Woonminister Keijzer: gemeenten moeten bewoning vakantiepark nog 10 jaar toestaan

Als het aan minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ligt, moeten gemeenten bewoners van een recreatiewoning daar nog tien jaar laten wonen.
Dat staat in een concept-instructie. Op dit moment maken gemeenten zelf uit of en hoelang iemand in een recreatiewoning mag wonen.
Hoofdlijnenakkoord
Bijna 60.000 mensen staan ingeschreven op het adres van een recreatiewoning, schrijft Keijzer in een toelichting. Zij kunnen vanwege de woningnood moeilijk ergens anders heen. De mogelijkheid dat ze weg moeten, kan stressvol zijn, aldus Keijzer.
Het idee om wonen op vakantieparken te gedogen, stond een jaar geleden in het hoofdlijnenakkoord van coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB. De regeling van Keijzer is bedoeld om mensen die toen al op een vakantiepark woonden 'rechtszekerheid' te geven. Wie de komende jaren legaal in een vakantiehuisje wil blijven, moet daarom aantonen dat diegene daar voor of op 16 mei 2024 ook woonde.
VNG kritisch
Voor mensen die na deze datum op een vakantiepark zijn gaan wonen, is de regel 'uitdrukkelijk' niet bedoeld. Dat zou volgens Keijzer een 'explosief toenemende vraag naar recreatiewoningen' veroorzaken.
De periode van tien jaar begint te tellen vanaf het moment dat de instructie in werking treedt. De bedoeling is dat dat ergens in 2026 gebeurt. Acht jaar na dit moment moet het kabinet kijken of de regel nog nodig is. Zo niet, dan mogen gemeenten twee jaar later weer zelf beslissen over wonen in vakantieparken. Hotels, motels en pensions vallen niet onder Keijzers instructie.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten was begin dit jaar kritisch op het coalitieplan. Gemeenten kunnen het beste zelf de belangen afwegen, vindt de vereniging.
Wonen op een vakantiepark
- Zeker 60.000 mensen wonen op dit moment permanent op een vakantiepark.
- Maar in de praktijk gaat het om vermoedelijk veel meer mensen, aldus het ministerie.
- De afgelopen 5 jaar steeg het aantal met 14 procent.
- Voor de bewoners dreigt uitzetting of een dwangsom omdat het bestemmingsplan van de gemeente hun verblijf in de basis niet toestaat.
- In het ergste geval komen de bewoners zo op straat te staan, als de vakantiewoning hun enige verblijfplaats is.
- Die situatie noemt Keijzer onwenselijk en ingrijpend, en niet passen bij de wens van het kabinet om alle mogelijke woonoplossingen aan te grijpen in tijden van woningnood.