Steden experimenteren met slimme camera's die alarm slaan bij geweld
Steden experimenteren met camera's met extra software die misdrijven moet herkennen, blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. Gemeenten hebben met name interesse in 'slimme' camera's die geweld moeten herkennen. Maar die blijken ook aan te slaan op onschuldige bewegingen, zoals spelende kinderen. Welke winst gemeenten en politie er daadwerkelijk mee boeken, moet nog blijken.
In onder meer Almere, Amsterdam, Rotterdam en Sittard-Geleen lopen proeven - of zijn in voorbereiding - met 'slim' cameratoezicht. Aan de camera's is software toegevoegd die bewegingen analyseert. Zo krijgen toezichthouders van de politie of gemeente een melding bij verdacht of ongewenst gedrag. Het gaat vooral om geweldsdetectie.
De politie Den Haag gebruikt die software al een aantal jaar en is enthousiast. In de toezichtruimte van de politie-eenheid kijken observanten in diensten van negen uur naar pleinen, winkelstraten en kruispunten in Alphen aan den Rijn, Den Haag, Leiden en Zoetermeer. Op de grote schermen is het beeld van soms tientallen camera's live te zien.
Slimme software
In de bovenhoeken van meerdere schermen is één vlak blauwgrijs met de tekst 'Meldingen GEWELDSdetectie'. Achter dat scherm zit de slimme software die herkent of ergens een vechtpartij plaatsvindt. Zodra een melding binnenkomt, kunnen de beeldcentralisten aan de slag, zodat de collega's op straat erop afkunnen.
Steden gaan ook aan de slag met andere vormen van 'slim' cameratoezicht voor overtredingen of misdrijven. In deze video zie je hoe Almere een 'slimme' camera gebruikt om personen 's nachts van een pier te houden. Ook zie je hoe de technologie achter de schermen heeft gewerkt in Den Haag. De gemeente deed vorig jaar een proef met acteurs om lachgasballonnen te herkennen:
Grote steden testen geweldsdetectie
De politie Den Haag werkt sinds 2020 met software die geweld herkent. Die wordt geleverd door het Utrechtse bedrijf Oddity.ai. Het enthousiasme in Den Haag heeft ertoe geleid dat de gemeente en politie Rotterdam de software sinds een aantal weken testen.
De proef duurt drie maanden. De geweldsdetectie zal vooral getest worden in het centrum en Rotterdam-Zuid, laat een woordvoerder van de gemeente weten. De software draait op maximaal 25 camera's: de hoeveelheid en welke camera's kan wisselen.
Ook Amsterdam bereidt een proef met Oddity voor. Dat project bevindt zich in een vroeg stadium: de gemeente kijkt eerst of de inzet aan de wet én interne regels van de gemeente voldoet. Als de juridische check klaar is, wil Amsterdam ook toetsen of de software doet wat die belooft.
"Op gemeentelijk niveau wordt veel geëxperimenteerd en uitgeprobeerd", zegt Bart Karstens van het Rathenau Instituut, dat onderzoek doet naar de impact van technologie. Karstens nam eerder de 'slimme stad' Eindhoven onder de loep, waar Oddity in 2019 voor het eerst werd getest.
"Vaak blijkt het lastig om van dit soort proefprojecten naar daadwerkelijk gebruik te gaan." Zo ook in Eindhoven: de gemeente maakt op dit moment geen gebruik van 'slim' cameratoezicht voor de openbare orde en veiligheid, laat een woordvoerder weten.
'Slimme' camera's, mag dat zomaar?
Gemeenten mogen camera's ophangen om de veiligheid op straat te handhaven. Er bestaan geen specifieke regels die gaan gelden zodra die camera's met extra software worden uitgerust. Wel moet de burgemeester dan opnieuw beoordelen waarom cameratoezicht noodzakelijk is, laat de toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens weten.
De beelden mogen maximaal 28 dagen bewaard worden, behalve als de politie ze nodig blijkt te hebben voor een onderzoek. De politie mag ze niet zomaar voor andere dingen gebruiken. Zo wilde de eenheid Den Haag de beelden van geweldsincidenten aanleveren aan Oddity, zodat die daar zijn algoritme mee kon trainen. Dat kon niet doorgaan omdat er juridisch (nog) geen akkoord voor is.
Geweld of stoeien?
In de praktijk blijkt 'slimme' software vaak niet écht slim. Dat weten ze ook in Den Haag. Het algoritme dat Oddity gebruikt, moet leren wat geweld is en wat niet. Door heel vaak beelden te laten zien die in een van die twee categorieën vallen, is het algoritme 'getraind' geweld te herkennen.
Althans, iets wat lijkt op geweld. In de praktijk slaat Oddity regelmatig aan op onschuldige bewegingen, vertellen de observanten van de politie Den Haag tegen RTL Nieuws. Een kind dat een radslag maakt, een wapperende vlag of twee meeuwen die om een patatje vechten.
"Soms is moeilijk te zien wat er gebeurt", zegt een observant. Als de software aanslaat op een vechtpartij tussen tieners, is het menselijk oordeel cruciaal. "Het lijkt alsof er flink gemept wordt, maar als je ziet dat ze daarna glimlachend met een arm om een schouder samen weglopen, weet je dat het vrienden waren die aan het stoeien waren."
Aan de andere kant is er ook bijvangst die wel nuttig bleek. Zo registreerde de software bij de politie Den Haag ook een aanrijding: een vrouw die door een auto werd geraakt en door de lucht vloog. Hoewel de observanten van elke melding noteren waar het daadwerkelijk om ging, wil de politie Den Haag die cijfers op dit moment niet delen.
Vaak onterecht meldingen
Cijfers zijn er wel uit Sittard-Geleen, die in handen zijn van RTL Nieuws. Daaruit blijkt dat de software in de praktijk veel vaker aanslaat op andere dingen dan geweld. In de Limburgse gemeente loopt sinds een jaar een proef met Oddity: twee camera's in Geleen en acht in Sittard-Centrum zijn met de software uitgerust.
In een periode van ruim vier maanden zag Oddity 34 geweldsincidenten. Ook sloeg de software 96 keer aan op bijvoorbeeld spelende kinderen, stoeiende mensen en boksbewegingen in de lucht: acties die het algoritme onterecht herkent als geweld.
Daar bovenop ging het alarm twee keer zo vaak af om meldingen die helemaal niet in de buurt kwamen van geweld of iets wat daarop lijkt: 260 in die periode. Toch is dat voor de gemeente Sittard-Geleen geen directe belemmering. Dit jaar vindt het tweede deel van het experiment plaats. Die is bedoeld om erachter te komen of de observanten écht wat aan de meldingen hebben.
"Het idee is dat agenten of boa's op straat sneller kunnen reageren", zegt Karstens van onderzoeksinstituut Rathenau. "Dat is nog niet zo makkelijk. Observanten moeten allerlei situaties gaan volgen die op geweld lijken, om er een paar uit te pikken waar het daadwerkelijk om een conflict gaat."
"Hoeveel sneller ben je er dan écht mee? In Eindhoven is het mij nooit helemaal duidelijk geworden welke winst werd geboekt. Dat is een vraag die ik nu nog steeds heb." Soms komt dat antwoord pas na een aantal jaar. Net zoals Den Haag heeft ook Den Bosch een aantal jaar ervaring met Oddity. Daar bleken de kosten uiteindelijk niet op te wegen tegen de voordelen.
"De geweldsdetectie was niet zo bruikbaar als gehoopt", laat een woordvoerder van de gemeente Den Bosch weten. "Zo werden er ook mensen die onverwachte bewegingen maakten of aan het dansen waren mee gedetecteerd en werd geweld niet altijd herkend. De geweldsdetectiesoftware gebruiken we niet meer sinds 1 maart 2024."
Personen en voorwerpen herkennen
Andere steden werken ook met andere vormen van 'slim' cameratoezicht. Bijvoorbeeld Almere. In het centrum van de stad loopt een pier het Weerwater in. Normaal een aantrekkelijke plek om over het water te kijken, maar tussen 23.00 en 6.00 uur is toegang verboden.
"Vooral in de zomer gaan jongeren op de pier zitten", vertelt Schal Sampat, manager cameratoezicht van Almere. "Het water versterkt het geluid dat ze maken: hun gesprekken en muziek die ze aanhebben."
De gemeente plaatste een bord om aan te geven dat de pier 's nachts gesloten is, maar dat hielp niet, zegt Sampat. "Jongelui lezen dat niet, zeker niet na een biertje."
De oplossing: een 'slimme' camera. Die herkent of er een persoon de pier oploopt. Zodra dat gebeurt, klinkt door een speaker een boodschap: "Het is niet toegestaan om hier om dit tijdstip aanwezig te zijn. U wordt hierbij verzocht de pier onmiddellijk te verlaten."
"Negen van de tien keer zien we dat de mensen daadwerkelijk uit beeld verdwijnen", zegt Sampat. "Dus er hoeft vaak geen boa of politie meer langs te gaan."
Aanpassen aan 'normaal gedrag'
Naast de vraag of technologie de oplossing biedt, vindt onderzoeker Karstens ook dat gemeenten moeten nadenken over de minder zichtbare gevolgen. "Is het fijn om rond te lopen door een straat met allemaal apparatuur die elke stap die je neemt opneemt én analyseert?", vraagt hij zich af. "Het kan het gedrag van mensen aanpassen, omdat zij 'normaal gedrag' willen vertonen. Hoe ver willen we daarin gaan?"
Technologie blijkt immers niet altijd dé oplossing. Den Haag besloot bijvoorbeeld om lachgasgebruikers toch niet met slimme camera's op te sporen. Volgens de gemeente werkte de software wel zoals gehoopt, maar was de technologische oplossing ingehaald door een andere middel. In januari 2023 werd lachgas namelijk al bij wet verboden, waarna ook de overlast verdween.
Aan de andere kant lonkt bij veel gemeenten ook de belofte van slimme camera's. In Almere denkt manager cameratoezicht Sampat inmiddels na over nieuwe mogelijkheden. Hij wil binnenkort beginnen met een proef om met camera's scooters in het centrum te herkennen.
"Overvallers rijden vaak op scooters", zegt hij. "We onderzoeken of we scooters kunnen detecteren op camera's bij geldautomaten en juweliers. En dan kijken of het goed uitpakt. Leveranciers van camera-algoritmes beloven veel, maar we moeten ook kijken of het werkt."