Fiscus betaalde 1,1 miljoen voor testen ict-maatregel die niet doorging
Het testen van het overhevelen van ict-systemen van het ene naar het andere besturingsplatform heeft de Belastingdienst 1,1 miljoen euro gekost. Het overhevelen ging uiteindelijk niet door, omdat de maatregel fel werd bekritiseerd door het BIT.
Het overplaatsen, rehosting genaamd, van de twee systemen van de douane naar een nieuw platform zou 48 miljoen euro kosten.
Project afgeblazen
En dat was volgens het Bureau ICT-toetsing, dat controleert of nieuwe ict-projecten van de overheid wel kans van slagen hebben, een veel te grote investering, afgezet tegen de voordelen die het zou opleveren.
Het BIT concludeerde in de zomer dat de fiscus veel beter de problemen van het huidige systeem kon aanpakken. Naar dat advies heeft staatssecretaris Snel geluisterd: het project ging niet door. Het belang van een BIT-advies is daarmee volgens Snel 'onderstreept'.
Rekening voor het testen
Eind goed al goed, lijkt. Toch kost het de Belastingdienst geld. Voordat het project van start zou gaan - wat dus niet gebeurde vanwege het BIT-advies - is getest bij softwareleverancier IBM.
Dat was nodig om te kijken of het überhaupt mogelijk was om met de maatregel te bereiken wat de Douane wilde. Dat testen kostte 1,1 miljoen, schrijft staatssecretaris Snel in antwoord op Kamervragen. Daarnaast waren er medewerkers van de Belastingdienst bij het testen betrokken, die daar in totaal 100 werkdagen aan kwijt waren.
"Voor zo'n test moet een hele omgeving worden gesimuleerd", verklaart een woordvoerder het bedrag. Om het bedrag van 1,1 miljoen euro in perspectief te plaatsen, wijst hij er verder op dat er jaarlijks ongeveer een half miljard van het budget van de Belastingdienst wordt uitgegeven aan ict. Voor het grootste deel is dat aan salarissen voor ongeveer 3000 werknemers, verder voor onder meer licenties en onderhoud, legt hij uit.
Prijsverhoging van 12 miljoen
Met het niet laten doorgaan van het project is overigens wel voorkomen dat de fiscus 12 miljoen euro te veel betaalde aan IBM. In eerste instantie vroeg het Amerikaanse bedrijf 36 miljoen, maar omdat de Belastingdienst niet meteen de opdracht gaf, verhoogde IBM dat bedrag naar 48 miljoen.
Daar werd verder geen duidelijke verklaring voor gegeven, schrijft BIT, behalve dat de fiscus tot dat moment nauwelijks had onderhandeld over de prijs. Het BIT vond dat 'de leverancier nu wel zeer makkelijk geld kan verdienen'.
Quantumkorting
Dat is volgens Snel te verklaren omdat er ook niet verder onderhandeld is, aangezien dat niet aan de orde was. Het prijsverschil van 12 miljoen ontstaat volgens Snel op het moment dat de opdracht in kleine delen wordt gegeven.
Als de Belastingdienst in één keer de servercapaciteit had besteld, was dat goedkoper dan het bestellen in termijnen. "Zie het als quantumkorting: vier losse blikjes cola zijn ook duurder dan een fles", legt de woordvoerder uit.
