Inspecties gaan uithuisplaatsingen kinderen toeslagenouders onderzoeken
De uithuisplaatsing van 1115 kinderen van toeslagenouders tussen 2015 en 2020 worden onderzocht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid. De Tweede Kamer eiste een onderzoek toen het CBS in oktober het aantal uithuiszettingen van kinderen van toeslagenouders bekendmaakte.
In de toeslagenaffaire werden tienduizenden ouders ten onrechte aangemerkt als fraudeur met de kinderopvangtoeslag. Zij moesten daarom al het ontvangen geld terugbetalen. De bedragen liepen vaak op tot tienduizenden euro's.
Aftreden kabinet
Velen kwamen daardoor in de problemen en raakten huizen of auto's kwijt, zagen hun relaties sneuvelen, kregen psychische problemen of konden niet meer voor hun kinderen zorgen. Het kabinet-Rutte III trad eerder dit jaar af om de kwestie.
In oktober bleek daarnaast dat meer dan 1100 kinderen van toeslagenouders uit huis waren geplaatst. Het is niet duidelijk of dat het gevolg is van de financiële of geestelijk problemen als gevolg van de toeslagenaffaire.
Vaker dan anderen?
De inspecties zullen zich in het onderzoek richten op de vraag of de gedupeerde ouders vaker dan andere ouders te maken hebben gekregen met de jeugdbescherming. Ook wordt onderzocht of zij vaker te maken hebben gehad met een uithuisplaatsing.
Eind volgend jaar moet het onderzoek klaar zijn.
Meldpunt
In de brief van minister voor rechtsbescherming Sander Dekker aan de Tweede Kamer worden ook ondersteuningsmaatregelen voor gedupeerde gezinnen beschreven. Zo schrijft Dekker dar er maatwerk wordt aangeboden voor kinderen van gedupeerde ouders, die op dit moment nog uit huis zijn geplaatst.
Gezinnen kunnen bijvoorbeeld vragen om een herbeoordeling van de uithuisplaatsing. Ook kunnen ze vragen om hulp van gemeente en kinderbescherming bij een gemeentelijk meldpunt.