Kabinet werkt aan versoepeling maatregelen, hoogste prioriteit onderwijs en kinderopvang
Het kabinet werkt aan voorbereidingen om de coronamaatregelen na 28 april geleidelijk te versoepelen. De meeste urgentie krijgen het onderwijs en de kinderopvang.
Alle ministeries moeten protocollen opstellen over hoe sectoren 'geleidelijk geopend kunnen worden'. Dat staat in een verslag van het overleg van topambtenaren in handen van de politieke redactie van RTL Nieuws.
Flexibiliseren maatregelen
"Er wordt gewerkt aan flexibilisering van maatregelen", is te lezen. Die maatregelen zullen dan voor advies worden voorgelegd aan de medische experts die verenigd zijn in het Outbreak Management Team, OMT.
Scholen en kinderopvang krijgen de hoogste prioriteit en hebben de meeste urgentie, staat in het verslag. Daarna is het 'goed denkbaar' dat restaurants, bioscopen en sportscholen geleidelijk geopend kunnen worden.
Insiders benadrukken dat een eventuele versoepeling afhankelijk is van de situatie in de gezondheidszorg en een afname van het aantal coronabesmettingen.
Andere sectoren
Voor sectoren die niet door de overheid zijn gesloten, moeten de ambtenaren protocollen ontwikkelen zodat in die sectoren veilig kan worden gewerkt. Ook voor veilig samenleven zijn regels in de maak, blijkt uit het verslag. Op die manier moet de anderhalvemetersamenleving vorm krijgen.
De huidige maatregelen gelden tot 28 april. Een week voor die datum, op 21 april, wil het kabinet definitief besluiten over de flexibilisering. De eerste voorstellen worden morgen besproken op het Catshuis. Sinds het begin van de crisis organiseert het kabinet daar regelmatig 'benen-op-tafel-sessies'.
Apps
Uit het verslag blijkt ook dat het kabinet serieus werk maakt van regels over het (al dan niet verplicht) gebruiken van apps om de coronabesmettingen in te dammen. Er wordt gewerkt aan een wetswijziging die het delen van dat soort gegevens makkelijker moet maken. Daarover is inmiddels ook gesproken met de privacywaakhond, de Autoriteit Persoonsgegevens.
De uiteindelijke beslissing of data delen doorgaat, legt het kabinet vooralsnog bij de gemeenten. "Er moet een duidelijk verzoek liggen vanuit de veiligheidsregio's", merken de ambtenaren op.