Hans leerde schrijven op zijn 53ste: 'Ze zeiden dat ik dom was'
Als de vrouw van Hans (nu 64) zijn dochter voorlas, ging hij naar de keuken. Alvast het eten klaarmaken, zei hij. In werkelijkheid vluchtte hij. "Het deed zeer. Ik kon mijn eigen dochter niet voorlezen. Even een uurtje met haar zitten en een boekje lezen. Dat heb ik haar nooit kunnen geven." Voor Hans voelde dat als een gemis in haar opvoeding, maar hij had geen keuze: Hans kon niet lezen en schrijven. "Af en toe doet dat nog steeds pijn."
Hans is niet de enige. In Nederland zijn naar schatting 2,5 miljoen mensen laaggeletterd. Dat betekent dat zij moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Hun niveau ligt onder het streefniveau van kinderen aan het eind van de basisschool. Meer dan de helft heeft Nederlands als moedertaal.
Aantal laaggeletterden neemt toe
Dat aantal blijft toenemen, zegt directeur van Stichting Lezen en Schrijven Geke van Velzen. En dat is problematisch, vertelt ze, omdat mensen tegen allerlei problemen aanlopen. "Je weg vinden in het ziekenhuis, een baan krijgen en behouden, financiële problemen. Dat zijn grote thema's waarop laaggeletterdheid tot uiting komt."
Toch zoeken veel mensen volgens haar geen hulp omdat ze zich schamen. Om het taboe te doorbreken, riep de stichting acht jaar geleden de taalheldenprijs in het leven: een prijs die wordt uitgereikt aan iemand die op latere leeftijd leerde lezen en schrijven. De prijs wordt woensdag uitgereikt door prinses Laurentien, die oprichter is van de stichting. Hans is samen met 34 anderen genomineerd.
Meedoen aan het RTL Nieuwspanel?
Van kabinet tot koningshuis, van geld tot gezondheid: in het RTL Nieuwspanel kun jij meepraten over welke kant Nederland op moet. Laat je stem horen! Aanmelden kan hier.
Hans was op het moment dat hij zijn dochter had willen voorlezen een jaar of 25 en al 9 jaar aan het werk in de bouw. Op zijn 14de stopte hij met school. Lezen en schrijven kon hij nauwelijks. "Alleen in de vijfde klas was er een schooldirecteur die me een klein beetje leerde lezen en schrijven. Aap, noot, Mies."
Vaak verhuisd
Dat hij niet goed leerde lezen, kwam onder meer doordat hij vaak verhuisde. "Ik zat op vier verschillende lagere scholen. Dan ben je meer bezig met vriendjes maken dan met de Nederlandse taal op school." Maar er speelde meer: Hans kreeg weinig aandacht, vertelt hij. Lette hij niet op, dan werd hij achter in de klas gezet waar hij nog minder aandacht kreeg. Moesten zijn ouders naar school komen, dan deden ze dat niet. Bij huiswerk kreeg hij geen hulp – "Als ik wat vroeg, zeiden mijn ouders: zoek het lekker zelf uit" – en zijn vader was ronduit gewelddadig.
Daarbovenop kreeg hij dagelijks van zijn ouders te horen dat hij dom was. 'Je bent zo dom, er komt niks van jou terecht', zeiden ze dan. Het woord dom gebruikt hij daarom ook nooit. "Het is een groot woord. Domme mensen zijn er niet. Je kunt mij een stuk hout geven en je krijgt een kozijn – ik heb alleen moeite met lezen en schrijven." Destijds zorgde de uitspraak er vooral voor dat hij nog minder moeite ging doen op school. "Ik dacht: ik hoef niet mijn best te doen, want ik ben toch dom."
Alles onthouden
Het leverde niet direct problemen op. In zijn latere werk, de bouw, had hij het lezen en schrijven niet zo nodig, vertelt hij. En in het dagelijks leven had hij een geheim wapen: "Mijn sterkste punt is dat ik alles kan onthouden." Dus als zijn vrouw hem één keer liet zien welke boodschappen ze nodig hadden, kon hij dat in het vervolg gewoon doen. "Soms liep ik wel drie keer de supermarkt door, maar het lukte wel."
Ook zijn plaagdierbestrijdingsdiploma haalde hij op die manier. 'Wonder boven wonder', zegt hij zelf. "Mijn vrouw heeft alle namen die ik moest weten opgeschreven, met me doorgenomen en op de wc gehangen. Ik heb ze herhaald en onthouden. Ik heb een gouden wijffie. Als ik deze vrouw niet had gehad, had ik niet geweten waar ik terecht was gekomen."
Leven in trucjes
Toch kostte het ook veel moeite en energie. "Het zijn allemaal trucjes waar wij in leven. Het zit zo ingebakken. We camoufleren alles." Reizen met het ov moest vooraf compleet gepland worden, brieven die hij moest ondertekenen nam hij mee naar huis om ze de volgende dag terug te brengen, en zijn bril liet hij thuis als hij wist dat hij moest lezen of schrijven. Dan kon hij de vergeten bril als smoesje gebruiken. "Je probeert altijd iemand anders voor je karretje te spannen."
Ook om uit eten te gaan, had hij hulp nodig. Vrienden hielpen hem met het lezen van de menukaart. "Vaak vroeg ik een collega wat hij had. Dan zei hij: biefstuk met gebakken aardappels. En zei ik: o, dat klinkt wel lekker. Doe mij dat ook maar. Want ik zie de menukaart, maar wat er staat... schiet mij maar lek. Dat was voor mij allemaal Russisch."
Een andere tactiek was heel onaardig doen tegen mensen. "En als ik bij de apotheker in de rij stond, had ik natuurlijk veel meer vragen omdat ik geen bijsluiter kon lezen." Dan verantwoordde hij waarom hij extra informatie wilde. "'Het zijn toch nieuwe medicijnen', zei ik dan, 'je wilt niet dat dat misgaat'."
Er waren geregeld mensen die zeiden dat hij op moest schieten. "Ik riep dan: 'houd je grote teringmuil, anders kom ik even naar je toe.' Dat was overbluffen. Ik had geen woorden om mezelf uit te drukken en als ik schold, bleven mensen op afstand en zouden ze niet nog meer vragen stellen."
Toch leren lezen
Dat duurde tot zijn 53ste. Want hoewel hij zich niet schaamde – vrienden en familie reageerden altijd positief en behulpzaam – liep hij er ook niet mee te koop. Het was zijn baas die hem destijds op kantoor bij zich riep. In rapporten die hij als plaagdierenbestrijder schreef, stonden de nodige taalfouten, kreeg hij te horen. "Ap in plaats van aap. Eo in plaats van oe. Hij vroeg me of ik moeite had met lezen en schrijven, en of ik daar wat aan wilde doen."
Dagelijkse update
Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update.
Dat wilde Hans. Hij ging op les en schopte het zo ver dat hij voor een klas van 350 kinderen kon voorlezen, met een staande ovatie tot gevolg. Inmiddels geeft Hans lezingen in bedrijven en scholen. "Ik wil kinderen waarschuwen. De volgende groep laaggeletterden staat alweer klaar. Als ik zie dat mensen 'ff' schrijven in plaats van 'even'.... Ze moeten eigenlijk hun telefoontje inleveren, naam erop, en niet meer gebruiken tijdens de lessen."
Hij is trots, zegt hij. "Dat ik mensen kan helpen." En hij hoopt dat mensen hulp durven te vragen. "Stap naar voren. Vraag hulp. Mensen willen je heus helpen, maar je moet zelf de stoute schoenen aantrekken. Je hoeft je niet te schamen om te zeggen: 'Ik ben ook een soort Hans.'"
Aantal laaggeletterden neemt toe: 'Moeilijk om ze te bereiken'
In Nederland zijn miljoenen mensen laaggeletterd. De Rekenkamer publiceerde in 2016 voor het laatst cijfers, toen ging het om 2,5 miljoen mensen. Er is geen aanleiding om te denken dat dit aantal de afgelopen jaren gedaald is.
Meer dan de helft van de laaggeletterden heeft Nederlands als moedertaal. Een andere groep komt laaggeletterd naar Nederland. Laaggeletterdheid wordt vaak doorgegeven van ouder op kind. Nieuwe cijfers verschijnen volgend jaar, directeur van de Stichting Lezen en Schrijven Geke van Velzen verwacht dan een toename te zien.
Dat heeft te maken met vergrijzing, legt ze uit. "Word je ouder, dan gaat je taalvaardigheid achteruit als je dat niet bijhoudt." Daarnaast is er een toename van laaggeletterde mensen die naar Nederland komen en van jongeren die met te weinig taal- en/of rekenvaardigheden van school gaan.
Gemeenten krijgen geld om cursussen in te kopen voor laaggeletterde mensen, vertelt ze, en voor die cursussen bestaan wachtrijen. "De vraag naar ontwikkeling is nu dus groter dan het aanbod." En dan wordt nog lang niet iedereen bereikt. "De grootste opgave is mensen overtuigen dat leren ook iets voor hen is."