Helft volwassenen nog steeds te zwaar, ondanks Preventieakkoord
De helft van de volwassenen in Nederland had vorig jaar overgewicht, en dat is net zoveel als bij de invoering van het Nationaal Preventieakkoord in 2018. Het doel daarvan is onder meer om overtollige kilo's te bestrijden. De cijfers zijn het resultaat van onderzoek van het CBS in samenwerking met het RIVM, het Trimbos-instituut en expertisecentrum Pharos.
De overheid en zeventig maatschappelijke organisaties willen met het Preventieakkoord niet alleen bereiken dat mensen minder zwaar zijn, maar ook dat ze vaker nee zeggen tegen een sigaret of een borrel. Roken en problematisch alcoholgebruik onder volwassenen moet in 2040 zijn gedaald naar 5 procent, overgewicht naar 38 procent en ernstiger obesitas naar 7,1 procent.
Geen progressie
Wat betreft dat laatste is er dus nog geen progressie geboekt sinds de introductie van het Preventieakkoord. In 2021 lag het aantal volwassenen met overgewicht nog steeds op 50 procent, terwijl 14 procent zelfs leed aan obesitas.
Volgens Onno van Schayck, hoogleraar Preventieve Geneeskunde aan de Universiteit Maastricht, heeft de coronapandemie invloed gehad. Van Schayck maakt deel uit van een monitoringscommissie die op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid door het RIVM is opgesteld. "Bij de eerste evaluatie bleek dat er veel afspraken zijn die nog niet zijn nagekomen door corona en de uitzonderlijke omstandigheden die er daardoor ontstonden", zegt hij.
'Moet tandje bij'
De beoogde voortgang die nu zichtbaar zou moeten zijn als gevolg van het Preventieakkoord, is nog niet geboekt, zegt Van Schayck. "Bij een aantal zaken moet er echt een tandje bij, anders redden we het niet." Toch is het volgens hem mogelijk nog niet te laat voor een inhaalslag. "Alles kan, zolang de wil er maar is. Maar we moeten er echt bovenop zitten."
Maria Jansen, hoogleraar Populatiegericht Gezondheidsbeleid aan de Universiteit Maastricht, wijst erop dat er verschillen te zien zijn tussen groeperingen op basis van hun sociaaleconomische status. Overgewicht en roken komen bijvoorbeeld meer voor onder mensen met een lagere welvaart of een lager onderwijsniveau.
"Je ziet dat kwetsbare gezinnen en jeugdigen meer zijn gaan snacken omdat ze meer thuis waren en de verleiding groot was", zegt Jansen, doelend op de pandemie. Bijvoorbeeld kinderen met een 'gezonde opvoedingsstructuur' hebben er volgens haar minder last van gehad.
Aantal rokers gedaald
Uit het onderzoek blijkt dat het aantal rokers wel iets is gedaald: van 22 procent in 2018 naar 21 procent vorig jaar. Ook bij het drinken is een lichte daling te zien: 7 procent van de 18-plussers dronk overmatig alcohol, iets minder dan in 2018 en 2019. Het percentage zware drinkers (8 procent) bleef gelijk.
Wanneer spreken we van overgewicht en overmatig drankgebruik?
Van overgewicht is sprake bij mensen met een zogenoemde Body Mass Index (BMI) vanaf 25 en van obesitas bij een BMI vanaf 30. Het BMI is een soort maat voor de verhouding tussen je gewicht en je lengte. Overmatige drinkers zijn vrouwen die meer dan 14 glazen per week drinken en mannen die er meer dan 21 per week wegwerken. Een zware drinker ben je als je als man minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag drinkt of als je als vrouw minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol per etmaal achteroverslaat.