Problemen bij kinderzedenzaken: schrijnend tekort aan forensisch artsen
Er zijn zo weinig forensisch kinderartsen dat het Nederlandse Forensisch Instituut (NFI) niet meer al het onderzoek kan doen bij tieners die slachtoffer zijn van zedenmisdrijven. Externe artsen moeten bijspringen als tijdelijke noodoplossing. Glenn Tan, forensisch arts, noemt de situatie 'schrijnend en pijnlijk' en pleit voor meer bekendheid van zijn vak. "Ons werk is meer dan in lichamen snijden."
De 46-jarige Tan is één van de 175 forensisch artsen die ons land telt. "Ik doe het werk nu tien jaar. Je ziet een hoop ellende, maar ik zie vooral de mooie dingen", zegt Tan. "Je kunt er voor mensen zijn tijdens de moeilijkste momenten van hun leven. Met ons werk kunnen we oorzaken van overlijdens achterhalen en dat kan nabestaanden helpen in de verwerking. We zorgen dat daders van geweld achter de tralies verdwijnen."
CSI-beeld klopt niet
Forensisch artsen werken bij het NFI maar ook bij de GGD's. "Mensen denken bij ons vak vaak aan politieseries zoals CSI, maar het is zoveel meer", zegt Tan. Forensisch artsen doen de lijkschouw als er een vermoeden is dat iemand een niet-natuurlijke dood is gestorven, maar de artsen doen ook onderzoek bij kindermishandeling en zedenzaken. Tan: "Ik neem DNA af, doe onderzoek naar sporen en onderzoek het lichaam, juist zonder te snijden."
Er is al jaren een groot tekort aan forensisch artsen. Het team forensisch kinderartsen bij het NFI kampt nu zelfs met zo'n groot personeelstekort dat het niet meer op eigen kracht het onderzoek voor minderjarige slachtoffers in zedenzaken kan bieden, schrijft minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) in een Kamerbrief.
Schrijnend tekort
Marieke van der Molen van het NFI licht het probleem toe: "Er zijn acht artsen nodig om het onderzoek van zedenmisdrijven te doen, maar we hebben er nog maar vier." Twee forensisch artsen hadden hun opleiding afgerond maar zijn onlangs vertrokken. "Ze hebben de voorkeur gegeven aan een andere baan", zegt Van der Molen.
Het is de bedoeling dat 24/7 een arts beschikbaar is voor onderzoek naar zedenslachtoffers tot en met twaalf jaar oud. Maar vorige maand was voor deze groep ‘s avonds en ‘s nachts niet altijd een arts beschikbaar. Bij slachtoffers van 13 tot en met 15 kan het NFI voorlopig helemaal geen onderzoek meer doen.
In plaats daarvan moet een dokter van de GGD kijken, of de politie moet op zoek naar een andere arts die hiertoe bereid is.
Steeds meer zedenzaken
Het tekort is extra schrijnend want het aantal acute zedenzaken met minderjarige slachtoffers stijgt al jaren. "Het NFI voerde vorig jaar ongeveer 200 onderzoeken uit. Een verdubbeling als je het vergelijkt met vijf jaar geleden", zegt Van der Molen.
Minister Yeşilgöz betreurt 'ten zeerste dat in sommige gevallen slachtoffers langer hebben moeten wachten of dat er geen forensisch arts beschikbaar was. Het gaat hier om een zeer kwetsbare groep en ernstige feiten, waardoor het van het grootste belang is dat er adequaat onderzoek wordt verricht.'
Studie is niet in trek
Ook forensisch arts Tan vindt de huidige situatie schrijnend. "De meest kwetsbare kinderen en jongeren worden hiervan de dupe. Pijnlijk. Het is bij zedenzaken ontzettend belangrijk dat er goed en snel onderzoek gedaan wordt om de waarheid te achterhalen. Zodat we de daders kunnen oppakken en kunnen voorkomen dat ze nieuwe slachtoffers kunnen maken."
Tan studeerde geneeskunde en specialiseerde zich de jaren erna als forensisch arts. Hij doet het werk naast zijn beroep als jeugdarts bij de GGD in de regio Utrecht. "Weinig forensisch artsen doen het werk fulltime. Al gaat dat wel steeds meer veranderen."
Waarom is het niet populair?
Toch kiezen weinig geneeskundestudenten voor het vak. Hoe kan dat? "Ik denk dat er tijdens de opleiding weinig aandacht voor is. Er gaat veel meer aandacht uit naar bijvoorbeeld ziekenhuiszorg. Daardoor is er veel onduidelijkheid wat het vak precies inhoudt."
Het is een vak waar je veel ellende tegenkomt, erkent Tan. "Daar moet je absoluut tegen kunnen. Dat kun je niet echt leren, dat moet wel in je karakter zitten."
Maatschappelijke bijdrage
Hij doet bijvoorbeeld onderzoek bij mensen die een niet-natuurlijke dood zijn gestorven, denk aan moordzaken of ongelukken. Maar de artsen doen ook kindermishandelingszaken.
Je kunt een prachtige maatschappelijke bijdrage leveren, benadrukt Tan. "Je kunt er zijn voor nabestaanden doordat je helpt de reden van het overlijden te achterhalen. En je kunt slachtoffers helpen door het vinden van sporen en bewijs zodat daders achter de tralies belanden."
De kans is groot dat Tan de taken van zijn NFI-collega's over moet gaan nemen. Dat wordt een flinke klus want in zijn regio is ook al een groot tekort aan forensisch artsen. "Ik heb dan extra scholing en bijstand nodig", zegt hij. "En een structurele investering is hard nodig."
Wachten op een nieuwe lichting artsen is geen oplossing. "Dat tekort heb je niet in een paar jaar opgevuld. Dat duurt echt jaren."