Nederland kijkt naar invoerverbod uit Israëlische nederzettingen, oppositie zwaar teleurgesteld

Nederland kijkt of het mogelijk is om de invoer uit illegale Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever te beperken. Dat gebeurt samen met een aantal andere EU-landen, schrijft demissionair minister David van Weel van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer. Oppositiepartijen reageren teleurgesteld.
De situatie is 'catastrofaal', zo valt te lezen in de Kamerbrief. "Het kabinet ziet groot menselijk leed. Deze oorlog moet eindigen." Bij overleg van Europese ministers van Buitenlandse Zaken vorige maand in Kopenhagen bleek er echter onvoldoende steun voor EU-sancties tegen Israël.
De kersverse minister van Buitenlandse Zaken Van Weel kijkt daarom of hij met gelijkgestemde landen afspraken kan maken om de invoer van Israëlische producten vanuit de bezette Westelijke Jordaanoever aan banden te leggen, schrijft hij in de Kamerbrief. Maar hij waarschuwt dat dit niet gemakkelijk uitvoerbaar is en dat dit dus niet zomaar is geregeld.
Teleurgesteld
"Zeer teleurstellend", reageert Kamerlid Kati Piri van GroenLinks-PvdA. Volgens haar wordt er geen enkele stap voorwaarts gezet bij sancties tegen Israël. "Het blijft bij overleggen en onderzoeken".
Ook D66-Kamerlid Jan Paternotte had op meer daadkracht gehoopt van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. "Ik lees dat de minsiter werkt aan een handelsembargo, maar niet dat de de maatregel daadwerkelijk treffen."
Schrijnend
In de Kamerbrief spreekt het kabinet ook zorgen uit over de schrijnende situatie van duizenden mensen in Gaza die medisch geëvacueerd moeten worden. Van Weel zegt dat het kabinet mogelijkheden onderzoekt voor concrete steun aan landen in de regio die patiënten uit Gaza behandelen, maar geeft geen gehoor aan oproepen uit de Tweede Kamer om mensen hierheen te halen.
"Zelfs het evacueren van doodzieke kinderen uit Gaza naar Nederland vindt geen weerklank", zegt Paternotte. Hij hoopt dat er in een debat over Gaza deze week alsnog een Kamermeerderheid zal zijn om het kabinet tot meer daadkracht te dwingen.