'Laat allerrijksten op aarde klimaatgeld betalen'
Op de wereldwijde klimaattop in Azerbeidzjan gaan de onderhandelingen deze week een nieuwe fase in. Ministers uit de hele wereld schuiven aan om knelpunten op te lossen. Belangrijkste onderwerp van gesprek: geld om arme landen te helpen met klimaatmaatregelen.
Veel landen hebben al gezegd dat geld essentieel is bij het opstellen van nieuwe ambitieuzere klimaatdoelen volgend jaar. Die hogere doelstellingen zijn nodig, omdat met de huidige aanpak de opwarming van de aarde onvoldoende wordt afgeremd.
In de video hieronder leggen we je uit waarom arme landen geld willen en hoeveel.
Een van de opties die genoemd wordt om het geld op te halen: het introduceren van een wereldwijde miljardairsbelasting.
Wereldwijde vliegtaks
Het is zeker niet het enige voorstel dat de ronde doet. Vervuilende sectoren belasten, zoals een wereldwijde vliegbelasting of belasting op scheepvaart zijn andere ideeën die al jaren geopperd worden. Net als het extra belasten van winsten van oliebedrijven.
Tot nu toe is de afspraak dat rijke industrielanden jaarlijks gezamenlijk honderd miljard dollar bij elkaar brengen. Dat geld is bedoeld voor ontwikkelingslanden om zich beter te kunnen voorbereiden op klimaatverandering.
Arme landen stoten veel minder broeikasgassen uit dan rijke, terwijl ze wel heel kwetsbaar zijn voor de gevolgen van de opwarming. Weersextremen als hitte, droogte of overstromingen door hevige regenbuien zorgen voor veel schade.
Fors hoger
Daarnaast moeten laaggelegen eilandstaten zich voorbereiden op een stijgende zeespiegel, die anders grote delen van hun grondgebied onleefbaar maakt. Bovendien zullen arme landen hun energievoorziening net als in het westen moeten verduurzamen, wat eveneens geld kost.
Op de klimaattop in Azerbeidzjan wordt daarom gesproken over het fors verhogen van de honderd miljard dollar. Ontwikkelingslanden willen meer dan het tienvoudige: 1300 miljard. Maar rijke landen, waaronder de EU, vinden dat veel te veel. Ook gaat het over de vraag waar het geld vandaan moet komen, en naar wie het moet gaan.
Hulporganisaties op de klimaattop zien wel wat in wereldwijde belastingmaatregelen, zeker voor de rijken der aarde. "Er lijkt hier een groeiend momentum te zijn om na te denken over eerlijker belastingen", zegt Agnes Schim van der Loeff van ActionAid.
Grootste vervuilers
Action Aid publiceerde onlangs het onderzoek Finding the Finance. "Het geld is er wel", zegt Schim van der Loeff. "En overheden hebben de macht om ervoor te zorgen dat de grootste vervuilers gaan betalen, en dat zijn ook vaak de allerrijksten."
Onderzoeker klimaatfinanciering Pieter Pauw van de TU Eindhoven denkt dat de voorstellen voor een wereldwijde belasting serieuzer zijn dan je op het eerste gezicht zou denken. Hij volgt de top vanuit Nederland.
"Een miljardairstaks bijvoorbeeld is helemaal geen gek idee. Zeker als je bedenkt dat miljardairs nu geregeld heel weinig belasting betalen. En tegelijk wel relatief veel CO2 uitstoten", zegt Pauw.
Serieus besproken
Uiteindelijk zullen dit soort voorstellen mogelijk toch serieus besproken worden, denkt hij. "Industrielanden gaan echt niet zomaar tien keer zo veel betalen", zegt Pauw. "Er moet dus ergens geld uit de hoge hoed komen."
"Het gaat maar om honderden tot enkele duizenden mensen op aarde, die tot de allerrijksten behoren", zegt Pauw. "Een belasting van twee procent, zou dan al snel 200 miljard dollar per jaar op kunnen leveren."
De bedenker van de miljardairstaks is Brazilië. Dat land is nu voorzitter van de G20 en volgend jaar voorzitter van de klimaattop. Mogelijk sorteert het land daarop voor, en wil het nu vast de optie op de agenda krijgen.
Gevoelige discussie
Klimaatgezant voor Nederland, Jaime de Bourbon de Parme, schat in dat het toch vooral 'wensdenken' is. Hij merkt dat de discussies op de top over geld 'heel gevoelig' liggen. "Er zijn grote belangen, en verschillende gezichtspunten, maar er moet toch een haalbaar doel komen."
Niet alleen wordt er gediscussieerd over de hoeveelheid geld, maar ook over wie het moet betalen. Niet alleen overheden, maar ook bedrijven zouden mee kunnen betalen. Door te investeren in projecten, waar ze vervolgens ook geld mee kunnen verdienen.
"Het ene land zegt: er moeten zoveel miljarden komen, maakt niet uit hoe", legt De Bourbon de Parme uit. "Terwijl wij zeggen: als het maar haalbaar is, met een bedrag en een doel voor over langere tijd."
Hoger bedrag haalbaar
Het vorige bedrag, de 100 miljard, werd vastgesteld op de Klimaattop in Kopenhagen in 2009. Daarbij werd afgesproken dat rijke landen dat bedrag vanaf 2020 bij elkaar zouden brengen, dus tien jaar later. De Bourbon de Parme denkt dat een soortgelijke afspraak met een hoger bedrag deze week haalbaar is.
Een besluit over een wereldwijde belasting zal er deze week niet komen, zeggen alle deelnemers. Landen heffen zelf belasting, en zullen dit nooit uit handen geven.
"Maar landen kunnen wel met elkaar afspreken dat het een goed idee is", zegt Pauw. "Want één ding is zeker: de kosten van niks doen voor het klimaat zijn uiteindelijk vele malen hoger dan de kosten van goed klimaatbeleid."
Bekijk ook onze reportage over Jelte, die zijn baan bij Shell opzegde en nu les geeft over energie en klimaat.