Arbeidsmigranten nog steeds opgehokt: 4 vierkante meter voor 800 euro per week

Door René Lukassen··Aangepast:
© Eigen fotoArbeidsmigranten nog steeds opgehokt: 4 vierkante meter voor 800 euro per week
Onderzoek

Met zijn tweeën op vier vierkante meter voor 800 euro per week. Slapen in ploegendiensten. Een huis vol schimmel in een achterstandswijk. Veel te veel arbeidsmigranten leven nog altijd onder erbarmelijke omstandigheden. Al jarenlang wordt beterschap beloofd. Maar fatsoenlijke huisvesting voor iedereen blijkt praktisch onhaalbaar.

Meer huisvesting van 'voldoende kwaliteit' voor arbeidsmigranten. Ruim drie jaar geleden was dat één van 50 aanbevelingen van de commissie Roemer om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren. "Ik heb woonruimte gezien waarin ik mijn hond nog niet eens zou laten slapen", vertelde Emile Roemer destijds bij de presentatie van het rapport van de naar hem vernoemde commissie.

Grootste deel voldoet niet

15 vierkante meter leefoppervlakte per persoon, waaronder een eigen slaapkamer van 5,5 vierkante meter. Dat moest de norm worden. Maar ruim drie jaar later is die norm nog niet wettelijk verankerd en de overgrote meerderheid van de huisvesting voldoet er niet aan, blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. 

Als tweederangsburgers opgehokt: in één jaar vijf arbeidsmigranten vermoord door huisgenoten
Lees ook

Als tweederangsburgers opgehokt: in één jaar vijf arbeidsmigranten vermoord door huisgenoten

Dit wordt erkend door uitzendkoepels ABU en NBBU. Die lieten KBA Nijmegen onderzoek doen onder 300 uitzendorganisaties die lid zijn van de brancheverenigingen. 130 van hen vulden de enquête in.

Minimaal aantal vierkante meters

Vrijwel allemaal bieden ze arbeidsmigranten 'gecertificeerde woonruimte' aan. Met 'gecertificeerd' wordt bedoeld dat per arbeidsmigrant 10 tot 12 vierkante meter woonoppervlak beschikbaar is en (een eventueel gedeelde) slaapruimte van minimaal 3,5 vierkante meter per persoon, met een stoel, een matras van minimaal 80 bij 200 centimeter en 0,36 vierkante meter kledingkast.

Volgens de Vereniging Huisvesters Arbeidsmigranten (VHA) is in de praktijk maar een kwart van alle huisvesting die er voor arbeidsmigranten in Nederland beschikbaar is gecertificeerd. Driekwart dus niet. En van het kwart dat gecertificeerd is, voldoet 40 procent aan de Roemer-norm. 60 procent dus niet.

De Jonge: 'Te veel weggekeken'

De huisvestingsproblemen die arbeidsmigranten hebben zijn 'taai en echt niet van de ene op de andere dag opgelost', stelt demissionair minister Hugo de Jonge van Wonen. Daarvoor zijn nog 'heel veel meer wettelijke mogelijkheden en handhaving nodig'.

De Jonge verwacht veel van de Wet versterking regie volkshuisvesting die het mogelijk moet maken om gemeentes aan te spreken op de bouw van huisvesting voor arbeidsmigranten die binnen de gemeentegrenzen aan het werk zijn. Nu werken ze vaak in de ene gemeente maar wonen in een andere.

Volgens De Jonge zijn de huidige problemen medeveroorzaakt doordat 'veel te lang is weggekeken van de negatieve kanten van arbeidsmigratie'. "We zijn te weinig selectief geweest en hebben te veel bedrijven de ruimte gegeven die alleen kunnen overleven of groeien dankzij heel veel arbeidsmigranten."

"We hebben het veel te ver laten komen, en we moeten selectiever worden. Tegen bedrijven die alleen maar kunnen bestaan dankzij goedkope arbeid moeten we misschien zeggen dat er voor hen geen plek is, omdat de spankracht van de samenleving anders wordt overvraagd", aldus De Jonge. 

Daarmee blijft een groot deel – tot wel 90 procent – van de huisvesting onder de norm en onder de radar, erkent de VHA, met als gevolg dat wantoestanden en uitbuiting onzichtbaar blijven. Arbeidsmigranten komen door het gebrek aan fatsoenlijke huisvesting nog altijd terecht in de 'particuliere woonvoorraad', in achterstandswijken, in bijvoorbeeld Den Haag en Rotterdam.

Schrijnende situaties

Daar komen huisvestingsinspecteurs de gekste dingen tegen, vertellen handhaver Anjo Hoogendoorn en wethouder wonen Martijn Balster van de gemeente Den Haag. Zij zien 'veel arbeidsmigranten in schrijnende situaties' omdat het 'aan de basis al fout gaat, als werkgevers of uitzenders mensen werven in een vaak Oost-Europees land terwijl er niet gezorgd wordt voor een woning'.

"De mensen die naar Nederland komen hebben op dat moment geen recht op een sociale huurwoning, want daarvoor moet je minimaal 7 jaar in onze stad verblijven", legt wethouder Balster uit. "Mensen zoeken dan hun eigen weg en worden afhankelijk van huisbazen die ze iets aanbieden en regelmatig eindigt dat op een matrasje in een oude particuliere wijk."

Een handhavingsbezoek in een arbeidsmigrantenwoning in Den Haag.© Eigen foto
Een handhavingsbezoek in een arbeidsmigrantenwoning in Den Haag.

"Er worden bizarre huurprijzen gevraagd waardoor arbeidsmigranten genoodzaakt zijn om collega's uit te nodigen tot samenwonen om die huurprijzen op te kunnen brengen. Dat leidt dan weer tot overbewoning", zegt Balster. "We komen situaties tegen waarbij mensen zelfs in ploegendiensten slapen en geen ruimte hebben in de woning om te kunnen verblijven als er niet geslapen wordt."

Enorme tekorten

Snel fatsoenlijke huisvesting bijbouwen lukt niet, bevestigt Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen, dat al sinds 2012 helpt om betere huisvesting tot stand te brengen voor arbeidsmigranten en andere zogenoemde spoedzoekers. In de drie jaar 'na Roemer' werden 1350 locaties voor 3124 arbeidsmigranten gerealiseerd. 

Dat zijn er net zoveel als in het hele jaar 2020 en nog lang niet genoeg. In 2017 was het tekort aan huisvestingsplekken voor arbeidsmigranten 100.000. In de jaren erna liep het op, tot 120.000, 150.000 en nu zelfs meer dan 160.000 plekken.

Schimmel in de keuken van een woning voor arbeidsmigranten in Den Haag.© Eigen foto
Schimmel in de keuken van een woning voor arbeidsmigranten in Den Haag.

"Het exacte tekort kunnen we alleen maar schatten, omdat niemand precies weet hoeveel arbeidsmigranten op enig moment in Nederland zijn en hoeveel huisvestingsplekken er precies zijn", zegt Reedijk. "We schatten dat 40.000 woningen aan de woningvoorraad zijn onttrokken voor kamergewijze verhuur. Voor de mensen die daar wonen zou je alleen al 160.000 plekken nodig hebben."

"Als je daarnaast elke arbeidsmigrant tenminste een eigen kamer zou geven, zoals Roemer wil, dan heb je 156.000 kamers extra nodig. Je kunt beide cijfers niet bij elkaar optellen, want er zit een onbekende overlap in. Maar dat je dus op meer dan 156.000 uitkomt, dat is wel zeker", zegt Reedijk, die benadrukt dat er ook voorbeelden zijn van goede huisvesting.

Geen snelle oplossing

Een snelle oplossing is niet in zicht. De ondervraagde uitzenders die lid zijn van ABU en NBBU bevestigen dit. Wie huisvestingslocaties wil bouwen of verbouwen heeft een vergunning nodig van de gemeente en die wordt lang niet altijd verleend. Het doorlopen van de vergunningsprocedure duurt gemiddeld 90 weken. Dat is bijna twee jaar. 

En zo blijven arbeidsmigranten nog wel even als tweederangsburgers opgehokt in verkamerde stadswoningen. "Zolang er aan dit soort praktijken geld verdiend kan worden, zal het blijven voorkomen", weet handhaver Hoogendoorn. "Dit is een verdienmodel voor allerlei partijen, van werkgever tot huisbaas: iedereen verdient hier aan. We doen wat we kunnen maar zullen er werk aan blijven hebben."

Lees meer over
Emile RoemerHugo de JongeArbeidsmarktImmigratieArbeidsmigratieArbeidsmigrantLink in bio