Marco bleef drie keer zitten, maar is nu de enige kinder-longchirurg van Nederland
Elke ochtend om 05.15 uur gaat de wekker bij Marco Schnater (50). Hij voert zijn paarden en rijdt naar het ziekenhuis. Marco, ooit een volksjongen uit Amsterdam, is de enige arts in het land die zowel long- als kinderchirurg is, een superspecialisme. Maar wie gaat hem opvolgen? "Het is moeilijk de juiste persoon te vinden."
De lichten op de gang van de afdeling kinderchirurgie van het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam zijn uit. Alleen het aquarium bij de balie is verlicht. Het is stil. "Het is tijd voor het middagslaapje", zegt Marco Schnater. Hij heeft een rustige stem met licht Amsterdams accent, een vriendelijk gezicht met ronde bril.
Het is een man bij wie kinderen zich meteen op hun gemak voelen. Marco is niet alleen kinderchirurg, hij is ook directeur van het Kinderthoraxcentrum, onderdeel van het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis. Baby’s, peuters, basisschoolkinderen en tieners uit het hele land komen hier met aandoeningen aan hun hart, longen, luchtwegen of slokdarm.
"Alle specialismen werken hier samen als één hecht team. Van chirurgen, verpleegkundigen tot fysio’s. Dat is uniek in Nederland, en in Europa."
Levenslang op controle
Ongeveer twintig keer per jaar komen hier patiëntjes met een zeldzame longafwijking. Soms leert Marco ze al kennen voordat ze zijn geboren. "We begeleiden ouders al die bij de twintigwekenecho horen dat er iets niet goed is met de longen van hun baby."
Sommige kinderen ziet hij opgroeien. "Baby’s die binnenkomen met een ernstige afwijking, volgen we jaren. Als de kinderen achttien zijn, worden ze overgedragen naar de volwassenzorg. Sommigen blijven levenslang in het ziekenhuis voor controle." Het centrum is het enige in Europa en waarschijnlijk wereldwijd, die deze levensloopzorg biedt.
Iedere patiënt herinneren
Bijna alle patiëntjes die bij Marco op de operatietafel hebben gelegen, kan hij zich herinneren. Pas nog werd er een heel ziek patiëntje geboren dat zelfs met hulp van een beademingsmachine niet genoeg lucht kreeg.
"We hebben hem aangesloten op een hart-longmachine (ECMO) voor kinderen, die neemt de functie van het hart en de longen tijdelijk over. De hart-longmachine gebruiken we vaker bij kinderen, maar bij een aangeboren longafwijking bij baby's is dit eigenlijk nooit nodig. Nu wel, dat is uitzonderlijk."
"Ik weet alles nog van deze baby: de operatie, de uitslag van de patholoog, het natraject. Het hele dossier zit in mijn hoofd. Maar veel kinderen zitten in mijn geheugen. De aandoeningen zijn vaak zo zeldzaam, die onthoud je wel."
Drie hoog achter
Dat Marco een super gespecialiseerde chirurg zou worden, was niet vanzelfsprekend. Zijn vader had een eigen drukkerij, zijn moeder was naaister. Hij groeide 'op drie hoog achter' in Amsterdam op. In de Staatsliedenbuurt, in zijn jeugd een arbeiderswijk. "Het waren kleine huisjes en in de buurt was veel problematiek."
Begin jaren ‘80 domineerden krakers de wijk. Heroïneverslaafden woonden naast handelaren. Er was veel werkloosheid en armoede. De ouders van Marco verhuisden daarom naar Amsterdam Zuid.
Maar ook in huize Schnater was de nodige sociale problematiek. Zijn ouders gingen scheiden toen hij vijftien was. Marco en zijn zus gingen met zijn moeder mee. Die scheiding vond hij lastig. Op school ging het dan ook niet goed. Hij bleef drie keer zitten in de vierde klas van het vwo. "Ik vond veel dingen interessant, maar school niet zo."
Werken bij de groenteboer
Hij speelde liever gitaar in de schoolband, dan dat hij in de klas zat. En hij spijbelde veel. "Toch stimuleerde mijn moeder me om te blijven leren en iets van het leven te maken."
Dat kwartje viel wel pas op zijn achttiende. "Ik had allerlei bijbaantjes. Ik bracht de post rond, werkte lang bij de groenteboer en voor verschillende bouwbedrijven. Na het zoveelste baantje dacht ik: is dit het nou?"
Geneeskunde bij toeval
Dus hij spaarde, ging op zichzelf wonen en haalde op zijn twintigste zijn vwo-diploma. Een decaan adviseerde hem zich aan te melden voor de studie geneeskunde. Hij werd ingeloot. "Maar ik had een pretpakket op het vwo, alle talen, geschiedenis, economie. Geen natuur- en scheikunde."
Wat volgde was 'het zwaarste jaar van zijn studie'. Overdag werkte hij bij de groenteboer, 's avonds kreeg hij les, in het weekend maakte hij zijn huiswerk. Na een jaar haalde hij de examens die hij nodig had voor de geneeskunde-opleiding. "Die studie vond ik relatief eenvoudig, vergeleken met het jaar ervoor."
'Opereren op kinderen is echt anders'
Marco koos uiteindelijk voor chirurgie, snijden, met zijn handen werken. Naast de opleiding deed hij een promotieonderzoek naar een zeldzame vorm van leverkanker bij kinderen. En oh ja, hij deed ook nog een specialisatie vaatchirurgie. "Ik heb lang getwijfeld welke richting ik op wilde. Kinderchirurg stond hoog op mijn lijstje, toch koos ik uiteindelijk voor de thorax, de borstkas. Daar liggen alle vitale organen. Super interessant."
Dat hij die richting op ging, heeft ook te maken met het ziekenhuis waar hij toen werkte. Daar werkten al zeven vaatchirurgen. Zijn voorganger leidde hem intern op tot longchirurg. Jaren opereerde hij volwassenen. En af en toe kinderen. Dat werden er steeds meer.
"Kinderen opereren is echt anders. De technieken zijn anders en de instrumenten zijn natuurlijk kleiner. Kinderen helpen is fantastisch. Ze zijn altijd eerlijk en puur, what you see is what you get. Kleine kinderen zijn de ene dag heel erg ziek en kunnen de volgende dag weer door de gang lopen. En ik vind het een sport om zo te communiceren dat het kind mij begrijpt en andersom."
Hij opereerde ook kinderen die op de wachtlijst van het Sophia Kinderziekenhuis stonden. "Toen zij me daar uiteindelijk een baan aanboden, heb ik niet lang getwijfeld. Ik ging 1,5 jaar in opleiding om mijn deelcertificaat kinderchirurg te halen. Terug de opleiding in voelde niet als een stap terug, ik wist waarvoor ik het deed. Onderdeel uitmaken van het Kinderthoraxcentrumteam is een feestje."
Antwerpen, Brussel, Londen
Sindsdien is hij de enige chirurg in Nederland die gespecialiseerd is in longen én in kinderen. Hij begeleidt chirurgen in Antwerpen en Brussel met operaties en vloog voor corona twee keer per maand naar het gespecialiseerde kinderziekenhuis Great Ormond Street in Londen om onder de hoede van een hart-longchirurg zijn expertise nog verder te ontwikkelen.
"In Rotterdam zijn er zo’n twintig zeldzame longaandoeningen per jaar. Dit zijn niet voldoende operaties om bekwaam te blijven. In Londen komen patiënten uit de hele wereld voor een behandeling. Daar kan ik nog veel leren."
Marco wil kinderen met zeldzame longziektes die nu naar Londen moeten voor een specialistische operatie in Nederland helpen. Hij wil zelfs dat andere kinderen uit Europa naar het gespecialiseerde team van het Kinderthoraxcentrum in het Sophia kinderziekenhuis komen, omdat ze in hun eigen land de middelen of expertise niet hebben.
Uitzonderlijke combinatie
Er is alleen één probleem met zijn plannen: de combinatie kinder- en longchirurgie is geen gewone combinatie. Doordat weinig chirurgen deze combinatie kennen, zijn er wereldwijd maar een paar superspecialisten, zoals Marco en zijn collega in Londen, die de specialistische operaties kunnen doen.
"Dat is de fragiliteit van het systeem. Ik probeer soms de arts in Londen te ondersteunen en hij mij, maar we hebben meer 'combinatiespecialisten' nodig. Ons doel is om het stokje uiteindelijk over te dragen aan jongere chirurgen die deze combi ook ambiëren."
Het liefst zou Marco één iemand klaarstomen in een soort meester-gezel-systeem, net als schildergrootheden vroeger deden. "Maar het is moeilijk de juiste persoon te vinden. In de chirurgie kun je je specialiseren met deelcertificaten. Ik heb het deelcertificaat longchirurgie en kinderchirurgie."
Er zijn in Nederland ongeveer 35 kinderchirurgen en niemand heeft de longen als mede-specialisatie. "Ik zoek iemand die mij kritisch kan bevragen, die me ondersteunt en mij uiteindelijk aanvult en overneemt. Dat zou mooi zijn."
Vooralsnog is die persoon niet gevonden. Dus werkt Marco in de tussentijd verder aan een andere droom: een landelijk registratiesysteem voor kinderen met een aangeboren longafwijking. "In Nederland wordt niet bijgehouden hoeveel aangeboren longafwijkingen er per jaar zijn en welke arts de kinderen behandelt. Dat is er wel voor kinderen met bijvoorbeeld slokdarm- of middenrifproblemen, maar niet met longproblemen."
Opereren of niet?
Voordat Marco met pensioen gaat, wil hij ook antwoord op een heel belangrijke vraag: "Moeten we kinderen met een aangeboren longafwijking wel of niet meteen opereren?"
Lijkt een simpele vraag, toch? "Maar we komen er met z’n allen niet uit. Er zijn twee kampen: de ene arts opereert altijd, de ander alleen als het kind klachten krijgt. Het is maar net in welk ziekenhuis je als patiënt komt. Ik behoor tot de laatste groep. Natuurlijk houden we de kinderen die nu nog geen klachten hebben, maar die wel zouden kunnen krijgen, goed in de gaten. Zij hebben wat aan een operatie op jonge leeftijd, voor de anderen is een operatie niet nodig."
Europese samenwerking
Met zijn promovendi werkt hij hard aan de vraag wat de beste behandelmethode voor deze kinderen is. Met zijn team wordt nu een Europese samenwerking opgezet. Verschillende artsen gaan 166 kinderen jarenlang volgen. De ene helft wordt geopereerd, de andere niet.
Dit klinkt misschien onethisch, maar dat is het volgens Marco niet. "De ene helft van de artsen opereert nu al meteen, de ander niet. Dus daar is niks geks aan. De studie is Europees opgezet, want met die twintig kinderen per jaar in Rotterdam alleen, duurt het even voor we resultaat hebben."
'Als je hard werkt, krijg je dingen voor elkaar'
Opereren, vergaderen, onderzoeken begeleiden, meekijken met andere chirurgen en plannen schrijven voor het Kinderthoraxcentrum; net als op de middelbare school en tijdens zijn studie is Marco met verschillende dingen tegelijkertijd bezig. "Ik werkte en leerde, zo deed ik het mijn hele studie. Dat doe ik nu ook als specialist. Als twintiger moest ik mijn zaken zelf al regelen. Ik leerde dat als je hard werkt, je dingen voor elkaar krijgt. Dat was vroeger zo en dat geldt nu nog."
Toch kan Marco zijn werk makkelijk loslaten als hij thuis komt. "Dat is niet zo moeilijk. Drie jaar geleden ging onze oudste zoon uit huis en kochten mijn vrouw en ik een idyllische boerderij aan de rand van de Betuwe. De boerderij is klein, het land groot."
Samen de bossen in
Elke ochtend gaat om 05.15 uur de wekker. Dan staat Marco of zijn vrouw - het is maar net wie er wakker is - op om de paarden te voeren. Daarna stapt hij in de auto naar het ziekenhuis.
In de avonden en de weekenden klust hij een beetje op het land. Hij onderhoudt de fruitbomen, verzorgt de paarden - 'Mijn vrouw is daar wat fanatieker in' - of gaat een stukje rijden. "De boerderij ligt aan een bosrand. Deze winter heb ik niet gereden, maar als het mooier weer wordt, gaat het weer kriebelen en gaan mijn vrouw en ik ongetwijfeld samen de bossen in."
Marco's leven is druk en intensief, maar hij kan redelijk efficiënt zijn werk doen en zijn vrije tijd indelen. "Dat moet ook wel. Ik wil het nog even volhouden. Mijn werk is nog lang niet klaar."
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.