Waarom melkveehouders (verder) in de knel komen door de mestcrisis
De Tweede Kamer debatteert vandaag over de mestregels. Een ingewikkelde kwestie, die tot verdeeldheid leidt tussen de formerende partijen. Er moet een oplossing worden bedacht want aan de jarenlange uitzonderingspositie voor Nederland in Europa komt snel een einde. Hieronder leggen we uit hoe het precies in elkaar zit.
1. Om welke regels gaat het?
Europese boeren mogen maar een bepaalde hoeveelheid mest over hun land uitrijden. De regels zijn er om te voorkomen dat er te veel nitraat in de bodem en het water terechtkomt.
"We hebben in Nederland heel veel dieren. Kippen, varkens maar ook melkveehouderijen. Het mestprobleem gaat vooral om melkveehouderijen", legt Jan Willem Erisman uit. Hij is hoogleraar Milieu en Duurzaamheid aan de Universiteit Leiden.
Nederlandse boeren mogen al jaren meer mest uitrijden dan Duitse, Belgische of andere Europese boeren. Daar was ook wel een reden voor. "80 procent van de bedrijven heeft meer mest dan ze op hun eigen land kwijt kunnen", aldus Erisman.
En dus kreeg Nederland in 2006 een uitzonderingspositie - derogatie genaamd. De reden: Nederlands gras neemt relatief veel stikstof op, en kan dus meer mest opnemen zonder dat het de natuur schade toebrengt of water te veel vervuilt. De Europese Commissie is daar inmiddels niet meer van overtuigd. En dus vervalt, ondanks een stevige politieke lobby, de uitzonderingspositie.
2. Waarom wil de Europese Commissie de Nederlandse uitzonderingspositie beëindigen?
Vanwege de waterkwaliteit. Deze is op veel plaatsen in Nederland erg slecht. Dat wordt mede veroorzaakt door droogte, waardoor gras minder snel groeit en dus minder schadelijke stof kan opnemen.
De grens is nu bereikt, vertelt Erisman. "De Europese Commissie vindt ook dat het stikstofbeleid van Nederland veel te langzaam gaat", zegt hij.
Het gevolg is dat Nederlandse boeren vanaf 2026 minder mest over hun land mogen verspreiden dan nu. En dus meer mest overhouden. En daar moeten ze een oplossing voor verzinnen.
3. Waarom zijn boeren hier zo bang voor?
De boeren zitten klem, vertelt Alien van Zijtveld. Samen met haar man heeft zij een boerderij in het Overijsselse Rouveen met 130 melkkoeien. Ze is daarnaast vicevoorzitter van Agractie, een belangenorganisatie van boeren.
"Sommigen weten niet waar ze het zoeken moeten", vertelt zij over collega's. De overtollige mest afvoeren kost geld. Het gaat vaak naar akkerbouwers om hun akkers te bemesten. Zij zitten in de huidige mestmarkt in een gunstige positie.
Hoe groter het overschot, hoe hoger de tarieven om het af te laten voeren. Van Zijtveld is er 90.000 per jaar aan kwijt, rekent zij voor. Op haar bedrijf blijft 2000 ton mest over die moet worden afgevoerd. Dat gebeurt voor 30 euro per ton, goed voor een rekening van 60.000 euro.
Van Zijtveld en haar man hebben daarnaast 20 hectare grond extra gepacht om mest op uit te kunnen rijden. Dat kost nog eens 1.500 euro per hectare, 30.000 euro in totaal dus. Totaal: 90.000 euro.
Of dit bedrag het verschil is tussen winst of verlies voor het bedrijf, daar laat zij zich niet over uit. Het is wel een grote kostenpost, als je de omzet er tegen afzet. Een boerderij met 120 melkkoeien heeft een omzet van ongeveer een half miljoen euro, als je rekent met 10.000 liter melk per koe per jaar en een melkprijs van 45 cent.
"Zonder die kosten, kan je goed boeren", zegt zij. Oplossingen ziet ze niet. Minder koeien? Dan kun je de rekeningen niet betalen. "Je maakt als boer de afweging tussen de opbrengst per koe aan melkgeld en wat de afvoer van mest kost", legt Van Zijtveld uit. Daarin wordt ook de lange termijn meegenomen. "Een koe houd je voor de lange termijn", voegt zij toe.
De mest dan maar niet afvoeren? Dat mag niet. Boeren die - genoodzaakt door volle mestkelders - te veel mest uitrijden, kunnen daar een boete van de NVWA voor krijgen. En die kunnen aardig oplopen, omdat ze afhankelijk gemaakt kunnen worden van de omzet.
Meer koeien dan, voor de extra inkomsten? Dat kan niet zomaar, want een extra stal staat er niet van de ene op de andere dag. En dan moet de bank ook nog meewerken. Extra koeien, als dat vergunningstechnisch al mag, betekent ook extra mest. Dus het probleem wordt er ook niet mee opgelost. Integendeel.
4. Wie wordt hierdoor geraakt?
Vier op de vijf melkveehouders worden financieel geraakt, blijkt uit een enquête door belangenorganisatie LTO waar zo'n 1400 melkveehouders op reageerden. Ongeveer 60 procent van hen verwacht tot wel 30.000 euro aan extra kosten dit jaar voor het afvoeren van mest.
Bijna 80 procent van de ondervraagden heeft problemen met mest. En die zijn vooral financieel van aard. Erisman is wat voorzichtiger in zijn schatting. "De verwachting is dat 30 tot 40 procent echt in de financiële problemen komt omdat ze het geld niet hebben om de mest af te voeren."
Het grootste probleem hebben veehouders in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. "Omdat daar die bedrijven zitten die de uitzonderingspositie hebben, maar ook te veel produceren ten opzichte van het land dat ze hebben", zegt Erisman.
Het zijn vooral jongere boeren of boeren die al veel hebben geïnvesteerd in duurzaamheid, zegt Van Zijtveld. Oudere boeren hebben vaak hun lening bij de bank (bijna) afbetaald. En dus minder hoge lasten. "Er zijn grote zorgen onder boeren dat dit hun voortbestaan raakt", ziet ook Erisman.
Hij onderschrijft dat vooral boeren geraakt worden die hun best doen om minder intensief te werk te gaan. "De landschapsboeren: zij gaan het financieel zwaar krijgen. En dus wegvallen. Boeren die begaan zijn met dieren en omgeving."
5. Wat willen de boeren?
Nog een paar jaar met rust gelaten worden, door de uitzonderingspositie toch nog weer langer te laten voortduren. Die tijd is nodig om meer maatwerk mogelijk te maken, boeren worden nu te veel over een kam geschoren, vinden zij zelf.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij gebieden die door Brussel als extra gevoelig zijn aangemerkt, vertelt Van Zijtveld. Daarbij is volgens de boeren niet goed genoeg naar de situatie van individuele bedrijven gekeken. En kloppen de meetmethodes wel, vraagt zij zich hardop af. Er moet wel snel iets gebeuren. "Voordat er boeren omvallen die we eigenlijk hadden willen houden."
Ze wijst er verder op dat er nog steeds mest nodig is om gewassen te laten groeien. En als dat niet dierlijk mag zijn, zal het vervangen worden door kunstmest. Daarbij wordt veel energie gebruikt, constateert de Wageningen Universiteit en Research. Het staat bovendien haaks op de visie van de overheid op kringlooplandbouw.
6. Gaan de boeren hun zin krijgen?
Dat gaat niet gebeuren, denkt Erisman. "Een hele vervelende boodschap", zegt hij. Dat de partijen die onderhandelen over een nieuw kabinet er anders over denken, gaat geen verschil maken, denkt hij. "De druk vanuit Brussel is zo groot, hier komen ze niet onderuit", verwacht Erisman.
Het plan van minister Piet Adema (Landbouw) om het mestprobleem op te lossen valt ook nog niet in goede aarde. De LTO noemt het 'een onverstandig en onsamenhangend' pakket voorstellen.
"Triest voor de boeren. Zij worden ermee geconfronteerd. Zij betalen uiteindelijk de rekening", vat Erisman samen. Hij snapt de frustratie wel. "Om keer op keer geconfronteerd te worden met nieuwe regels en weer nieuwe regels en belemmeringen", besluit hij.