Het klimaatakkoord komt eraan: dit zijn de zes belangrijkste vragen
Morgen is het zover: dan wordt als alles goed gaat de laatste versie van het klimaatakkoord gepresenteerd. Waar gaat het over? En wat gaat het ons kosten? De zes belangrijkste vragen beantwoord.
1. Het klimaatakkoord, wat is dat ook alweer?
Klimaattop, klimaatwet, klimaatakkoord… Logisch dat het je soms begint te duizelen. Dus even heel kort: we hebben afgesproken onze CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent ten opzichte van 1990 te verlagen. Het kabinet zou zelfs het liefst een verlaging van 55 procent zien, maar alleen als andere landen in de EU zich daar ook aan committeren. In 2050 moet onze CO2-uitstoot zelfs met 95 procent verminderd zijn.
Om dat te bereiken, moeten een hoop dingen veranderen. Daarom heeft het kabinet begin dit jaar vijf klimaattafels in het leven geroepen, waaraan allerlei partijen, van overheden en bedrijven tot belangengroepen aan zijn geschoven om maatregelen te bedenken. Er is een tafel voor de industrie, voor de elektriciteitssector, voor de gebouwde omgeving (onze huizen), de mobiliteit en de landbouw. Elke tafel heeft een eigen opdracht gekregen om een aantal tonnen CO2 te besparen. Dat moet leiden tot een nationaal klimaatakkoord.
2. En dan ligt er op 21 december dus een compleet akkoord?
Niet helemaal. Ooit was het plan dat er op 1 december een akkoord zou liggen. Die verwachting is inmiddels bijgesteld naar 21 december. Dan ligt er een, zoals het nu wordt genoemd, onderhandelaarsakkoord dat nog niet is ondertekend door de partijen.
Op sommige punten is er nog geen overeenstemming bereikt, maar liggen meerdere opties om doorgerekend te worden. Die zijn vaak door de tafel zelf bedacht, maar af en toe ook voorgelegd door het kabinet.
Het onderhandelaarsakkoord wordt nog doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. Dat duurt naar verwachting een paar maanden, waarna het kabinet een definitieve beslissing moet nemen over de te nemen maatregelen. De verwachting is dat die beslissing niet voor eind mei genomen is.
3. Waarom duurt het zo lang?
Zo veel mensen, zo veel wensen. Er zitten honderden partijen aan de tafels wier belangen vaak haaks op elkaar staan. Bedrijven en milieuorganisaties zijn doorgaans niet elkaars beste vrienden. Willen ze samen op maatregelen uitkomen waar iedereen mee kan leven, dan moet er een hoop water bij de wijn gedaan worden. Dat gaat niet altijd even soepel. Zo dreigden onlangs zowel de milieuclubs als de werkgeversorganisaties weg te lopen van de onderhandelingstafel als aan hun punten niet meer voldaan werd.
En dan is er nog de rol van het kabinet zelf. Al voor de partijen aan de tafels begonnen met onderhandelen, heeft het kabinet besloten zelf de echt politieke beslissingen te nemen. Zo is het bekend dat de komende jaren de belasting op gas omhoog zal gaan, en de elektriciteitsbelasting omlaag. Maar hoeveel er geschoven gaat worden, wordt niet aan de tafels bepaald maar door het kabinet. Dat is soms lastig voor de betrokkenen aan tafel, maar helpt soms juist ook om knopen door te hakken.
4. 49 procent minder CO2, om hoeveel CO2 gaat het dan eigenlijk?
Onze totale CO2-uitstoot moet met 48,7 megaton (dat is 48,7 miljard kilogram) omlaag. En ja, dat is een hoop. Elke tafel moet iets bijdragen. Voor de gebouwde omgeving gaat het bijvoorbeeld om 3,4 mton, voor de industrie om 14,3 mton.
Om je een idee te geven: alle Nederlandse huizen samen zijn goed voor ongeveer 25 megaton CO2-uitstoot. Al het wegverkeer in Nederland stoot elk jaar 30 megaton uit. Als we allemaal elektrisch gaan rijden en al onze huizen energieneutraal maken, halen we de totale besparing ruimschoots, maar de investeringskosten worden dan torenhoog.
De vier meest vervuilende industrieën in Nederland, de ijzer- en staalindustrie, de raffinaderijen, petrochemie en de kunstmestindustrie, stoten samen jaarlijks samen zo’n 32 megaton CO2 uit.
5. Zijn de maatregelen straks verplicht?
Niet allemaal. Maar de gevraagde vermindering van 49 procent CO2-uitstoot is hard. En er zijn dingen die echt moeten. De belangrijkste: in 2030 moeten 1,5 miljoen Nederlandse huizen aardgasvrij zijn. In 2050 geldt dat voor alle 7,2 miljoen huizen. Omdat we van het gas af gaan, moeten onze woningen beter geïsoleerd worden en op een andere manier verwarmd.
Maar dit gaat allemaal niet van vandaag op morgen gebeuren. We hebben nog tot 2050. Het kabinet wil graag dat gemeenten per wijk de huizen gaan verduurzamen. Daarvoor krijgen ze extra geld. Huiseigenaars moeten dan wel de keuze hebben om meteen mee te doen, of pas later maatregelen te nemen.
Wijken die gemakkelijk kunnen omschakelen, zijn het eerst aan de beurt. "Bij de planning van wijken wordt prioriteit gegeven aan wijken waar het aardgasnet binnenkort aan vervanging toe is en waar tegen relatief lage kosten de omschakeling kan worden gemaakt", staat in een conceptakkoord dat RTL Nieuws heeft ingezien.
Ook voor bedrijven worden bepaalde maatregelen verplicht. Die gaan overigens niet alle partijen ver genoeg. Zo wilden de milieuclubs en D66 graag een CO2-heffing voor bedrijven. Voor elke ton CO2 die zij zouden uitstoten, zouden ze dan een minimumprijs moeten betalen. Zo zouden ze gestimuleerd worden om te verduurzamen. Het lijkt erop dat die heffing vooralsnog alleen als stok achter de deur gebruikt gaat worden.
6. Wat gaat ons dat nou kosten?
Dat is de grote vraag die voorligt. Het gaat geld kosten, dat is zeker. Maar er is het kabinet en onderhandelende partijen veel aan gelegen om het voor iedereen zo betaalbaar mogelijk te houden.
In conceptdocumenten wordt bijvoorbeeld gesproken over een 'nationaal programma verduurzaming woningen' dat in het leven wordt geroepen. Bronnen in Den Haag stellen dat daar de komende jaren miljarden naartoe zullen gaan. Wie zijn huis beter wil isoleren, kan daar subsidie voor krijgen en het kabinet wil de wet aanpassen om 'gebouwgebonden financiering' mogelijk te maken. Met gebouwgebonden financiering neem je een lening die niet aan jou als persoon (zoals bijvoorbeeld bij je hypotheek het geval is), maar aan je huis gebonden is. Die lening heeft dan een looptijd van 30 jaar, maar als jij voor die tijd verhuist, neemt degene die je huis koopt de lening daarbij over.
Voor mensen die moeilijk aan een lening kunnen komen, denkt het kabinet aan een speciaal financieringsfonds. Daarbij geldt dat de kosten van de lening nooit hoger mogen worden dan het geld dat je bespaart op je energierekening door te verduurzamen.
Ook als je de komende jaren een elektrische auto wilt aanschaffen, kun je rekenen op flink wat subsidie. In een conceptakkoord dat RTL Nieuws eerder inzag werd gesproken over een subsidie van 6000 euro voor wie een nieuwe elektrische auto aanschaft. Ook voor wie een tweedehands elektrische auto wil kopen, komen er subsidies.
Maar duidelijk is: zelfs met allerlei subsidies, zullen sommige dingen gewoon geld gaan kosten. Dat gaan we allemaal voelen. Hoe de kosten precies verdeeld gaan worden, blijft voorlopig onduidelijk. Alles zal afhangen van de doorrekeningen die de planbureaus gaan maken. Als daaruit blijkt dat de verdeling van de kosten toch wel erg scheef is, moet opnieuw onderhandeld worden. Het is wel de vraag of de klimaattafels daar dan opnieuw bij betrokken worden.