Gemeenten moeten derdelanders voorlopig weer opvangen
Gemeenten moeten zogeheten derdelanders voorlopig weer dezelfde opvang en rechten geven als andere vluchtelingen uit Oekraïne. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer.
Van der Burg schrijft dat hij hiertoe genoodzaakt is omdat de Raad van State over de kwestie vragen heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De hernieuwde bescherming duurt in ieder geval totdat het hof antwoord heeft gegeven. Het is niet bekend wanneer dat gebeurt.
Juridisch gevecht
Over de derdelanders is een juridisch gevecht losgebarsten waardoor gemeenten ook niet precies meer wisten wat ze moesten. De tijdelijk opvang was begin april beëindigd maar sommige gemeenten kozen ervoor om de betrokkenen toch nog op te vangen. Andere gemeenten beëindigden wel de opvang en Van der Burg herhaalt in de brief dat zij dit rechtmatig hebben gedaan.
Derdelanders woonden met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne toen Rusland dat land ruim twee jaar geleden binnenviel. Ze vluchtten naar Europa en kregen tijdelijk bescherming.
2900 derdelanders
Ook in Nederland mochten de ongeveer 2900 derdelanders wonen, werken en studeren en hadden ze – net als andere vluchtelingen – recht op leefgeld. Het kabinet wil dat ze nu terugkeren naar hun land van herkomst, maar meerdere derdelanders hebben dat besluit aangevochten.
Hun bescherming verliep op 4 maart, waarna ze tot begin april hadden om hier asiel aan te vragen of Nederland te verlaten. Andere vluchtelingen uit Oekraïne krijgen hier wel nog steeds zonder asielaanvraag bescherming.