Waarom goud op de Spelen anders is dan alle andere: 'Presteren in chaos'
Goud. Het is de komende weken tijdens de Olympische Spelen het enige dat telt. Toch? Andere medailles verbleken in veel gevallen bij die ene plak bij de Spelen. Het ultieme, weet ook oud-tophockeyster Minke Booij. "Hier kun je alles laten zien van jezelf. De hele wereld kijkt mee. Tegelijkertijd is het ook het moeilijkste moment om je prestatie te leveren."
Booij weet als geen ander wat het is om goud te winnen. Ze won in haar tijd als topsporter samen met haar team tal van kampioenschappen en goud in 2008 op de Spelen in Peking.
Maar wat is toch de waarde van dat goud? Dat het echt veel verder gaat dan je zou denken, begreep ze eigenlijk pas tijdens het maken van haar podcast 'Goudspraak'. In gesprek met (oud-)topsporters werd duidelijk: "De momenten dat je goud wint zijn het mooist, maar als je doorvraagt gaat het vooral om hoe je daar bent gekomen."
Iemand die enorm onder de indruk was van de grootsheid van de Spelen, is hockeyster Felice Albers. Als 24-jarige heeft ze al heel wat goud op haar naam staan. Met het Nederlands hockeyteam werd ze al Europees en wereldkampioen en op de vorige Spelen in Tokio zelfs olympisch kampioen. "Je kijkt je ogen uit op de Spelen, het is zo overweldigend en concentreren is dan moeilijk."
Afleiding en onrust
De drukte, de menigte, de grootte van het evenement: het deed Albers veel. Maar het vergrootte de motivatie om dat goud te pakken nog meer. Dat het ook nog gebeurde, in die omstandigheden, is een herinnering voor het leven. En bij de medaille-uitreiking schoten al die momenten die eraan vooraf zijn gegaan dan ook eventjes door haar hoofd.
Denk je aan de Spelen, dan denk je aan een van de grootste evenementen ter wereld. Met een geïsoleerd olympisch dorp, veel media-aandacht, enorme beveiliging. Er komt veel op een sporter af, volgens Booij. "Als het je daar lukt om in die enorme chaos, afleiding en onrust een enorme prestatie te leveren, is dat fantastisch."
Iets wat Albers ook ervaarde toen ze als jonkie naar haar eerste Spelen in Tokio mocht. "Ik was pas 21 jaar. Alles was nieuw en ik hoopte vooral dat ik het goed deed. Dat was het allerbelangrijkste, dat je goud wint is dan extra mooi." Aankomende Spelen hoopt ze vooral te kunnen genieten van alles wat het evenement met zich meebrengt.
Albers werd eerder al uitgeroepen tot 's werelds beste hockeyer en won alles wat er te winnen valt. Toch is het volgens haar niet gegarandeerd dat ze op deze Spelen weer goud bemachtigt. "Mensen zeggen automatisch dat we gaan winnen, maar er zijn echt nog wat hobbels te nemen." Volgens haar is het vanwege de vele wedstrijden die eraan voorafgaan juist iets wat nog niet binnen handbereik voelt. Het goud winnen went volgens haar dus ook niet.
Booij herkent het in haar gesprekken met andere topsporters. Winnen went niet, en zelfs als ze vaak goud halen, zijn ze nog altijd op zoek naar verbetering. Goud halen is volgens haar dan ook verslavend. "Niet willen verliezen blijft. Er is niemand die zegt: maakt niet uit, we hebben al goud. Iedereen is chagrijnig als het niet lukt."
'Winnen verslavend'
Maar telt alleen goud echt nog, als je het al eerder op je naam hebt staan? "Niet zo zeer het goud, maar het winnen is verslavend", zegt Albers. "Een gouden medaille in Parijs, is ook anders dan de gouden medaille in Tokio, legt ze uit. "Dit zou het goud worden van iets meer ervaring en meer genieten. Vorige keer was het allemaal zo overweldigend."
Daarnaast brengt het haar een mooi tastbaar iets voor al haar harde werk. "Alle keren dat je in de regen op het veld staat, fysio, krachttrainingen. Zorgen voor je lijf en elke dag op tijd naar bed. Alles wat je moest laten zodat je op je best bent." Als ze straks met een medaille staat, zijn dat de dingen waar ze deze keer aan terugdenkt.
En dat benadrukt Booij ook: elk goud heeft z'n eigen verhaal. Er is altijd iets waardoor het anders is dan de vorige keer. Zelf won ze vele landstitels, maar elk jaar had z'n eigen mooie momenten. "Het is nooit een herhaling van zetten. Elke medaille staat symbool voor een bepaalde weg daarnaartoe." En zo heeft ze bij elke medaille weer andere herinneringen.
En over die medaille gesproken, een Olympische is toch écht anders dan alle andere medailles. Volgens Booij is dat namelijk degene die door iedereen herkend wordt. "Niemand vroeg ooit of ze mijn WK-medaille mochten zien. Die is ook nog eens lelijk. Maar bij die olympische is dat echt anders."
'Brons gevierd als goud'
Sport gaat om beter zijn dan de rest. Als je al een keer gewonnen hebt, kijkt iedereen naar je. Een nieuwe uitdaging dus. "Iedereen streeft ernaar om jou te overtreffen. De jacht is geopend."
En juist daardoor voelt een sporter dat de druk groeit om nog een keer te laten zien dat je alles in huis hebt om weer te winnen. Wel ziet Booij ook dat er sporters zijn die van tevoren niet verwachten een medaille te kunnen halen op de Spelen. "Als zij brons winnen, dan wordt dat natuurlijk gevierd als goud."
Ook zijn er de zogenoemde 'toevalstreffers', iemand die het nooit had verwacht en ineens goud wint. Een sporter die dus ineens boven zichzelf uitstijgt, juist op zo'n wereldevenement.
Er zijn natuurlijk ook sporters die weinig kans maken op een medaille, meedoen kan dan ook al als goud voelen. Volgens Booij is alles mogelijk op de Olympische Spelen. "Geluk en pech blijven ook een factor in de sport. Je kunt alles goed doen, keihard werken om de kans op succes te vergroten, maar dat succes is nooit gegarandeerd."