Holocaustoverlevende herkent zichzelf op beelden deportatie: 'Ik ben dat jongetje'
Een holocaustoverlevende heeft zichzelf herkend op filmopnames van Kamp Westerbork uit 1944. Op de beelden, vandaag precies 77 jaar geleden gemaakt, is te zien hoe de dan 3-jarige Marcus Degen wordt weggevoerd naar concentratiekamp Bergen-Belsen. "Het voelt als een erkenning. Ik ben dat jongetje achter dat glas."
Hij is maar twee seconden in beeld, maar Marcus Degen (80) is ervan overtuigd dat hij het is. Ook zijn vrouw, zoon en schoondochter zien de gelijkenissen. "Je kunt het niet voor 100 procent zeggen, maar wel voor 98 procent", zegt Degen aan de telefoon vanuit Amstelveen.
Vorig jaar kreeg hij opeens contact met twee 'heren'. Ze wilden hem een film laten zien. Een film gemaakt in Kamp Westerbork in 1944. Het vermoeden bestond dat hij als 3-jarige daarop te zien was, samen met zijn moeder en zusje.
Die heren waren Koert Broersma en Gerard Rossing. Twee onderzoekers. Zij vertelden dat zij begin jaren 90 een film hadden bestudeerd over Westerbork. In de video is onder andere te zien dat een meisje angstig door de wagondeuren kijkt, een wereldberoemd beeld. Mede door het onderzoek van dit duo kon de identiteit worden achterhaald: dit moest het Romameisje Settela Steinbach zijn, ontdekte journalist Aad Wagenaar.
Ook werd de identiteit van een andere vrouw in de video gevonden. Zij wordt in een soort kruiwagenbrancard voortgeduwd: Frouwke Kroon, een 61-jarige uit Appingedam. Anonieme mensen kregen zo een gezicht.
Inmiddels zijn we drie decennia verder én wijzer. Met de nieuwste technieken zijn de beelden gerestaureerd en gedigitaliseerd en daardoor konden onderzoekers nóg negen mensen identificeren.
Film is uniek
De aandacht gaat nu vooral naar de identificaties, maar aanvankelijk waren de schrijvers vooral op zoek naar de achtergronden van deze film. Waarom is die gemaakt, door wie en hoe?
De film werd gemaakt door kampgevange Rudolf Breslauer in opdracht van de SS-commandant van het kamp, Albert Konrad Gemmeker.
Gemmeker zou bang zijn geweest om naar het Oostfront gestuurd te worden omdat Westerbork zijn doel als doorgangskamp had verloren. In het voorjaar van 1944 was al 90 procent van de joden uit Nederland gedeporteerd. Met de film wilde hij volgens Broersma aan zijn bazen laten zien dat Westerbork nog steeds belangrijk was als werkkamp.
Buiten zijn opdracht
Kampgevangene Breslauer filmde niet alleen het werkkamp, maar ook drie transporten van Joden: twee inkomende en één vertrekkende. Mogelijk deed hij dit buiten zijn opdracht.
Dat maakt de film uniek. Er zijn volgens de onderzoekers geen andere bewegende beelden van vertrekkende deportatietreinen naar concentratiekampen in Oost-Europa bekend.
Ingekleurd
Een deel van de video is ingekleurd en gebruikt in een korte speelfilm. Met name die ingekleurde beelden waren 'dusdanig veel beter' dat het identificeren een stuk beter lukte, vertelt Broersma. "Het bleef alsnog monnikenwerk hoor. We moesten alles beeldje voor beeldje bekijken."
De schrijvers slaagden erin meer namen en geboortedata op koffers en tassen te lezen en personen te koppelen aan de namen op de transportlijsten.
Twee van de negen personen bleken nog in leven: Marcus Degen en zijn zusje Stella. "Dat is heel bijzonder na 77 jaar. De meeste mensen hebben het niet overleefd. De weinigen die het wel overleefd hebben, zijn door ouderdom niet meer onder ons."
Marcus' zus Stella woont in New York. Vermoedelijk is ook zij als 2-jarige op de beelden te zien. In het linkerraam wordt ze door iemand gedragen, mogelijk door haar vader.
'Ik loop er niet voor weg'
Of hij het moeilijk vindt om de beelden terug te zien? Nee, zegt de 80-jarige Degen. Films over de oorlog neemt hij altijd 'rustig in zich op'. "Ik loop er niet voor weg." Ook niet voor deze beelden. In tegendeel. Hij is blij dat hij nog de kans krijgt om zijn verhaal te vertellen. "Die kans krijg ik nooit meer."
De familie Degen werd op 19 mei 1944 afgevoerd naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Zijn vader werd vermoord, zijn moeder tewerkgesteld. De kleine Marcus en zijn 2-jarige zusje werden aan hun lot overgelaten. Dat zij nog leven, hebben ze te danken aan verpleegsters die hen in de barakken verstopten.
Gewone trein
Zijn moeder, die de oorlog wist te overleven dankzij een gevangenenruil met Zweden, sprak zelden of nooit over de oorlog. Marcus Degen wist wel dat hij naar Bergen-Belsen is vervoerd. "Maar nu pas zie ik hoe dat allemaal is gegaan. Ik heb er nu een beeld bij. Ik heb altijd treinen in de oorlogsfilms zien rijden. Dat waren altijd veewagons. Maar ik zag dat ik in een gewone trein zat, met ramen. Dat heb ik nooit geweten."
Nog iets wat opvalt in de film: de mensen lijken rustig, weinig bevreesd. Er wordt zelfs gezwaaid en er worden handen geschud. Waarom verzet niemand zich?
"Mijn vader behoorde tot de diamantgroep", zegt Degen. Daardoor bleef deportatie hem lang bespaard: de nazi’s wilden deze groep gebruiken om een eigen diamantindustrie opzetten.
"Vermoedelijk had hij gedacht dat hij niet weggevoerd zou worden. Ik ben er wel van overtuigd dat als deze mensen hadden geweten dat ze naar een concentratiekamp zouden worden gevoerd, ze daar niet zo zouden lachen."
'Dit kamp was nog niet zo slecht'
De beelden zijn gemaakt als propagandafilm, nooit afgemonteerd weliswaar, maar het is wat de Duitsers wilden laten zien, zegt onderzoeker Broersma. "Ze wilden met deze film laten zien dat de mensen goed behandeld werden. Dat ze arbeid verrichtten, dat ze konden sporten, dat ze naar een cabaretvoorstelling konden gaan en dat het transport goed geregeld was."
Deels is dat waar, zegt Broersma. "Het was vrij goed geregeld allemaal. Dit kamp was niet zo slecht. Er werd niet gemoord of gemarteld. Dat was ook om de mensen zo rustig mogelijk te houden. Maar bedenk je wel: al die mensen zijn uiteindelijk in de kampen vermoord."
'Ik ben teruggekomen'
Zo zijn in de film ook beelden te zien van een twee maanden oude baby. "Die wordt binnengedragen in gewatteerde kinderwieg. Dat is één van de 13 mensen die we hebben kunnen identificeren." Die baby zou een week later omkomen in vernietigingskamp Auschwitz. Evenals de vrouw op de brancard en de maker van deze film: allemaal werden ze binnen enkele weken vermoord.
Verschrikkelijke verhalen, maar ze zijn nu niet langer anonieme personen in de film, dankzij Koert Broersma en Gerard Rossing.
"Ik kan de wereld gelukkig vertellen dat ik teruggekomen ben", zegt Marcus Degen. "De filmbeelden zijn een erkenning van het leed dat is aangedaan. De erkenning dat ik dat jongetje ben achter dat glas."