar gaat uitzitten, omdat hij met de mishandeling van de agent in zijn proeftijd weer een misdrijf heeft begaan.
De agent heeft tijdens de rechtszitting twee weken geleden gezegd dat hij 'eigenlijk medelijden' heeft met zijn aanvaller. B. heeft op zijn beurt tegen de agent spijt betuigd.