Vijf provincies halen aantal opvangplekken van spreidingswet
Vijf provincies hebben per 1 juli genoeg opvangplekken voor asielzoekers geregeld om aan de spreidingswet te voldoen. Het gaat om Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland en Zeeland. De zeven overige provincies halen het aantal opgedragen opvangplekken niet. In totaal moeten er 96.000 plekken gerealiseerd worden. Intussen wil het kabinet van de spreidingswet af.
Zeven provincies is het dus niet gelukt het benodigde aantal opvangplekken te realiseren. Het gaat om Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg, Overijssel en Utrecht. Het totale tekort komt neer op 7.982 opvangplekken.
Hoewel de spreidingswet effect heeft, wil het kabinet er zo snel mogelijk vanaf. Minister Marjolein Faber (Asiel) vertelt in deze video waarom:
De provincies zelf zijn wél voorstander van de spreidingswet. Zo zegt Wouter Kolff, Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, 'trots' te zijn op bijna alle gemeenten die 'onvermoeibaar aan de opvang werken'. "Twee jaar geleden waren er 1800 opvangplaatsen. In een paar jaar tijd zijn daar 13.000 bij gekomen."
Alle Commissarissen van de Koning dringen minister Faber dan ook aan om de spreidingswet niet af te schaffen.
'Zware druk'
Zuid-Holland is één van de provincies die er nog niet in zijn geslaagd om het gevraagde aantal opvangplekken te realiseren. Het aantal opvangplekken volgens de spreidingswet is gebaseerd op het aantal inwoners per gemeente. In Zuid-Holland moeten daarom 19.776 plekken beschikbaar zijn per 1 juli, maar volgens de plannen worden dat er 13.205.
"We zijn een heel aardig eind gekomen. Ik merk op dat er in Zuid-Holland, één van de meest verstedelijkte gebieden van Nederland, een zware druk ligt", zegt Kolff.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Ook de provincie Utrecht is het nog niet gelukt aan de spreidingswet te voldoen. Het voornemen van het kabinet de spreidingswet in te trekken maakt het lastig voldoende plekken voor asielopvang te regelen, zegt de Utrechtse Commissaris van de Koning Hans Oosters. "Wij vragen aan gemeenten de taakstelling te realiseren, maar die krijgen dan in een buurt of wijk en mogelijk ook hun gemeenteraad te horen dat die noodzaak er niet meer is, omdat de spreidingswet toch wordt ingetrokken."
In Zeeland daarentegen zijn per 1 juli meer opvangplekken beschikbaar dan de spreidingswet de provincie voorschrijft: ongeveer 2400, ten opzichte van de geëiste 2109 plekken.
De provincie Drenthe heeft volgens de plannen zelfs anderhalf keer zoveel plekken als voorgeschreven, met 4.182 plekken in totaal. "We hebben gekeken wie welke groep waar het beste kan opvangen. Ik heb veel flexibiliteit aangetroffen en hulp over en weer", zegt Commissaris van de Koning Jetta Klijnsma.
In gesprek met RTL Nieuws voegt Klijnsma daaraan toe: "Je ziet dat de gemeenten plekken aan het zoeken zijn en ook vinden." Het door het kabinet voorgenomen intrekken van de spreidingswet vindt ze dan ook 'helemaal niet verstandig'. "Er is geen alternatief."
Kabinet wil van spreidingswet af
De spreidingswet is sinds februari van kracht. Het overzicht van de provincies komt voort uit een inventarisatie van de verschillende gemeenten over het aantal asielzoekers dat zij kunnen opvangen. Ze kunnen in overleg met een andere gemeente er ook voor kiezen minder asielzoekers plekken beschikbaar te stellen dan ze zouden moeten, maar in ruil daarvoor bijvoorbeeld meer statushouders of Oekraïners opvangen.
Het kabinet wil de spreidingswet dus het liefst zo snel mogelijk intrekken. Minister Faber werkt aan een wetsvoorstel dat dat moet gaan regelen. Maar zolang hij nog bestaat, moeten provincies en gemeenten zich eraan houden.
Minister Faber laat in een reactie op de plannen van de provincies weten de wet vooralsnog uit te voeren. Hoe die precies werkt, legt politiek verslaggever Floor Bremer uit in deze video: