Deal over vroegpensioen: blijft ook na 2025 behouden voor zware beroepen
Werkgevers, vakbonden en het kabinet hebben een akkoord bereikt over een nieuwe vroegpensioenregeling. Daarmee kunnen mensen met een zwaar beroep ook na 2025 eerder met pensioen, betaald door de werkgever. De regeling wordt permanent.
Lang stonden de partijen lijnrecht tegenover elkaar. FNV dreigde met de grootste stakingen ooit om af te dwingen dat er ook na 2025 afspraken over vervroegd pensioen voor werknemers met zware beroepen zouden komen.
Toezegging
Maar na een toezegging van minister Van Hijum in een debat, dat hij in de voorstellen die vakbond FNV deed 'geen showstoppers' zag, kwamen FNV en CNV toch weer aan tafel. Sinds eind september werd er zo'n beetje wekelijks onderhandeld, soms tot diep in de nacht.
Geplande acties werden opgeschort.
Permanente regeling
De oude afspraken golden tot 2025, maar hadden eigenlijk al veel eerder verlengd moeten worden. De partijen zijn blij dat er nu alsnog een deal ligt. Belangrijk is wel dat het nog 'maar' om een onderhandelaarsakkoord gaat. De achterbannen van de vakbonden moeten hun definitieve akkoord nog geven.
Het gaat niet meer om een tijdelijke afspraak, zoals eerder. De nieuwe regeling is permanent, een belangrijke eis van de vakbonden, en wordt over drie jaar voor het eerst geëvalueerd.
De regeling geldt voor alle werknemers met een zwaar beroep en is niet gebonden aan lagere inkomens.
Hoe werkt vroegpensioen?
Werknemers met een zwaar beroep kunnen drie jaar eerder dan hun officiële pensioenleeftijd 'vervroegd uittreden', zoals dat heet. Hun werkgever betaalt dan een overbruggingsbedrag tot de pensioenleeftijd bereikt is.
Tot een brutobedrag van 30.000 euro per jaar hoeft de werkgever over dat deel van de uitkering geen belasting te betalen. Is de uitkering hoger, dan betaalt de werkgever 52 procent belasting over dat bedrag.
CAO-onderhandelingen
Voor welke beroepen de nieuwe afspraken precies gaan gelden, moet worden bepaald door werkgevers en werknemers zelf in CAO-afspraken.
Maar Van Hijum waarschuwt wel: hij wil geen run op de regeling. Als in een jaar tijd meer dan 15.000 mensen een beroep doen op vervroegde uittreding, wordt de werking van de regeling besproken. Wie nummer 15.001 is, valt niet buiten de boot, maar dat er ook in latere jaren zo veel mensen aanspraak kunnen blijven doen op vroegpensioen, is niet de bedoeling.
Bovendien vindt de minister dat de inzet moet zijn dat zo veel mogelijk mensen wél gezond doorwerken tot hun pensioenleeftijd, bijvoorbeeld door bij- of omscholing. Ook daar moeten werkgevers voor zorgen.