Per jaar 1,5 miljard cursusgeld ongebruikt: 'Op langere termijn slecht'

Werkgevers hebben per jaar ruim 4 miljard euro beschikbaar voor opleidingen en trainingen, maar bijna de helft van het personeel maakt daar geen gebruik van. In de meeste de cao’s zijn afspraken gemaakt over opleidingsbudgetten. Per werknemer is er gemiddeld 700 euro opleidingsbudget per jaar beschikbaar.

Geen tijd of zin

Maar dat wordt dus lang niet altijd gebruikt. Een van de redenen waarom werknemers geen opleiding volgen is de werkdruk, aldus het onderzoek van AWVN.

En oudere werknemers zijn niet altijd gemotiveerd om nog iets nieuws te leren. Ook weten werknemers vaak niet welke cursus ze moeten volgen, volgens de AWVN.

Korte vs lange termijn

Het bedrag dat blijft liggen is best wel groot, vindt Gautier. Uiteindelijk is het volgens hem voor zowel werkgevers als werknemers goed om het geld te gebruiken.

Want als de productiviteit per werknemer stijgt, dan kan de werknemer een hoger loon ontvangen én het bedrijf kan de winst zien stijgen. "Dus beiden gaan er dan op vooruit."

Maar in de huidige krappe arbeidsmarkt is het alle hens aan dek en kun je je tijd ook besteden aan het verhogen van de productie op dit moment, aldus Gautier. Er is dan volgens hem minder tijd om te investeren om de toekomstige productie te verhogen.

Dat betekent een voordeel op korte termijn, maar een nadeel op lange termijn. 

Krappe arbeidsmarkt

Het is voor organisaties wel handig om op de opleidingsbudgetten te wijzen op het moment dat een werknemer wordt aangenomen, zegt Gautier. Maar of werkgevers er bij werknemers meer op moeten aandringen om het opleidingsbudget te gebruiken, hangt er volgens hem vanaf.  

Als een werknemer algemene vaardigheden leert, dan is dat voor een werknemer interessant. Maar voor een organisatie is het minder aantrekkelijk, want een werknemer kan overstappen naar een andere organisatie en vervolgens de nieuwe vaardigheden daar gebruiken, aldus Gautier. In de huidige krappe arbeidsmarkt is de kans dat een werknemer overstapt een stuk groter dan tijdens een recessie, zegt hij.

Specifieke programmeertaal

De situatie is volgens hem anders als het om specifieke vaardigheden gaat, die je vooral in een bepaalde organisatie nodig hebt. De kans dat je weggaat nadat je een opleiding hebt gedaan is dan juist kleiner.

Gautier noemt als voorbeeld een programmeertaal die vroeger alleen bij het Centraal Planbureau (CPB) werd gebruikt. Dus wist het CPB dat werknemers niet zo snel zouden vertrekken naar een andere organisatie, met de kennis die ze hadden gekregen door een door het CPB betaalde opleiding.

Langer doorwerken

Maar het is ook voor werknemers belangrijk dat zij hun kennis en vaardigheden op peil houden, zegt Eefje Brul, beleidsadviseur bij werkgeversvereniging AWVN.

"Dat is belangrijk om je werk vol te houden en het werk verandert." We moeten langer doorwerken. Zeker als je fysiek zwaar werk doet, kun je niet wachten tot het niet meer gaat. Maar je kunt dan beter eerder nadenken over wat je anders kunt gaan doen om je pensioen te halen, aldus Brul.

Breed inzetbaar

Het is volgens haar zeker op de langere termijn ongunstig voor werkgevers als opleidingsbudgetten niet volledig worden gebruikt. "Als werknemers goed en breder inzetbaar zijn, dan kun je makkelijker inspelen op veranderingen."

Werkgevers moeten de mogelijkheden om een cursus of opleiding te doen meer onder de aandacht van werknemers brengen, zegt Brul. "Maar het moet ook van de werknemers komen, zij moeten de opleiding doen."

Veranderingen

Werkgevers kunnen wel helpen om te kiezen welke opleiding handig is om te doen, want zijn weten vaak beter welke veranderingen er aankomen, aldus Brul.

Het zou schelen als opleidingen meer in de tijd van de baas kunnen worden gedaan, maar zeker in tijden van arbeidskrapte gaat het werk vaak voor, zegt zij. "Maar je kunt ook op je werkplek leren van collega's."