Ondanks verzet minister

Kamer eist toch snel woningbouw in Utrechtse polder Rijnenburg

Door Ron Kragten··Aangepast:
© RTL NieuwsKamer eist toch snel woningbouw in Utrechtse polder Rijnenburg
RTL

De Tweede Kamer eist dat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken de Utrechtse polders Rijnenburg en Reyerscop toch aanwijst als locatie waar op korte termijn woningen moeten worden gebouwd. Een motie van CDA en VVD, die dat van de minister verlangt, haalde vandaag een meerderheid.

Ollongren kondigde eerder aan dat ze niet van plan is Utrecht te dwingen op korte termijn in de polders te gaan bouwen. Ze vindt dat ze goede afspraken heeft gemaakt met de stad en de provincie over de bouw van woningen in de komende tien jaar. Bovendien wees zij de Kamer op de hoge ontwikkelingskosten. De minister moet nu op korte termijn aangeven of ze toch aan de wens van de Kamer tegemoetkomt.

Windturbines

Utrecht wil in de polders windturbines en zonneparken aanleggen. Pas na 2035 komen Rijnenburg en Reyerscop ook in beeld voor woningbouw. Een studie heeft uitgewezen dat er een volwaardig stadsdeel kan komen met 30.000 tot 40.000 huizen. Ook is er ruimte voor kantoren. Voordat die woningen en bedrijfsruimten kunnen worden gebouwd, moeten forse investeringen plaatsvinden, onder meer voor ontsluitingswegen en hoogwaardig openbaar vervoer. Het gaat zeker om 3 tot 4 miljard euro.

Tot 2040 wil Utrecht vooral 'binnenstedelijk' bouwen, onder meer in de Merwedekanaalzone. Maar de Tweede Kamerleden Julius Terpstra (CDA) en Daniel Koerhuis (VVD) vinden dat ook in de polders moet worden gebouwd. Nu is er volgens hen sprake van grote woningnood. Utrecht ligt centraal en zou in Rijnenburg en Reyerscop woningzoekenden uit het hele land kunnen opvangen, als daar snel wordt gebouwd. Daarom dienden zij samen de motie in, die nu door de Tweede Kamer is aangenomen.

Boterzacht

Ook voor Utrechtse woningzoekenden is woningbouw in de polders volgens VVD en CDA noodzakelijk. De afspraken die Utrecht heeft met Ollongren over woningbouw in de komende tien jaar zijn volgens Koerhuis en Terpstra ‘boterzacht’. Van de plannen voor de periode van 2025 tot 2030 is maar 6 procent hard, ofwel al in bestemmingsplannen opgenomen.

Lees meer over
Kajsa OllongrenJulius TerpstraDaniel KoerhuisMinisterie van Binnenlandse zaken en KoninkrijksrelatiesCDAVVDGemeente UtrechtWoningmarktBouwGemeente UtrechtNederland