Nachtmerriescenario Schiphol: plafond van 318.000 vluchten en torenhoge schadeclaims
Het is het nachtmerriescenario van menig ambtenaar en politicus: de Raad van State die oordeelt dat Schiphol meer stikstofuitstoot moet compenseren dan nu is afgesproken. Dat is vrijwel onmogelijk en in dat geval zou het aantal vluchten fors omlaag moeten. En dan dreigen miljarden aan claims en economische schade, vrezen ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenW).
Dat blijkt uit documenten die zijn gepubliceerd door de ministeries van IenW, Financiën en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) na meerdere verzoeken op basis van de Wet open overheid (Woo).
In het kort:
- Advocaten van de landsadvocaat en Schiphol achten het niet uitgesloten dat een rechter besluit dat er veel minder van en naar Schiphol gevlogen mag worden dan waar men nu vanuit gaat.
- Als dat scenario uitkomt, is dat slecht voor de economie van Nederland, vrezen ambtenaren in Den Haag.
- Zo'n verlaagd vluchtplafond zal bovendien aanleiding zijn voor luchtvaartmaatschappijen om schadeclaims in te dienen.
Luchthaven Schiphol kreeg vorig jaar een natuurvergunning voor 500.000 vliegbewegingen per jaar. Maar om deze vergunning in de wacht te slepen, moest het negen boerenbedrijven opkopen. Die boerenbedrijven hebben namelijk het recht om ammoniak uit te stoten, dat als stikstof neerslaat op kwetsbare natuurgebieden. Als de boeren stoppen, kan Schiphol de 'depositierechten' gebruiken voor het vliegverkeer.
Aannames, aannames, aannames
Met de rechten van de boerenbedrijven en een reeks andere maatregelen kreeg Schiphol ruimte voor 20.000 tot 40.000 extra vluchten. Uitgangspunt is namelijk geweest dat de luchthaven bestaande rechten had voor 460.000 tot 480.000 vluchten. Maar de totstandkoming van dat aantal is gebaseerd op heel veel aannames. Aannames die worden aangevochten door natuurorganisaties als MOB.
En dat aanvechten lijkt niet bij voorbaat kansloos, blijkt uit de openbaar gemaakte documenten. Het bestaand recht van Schiphol op 460.000 tot 480.000 vluchten per jaar is 'een hypothetisch recht', een 'theoretisch recht' en een 'constructie'. En de manier waarop het recht – door Schiphol zelf overigens – is geconstrueerd brengt 'juridische risico's' met zich mee.
Analyse van de risico's
Naar die risico's blijkt te zijn gekeken door advocaten van de landsadvocaat, advocaten van Schiphol en veel, heel veel ambtenaren van heel veel ministeries. Maar wat als een donkere wolk boven de natuurvergunning blijft hangen, is een gerechtelijke uitspraak die leidt tot 'een significante afname van het aantal vluchten'. In de stukken wordt het 'worst-case' aantal van 318.000 vluchten genoemd.
Volgens IenW kan zo'n afname leiden tot een economische schade van miljarden euro's per jaar, mede door het verlies van het uitgebreide netwerk dat 'Nederland met de rest van de wereld verbindt'. En daar komt iets bij.
Dreiging van langdurige juridische procedures
Als een uitspraak leidt tot een significante afname van het maximumaantal vliegtuigbewegingen op Schiphol, dan 'moet rekening gehouden worden met langdurige juridische procedures vanuit luchtvaartmaatschappijen met claims die kunnen oplopen tot honderden miljoenen euro's of meer', zo vrezen de ambtenaren van IenW.
Dat die laatste angst reëel is, blijkt wel als het dan nog missionaire kabinet in juni 2022 op eigen initiatief besluit tot een vermindering van het aantal vliegbewegingen op Schiphol tot 460.000 in 2023/2024 en 440.000 in 2024/2025. De luchtvaartmaatschappijen spannen meteen procedures aan.
Een vermindering van het aantal vluchten zou betekenen dat luchtvaartmaatschappijen historische start- en landingsrechten (slots) kwijtraken. En die vertegenwoordigen 'een waarde'. Een eerste inschatting 'op basis van potentiële winstderving' van een luchtvaartmaatschappij levert volgens de ambtenaren van IenW een waarde van 250 miljoen euro per 10.000 slots op.
Miljarden aan schadeclaims
Dat zou betekenen dat als de Raad van State uiteindelijk zou oordelen dat Schiphol geen 500.000 maar slechts de genoemde 318.000 vluchten uit kan voeren zonder dat het kwetsbare natuurgebieden te veel belast met stikstof, luchtvaartmaatschappijen voor een bedrag van 4,5 miljard euro aan claims kunnen indienen.
Het alternatief is dat de luchthaven veel meer stikstofdepositie gaat compenseren dan het nu gedaan heeft, waardoor de 500.000 vluchten alsnog mogelijk worden. Maar de ruimte om te compenseren is dus beperkt.
Onzekerheid troef
Of eventuele claims van luchtvaartmaatschappijen kans maken, durven de ambtenaren van IenW niet te zeggen. "Het is onzeker of luchtvaartmaatschappijen recht op schadevergoeding hebben en hoe hoog deze schadevergoeding dan zou zijn." Maar ze vinden het verstandig om er wel rekening mee te houden.
Het juridische risico zit hem in Schiphols standpunt dat in 1996 in theorie 460.000 vluchten mogelijk waren van en naar de luchthaven. Volgens de landsadvocaat kan dat alleen worden gesteld als de luchthaven destijds 'fysiek, juridisch en economisch' een dergelijk aantal vluchten kun uitvoeren. En dat is de vraag.
Waren er in 1996 bijvoorbeeld wel voldoende opstelplaatsen voor vliegtuigen? Uit de gepubliceerde documenten blijkt dat Schiphol 125 opstelplaatsen nodig zou hebben gehad om 432.000 vliegtuigbewegingen af te kunnen handelen. In 1993 had het echter maar 66 opstelplaatsen, net iets meer dan de helft dus.
Theorie versus werkelijkheid
"Derde-belanghebbenden zouden in een procedure erop kunnen wijzen dat geen rekening is gehouden met de bedrijfseconomische uitvoerbaarheid van de gekozen verkeersomvang", noteren de ambtenaren dan ook. Bedoeld wordt dat natuurorganisaties die de verleende vergunning aanvechten kunnen wijzen op het feit dat Schiphol in 1996 gewoonweg te klein was om al die vluchten af te kunnen handelen.
De eerste rechtelijke toets is later dit jaar bij de rechtbank Den Haag. De ambtenaren verwachten echter dat het uiteindelijk de Raad van State zal zijn die het finale oordeel velt. Maar dat is dan vermoedelijk pas in 2025.