DNB: het gaat economisch best goed, maar mensen beleven dat anders
Het gaat heel aardig met de Nederlandse economie, maar zo voelt dat voor heel veel mensen in Nederland niet. Er zit een groot gat tussen de objectieve maatstaven en de beleving van Nederlanders. Dat constateert De Nederlandsche Bank (DNB) in zijn jaarverslag.
Op het eerste gezicht ziet het er allemaal behoorlijk goed uit op economisch vlak. De inflatie is het afgelopen jaar enorm gedaald door de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank, maar de economie heeft daar niet enorm onder geleden, constateert DNB. Hoewel we officieel wel drie kwartalen in recessie hebben gezeten, economische teruggang dus, was die haast verwaarloosbaar.
Bijna iedereen een baan
Bovendien bleef de werkloosheid extreem laag en zal de economie de komende jaren naar verwacht weer langzaamaan gaan groeien. Mensen kunnen makkelijk een baan vinden, omdat er tegenover iedere 100 werklozen 114 vacatures openstaan. De cao-lonen stegen in 2023 met 6,1 procent harder dan de prijzen en ook voor dit jaar wordt een zeer forse loongroei van 5,7 procent verwacht.
En in allerlei toplijstjes doen we het ook internationaal heel goed. De gezondheidszorg behoort tot de Europese top, Nederland is zeer innovatief, het pensioenstelsel is sterk en we zijn met zijn allen, in vergelijking met andere landen, ook nog eens behoorlijk gelukkig.
Problemen niet opgelost
Het gaat dus best goed. "Toch ervaren veel mensen dat niet zo. Uit onderzoeken komt steevast naar voren dat veel mensen het financieel niet makkelijk hebben en zorgen hebben over de toekomst", schrijft DNB.
De Nederlandse economie loopt op veel fronten namelijk tegen haar grenzen aan, constateert de centrale bank, waardoor het 'steeds minder goed' lukt om urgente problemen op te lossen.
We worden maar niet productiever
De infrastructuur staat onder druk, het stroomnet is overbelast, de wegen zijn vol en de treinen ook. En de keerzijde van de krappe arbeidsmarkt laat zich ook voelen: in het onderwijs, de zorg en in de bouw zijn flinke personeelstekorten. En waar je misschien zou verwachten dat dit tot meer productiviteit zou leiden, is dat niet het geval.
En aangezien iedereen zo'n beetje al aan de bak is, is een hogere productiviteit juist heel hard nodig om de grote problemen op te lossen.
Bedrijven krijgen groter deel van de taart
Bovendien profiteren bedrijven en een kleine groep mensen veel meer van de economische groei de afgelopen decennia dan huishoudens. De economie groeit structureel harder dan het besteedbaar inkomen, en dat komt vooral doordat een groter deel van wat we met elkaar verdienen bij bedrijven terechtkomt en minder bij werkenden.
De doorgeschoten flexibilisering, waardoor veel mensen zzp'en of flexwerken terwijl ze in feite in gewone loondienst zijn, draagt daar ook aan bij, stelt DNB.
Koophuizen zijn niet te betalen
Wonen is daarnaast voor velen onbetaalbaar geworden. Door de groeiende bevolking, het feit dat huishoudens steeds kleiner worden (minder mensen in een huis betekent dat je meer huizen nodig hebt) en gebrek aan nieuwbouw zijn er 400.000 woningen te weinig in Nederland. De vraag is dus aanhoudend groot, het aanbod te klein en de prijzen daardoor te hoog.
1,8 miljoen huishoudens zouden volgens DNB liever anders gaan wonen, maar doorstromen lukt maar moeilijk. Gezinnen willen vaak groter gaan wonen, maar in die grote huizen zitten ouderen voor wie weer geen kleinere (huur)woning beschikbaar is. De verwachting is wel dat potentiële kopers de komende jaren wat meer geld kunnen lenen voor een huis, maar daar schiet niemand wat mee op. Want als iedereen meer kan lenen, zorgt dat voor – jawel – hogere prijzen.
Huren is al net zo moeilijk
Huren is al niet veel makkelijker. Als je in aanmerking komt voor sociale huur, dan sta je eerst jaren op de wachtlijst. En het aanbod van huurhuizen in de vrije sector is vaak heel duur, en ook het aanbod is zeer beperkt, ziet DNB.
Een simpele oplossing voor de woningmarkt is er niet en 'kortetermijnmaatregelen om de betaalbaarheid te verbeteren werken louter averechts'. Denk bijvoorbeeld aan de (inmiddels alweer afgeschafte) jubelton, een grote belastingvrije schenking die ouders aan hun kinderen konden doen voor de aanschaf van een huis. Ook dat dreef de prijzen alleen maar verder op.
Door de hypotheekrenteaftrek hebben huizenkopers ook nog een financieel voordeel dat huurders niet hebben. Daardoor is de prijs van wonen ook niet eerlijk verdeeld.
Hoe dan?
Al die problemen tackelen zal niet eenvoudig zijn. Maar wat DNB betreft moeten we bepaalde dingen vrij radicaal anders gaan doen.
Meer bouwen is voor de hand liggend, maar niet makkelijk. Er moet ook meer ingezet worden op sectoren waar de productiviteit hoog ligt, en door digitalisering kan de arbeidsproductiviteit verder omhoog. Daarvoor zijn ook kennismigranten hard nodig, denkt DNB.
De 800.000 arbeidsmigranten die nu in Nederland zijn, werken juist vaak in sectoren waar de productiviteit laag ligt (uitgedrukt in geld), zoals de land- en tuinbouw. Daar worden we met zijn allen niet veel rijker van, maar het legt wel een grote druk op bijvoorbeeld de woningmarkt.
Ook zouden de lonen omhoog moeten, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Als er een 'eerlijke prijs' voor arbeid wordt betaald, moedigt dat bedrijven ook weer aan om efficiënter te gaan werken en te investeren in digitalisering en robotisering. Daardoor neemt de productiviteit toe, concludeert de centrale bank.
Een 'milde verkoudheid', noemde CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen de recessie in Nederland: