Zuid-Afrika: Israël verwoest doelbewust Palestijnse levens
Zuid-Afrika heeft aan het begin van de zaak tegen Israël in het Vredespaleis over de aanvallen op de Gazastrook gezegd dat Israël doelbewust Palestijnse levens verwoest en Palestijnen de hongersnood in drijft.
De Zuid-Afrikaanse jurist Adila Hassim stelt dat de manier van oorlog voeren door de Israëli's in de Gazastrook een systematisch patroon toont, waaruit kan worden afgeleid dat er sprake is van daden van volkerenmoord.
'Dit maakt leven onmogelijk'
"Palestijnen worden gedood door wapentuig op de grond, bommen uit de lucht en geschut vanaf zee. En als gevolg van de verwoesting van Palestijnse plaatsen dreigt er hongersnood en heersen er ziekten. Daarnaast laat Israël weinig hulp toe. En die kan door de voortdurende bombardementen ook moeilijk daadwerkelijk worden geboden. Dit maakt leven onmogelijk", aldus Hassim.
En dat komt volgens haar neer op genocidale daden. Daarmee schendt Israël het Genocideverdrag volgens de klagers. Israël stelt dat het tegen terroristen vecht die Israël aanvielen, maar volgens Hassim is er geen rechtvaardiging mogelijk voor het schenden van het Genocideverdrag. Ook een staat die wordt aangevallen kan zich daarna niet op die aanval beroepen om een genocidale oorlog te voeren.
Het Genocideverdrag van de Verenigde Naties uit 1948 is een voortvloeisel van de vervolging van Joden in Europa in de jaren 30 en 40. VN-leden hebben het verdrag ondertekend en Zuid-Afrika sleept daarom Israël voor de hoogste rechters van de VN in het Internationaal Gerechtshof.
Bindende uitspraak
Uitspraken van het ICJ zijn bindend, maar het hof heeft weinig middelen om beslissingen op te leggen. Morgen komt Israël aan het woord. De uiteindelijke afwikkeling van de Zuid-Afrikaanse klacht tegen Israël zal geruime tijd vergen, heeft het hof al laten weten.
Israël heeft in 2004 een juridisch advies van het Internationaal Gerechtshof naast zich neergelegd. Dat betrof geen rechtszaak, maar ging over de vraag of het hof de muur die Israël van de bezette gebieden op de Westelijke Jordaanoever scheidt als wettig beoordeelde. Maar het hof vond de afscheidingen in strijd met het internationaal recht en gaf het advies ze af te breken.