Huiveringwekkend verhaal overlevende migrantenboot: 'Geschreeuw gaat niet uit mijn hoofd'
De hoop op een beter leven eindigde twee weken geleden voor honderden migranten op de bodem van Middellandse Zee. Als één van de weinige overlevenden kan de 24-jarige Salim uit Syrië navertellen wat er gebeurde aan boord van die oude, overvolle vissersboot. Veel anderen hadden minder geluk in gevecht met het water. "Ik dacht dat dit het einde was. Ik was bang om diep in de duisternis van de zee te verdwijnen."
Waarschijnlijk verdronken honderden mensen voor de kust van Griekenland. Hun lichamen liggen in het schip op de zeebodem. 104 mensen werden levend uit het water gered.
Vertel mijn verhaal
Een van hen is de 24-jarige Salim (zijn echte naam is bekend bij de redactie). "Vertel mijn verhaal, broeder", zegt hij luid als hij de telefoon opneemt. "Iedereen voelt hier dat we er niet echt toe doen. Het is oneerlijk." De Syriër vindt dat er te weinig media-aandacht is voor de ramp. "We waren heel even in het nieuws, en daarna zijn we vergeten."
Vanuit het vluchtelingenkamp in het Griekse Malakasa, waar alle overlevenden zitten, zegt Salim aan RTL Nieuws dat hij zijn deel van het verhaal graag met de wereld wil delen.
Zoals bij veel Syriërs is voor Salim de naderende militaire dienst en het moeten meedoen in de oorlog in eigen land de reden om te vertrekken. Hij laat zijn geliefde stad Damascus, zijn studie Arabische literatuur en zijn werk als zweminstructeur achter. "Ik voelde me onveilig in mijn vertrouwde wereld. Daarom dacht ik dat vluchten naar een nieuwe plek die misschien ooit vertrouwd zou voelen, een oplossing zou zijn".
In november vertrekt hij met een 21-jarige neef. De eindbestemming moet Nederland worden, omdat vrienden uit zijn kindertijd en familieleden er wonen.
Spel van leven en dood
Het lukt Salim en zijn neef om Libië te bereiken. Daar komt hij in contact met een smokkelaar die hem voor 4000 euro naar Italië kan brengen. Hij en anderen krijgen de belofte dat ze overtocht gaan maken op een groot en veilig schip, geschikt voor 450 mensen. Er zou genoeg te eten en drinken zijn voor tien dagen, de reis naar Europa duurt slechts drie dagen.
Een spel van leven en dood dat je op een gegeven moment gedwongen moet spelen.
De smokkelaar laat hem ook foto's en filmpjes zien van schepen, die volgens hem in Italië aan waren gekomen. "Ik ben niet naïef. Ik weet dat heel veel vluchtelingenboten gezonken zijn. Maar als je nergens terechtkan, dan wordt het een spel van leven en dood dat je op een gegeven moment gedwongen moet spelen."
Mensen als goederen
Salim en vele andere migranten wachten in Libië maar liefst twee maanden tot de reis naar Italië kan beginnen. Deze tijd brengen ze door in een huis dat door de smokkelaar wordt geregeld. Drie dagen voor ze vertrekken, worden ze naar een klein huisje gebracht, waar ongeveer 300 mensen bijna letterlijk op elkaar zitten. "Smokkelaars noemen het een pakhuis, omdat ze daar mensen als goederen stapelen voordat ze hen op de boot zetten. Door de drukte kun je daar niet liggend slapen, dat moet zittend."
Op de dag van de reis worden Salim en de rest van de migranten die in het 'pakhuis' verblijven met een vrachtwagen naar het strand in de Libische kustplaats Tobroek gebracht. Als ze onder bedreiging alle tassen moeten achterlaten, waar eten en drinken inzit, worden ze verdeeld in zes groepen van 50 mensen. De groepen worden met een kleine boot om de beurt naar de grotere vissersboot gebracht.
Er werd gedreigd dat ze neergeschoten zouden worden.
De vissersboot voldoet niet aan de beloftes die de smokkelaars hadden gedaan. Geen groot en veilig schip. "De vissersboot was klein en overvol. Je kon er nauwelijks staan. Enkele mensen hebben gezegd dat ze terug naar het strand wilden, maar er werd gedreigd dat ze neergeschoten zouden worden."
Dode lichamen
Na drie dagen varen, is het eten en drinken aan boord op. De smokkelaars onder elkaar mompelen, vluchtelingen aan boord krijgen het vermoeden dat er iets aan de hand is. "We waren verdwaald en we kwamen in Griekse wateren terecht", zegt Salim. Daar blijft de boot drie dagen rondvaren. De angst bij de mensen groeit. "Ik dacht niet eens aan het feit dat de boot kon zinken, maar ik was erg bang dat ik om zou komen van de dorst."
Op de vijfde dag gaat volgens Salim voor het eerst iemand dood aan boord, vanwege de dorst. "Ik zag dat iemand, in een deken gerold, aan de kant was gelegd." Later op de dag hoort Salim dat er nog zes lichamen in de onderste laag van het schip liggen.
Door angst, honger en dorst werden veel mensen meedogenloos.
Het overlijden van deze mensen zorgt ervoor dat deel van de passagiers in opstand komt. Ze eisen van de smokkelaars dat ze via de radio om hulp vragen. Een ander deel van de mensen wil dat niet uit angst dat ze Europa niet bereiken. Ze willen ondanks alles door met de reis tot ze in Italiaanse wateren zijn. "Door angst, honger en dorst werden veel mensen meedogenloos. Mensen gingen tegen elkaar schreeuwen en elkaar duwen. Het leek alsof ze alle fatsoen kwijt waren", vertelt Salim.
Onverschilligheid is er ook aan boord. Salim: "Ik hoorde mensen zeggen: wat er ook gebeurt, het maakt me allemaal niet meer uit."
De vissersboot zoals Salim die beschrijft:
• De vissersboot heeft een lengte van rond de 20 meter.
• De boot heeft drie lagen: het dek, de middelste laag en de onderste laag waar de gevangen vis normaal wordt bewaard.
• De boot is overvol. Daardoor kunnen mensen zich niet verplaatsen als ze bijvoorbeeld naar de wc willen. Daarom doen ze hun behoefte in een zak of in zee.
• In de onderste laag zijn de omstandigheden het slechtst. Die is ongeveer 3 bij 3 meter, erg benauwd en het stinkt er naar vis. Je komt hier via een buis en een ladder. Hier zitten rond de 40 mensen tijdens de reis.
• De smokkelaars plaatsen de mensen willekeurig op de boot. Als je van één van de onderste lagen naar het dak wilt verhuizen, moet je daarvoor geld aan de smokkelaars betalen.
• Salim, die in de onderste laag zat, betaalt 50 euro om naar het bovenste dek te kunnen verhuizen.
De smokkelaars vragen uiteindelijk toch om hulp. Het duurt ongeveer een dag voor de Griekse kustwacht aankomt. Het is rond één uur 's nachts. Salim: "We moesten achter hen aan varen. Ze zouden ons naar Italiaanse wateren begeleiden. Dit is tenminste wat aan boord werd gezegd."
Na een stuk varen, komt de migrantenboot stil te liggen. De motor is stuk. "De kustwacht heeft onze boot met een touw vastgebonden aan hun schip. Ze begonnen met een grote snelheid te varen, door de snelheid kantelde de boot naar rechts. Tientallen mensen vielen van het dek af, de zee in." De kustwacht zou daarna het touw hebben doorgeknipt.
Dan gaat het heel snel. De boot komt volledig op zijn kop te liggen. Mensen beginnen hard te schreeuwen. Salim ziet hoe de mensen die aan de rechterkant van de boot zitten, geplet worden tussen de reling en degenen die op hen vallen. "Dit gebeurde in enkele seconden," zegt hij. "Daarna kantelde de boot volledig en lag hij op zijn kop. Zelf viel ik in het water."
'Angst om te stikken'
Zodra Salim weer boven water komt, klampen mensen zich aan hem vast. Hij voelt dat mensen die onder water zijn, zijn voeten proberen vast te pakken. Hij wordt naar beneden getrokken. Mensen die nog boven water zijn, trappen tegen zijn hoofd, rug en schouders. "Ik kreeg veel water binnen en kon geen weerstand meer bieden. Ik dacht dat dit het einde was, ik was bang om te stikken en diep in de duisternis van de Middellandse Zee te verdwijnen."
De stemmen van de schreeuwende mensen ratelen nog steeds in mijn hoofd.
Salim doet een paar pogingen om los te komen. Uiteindelijk lukt het hem. Hij zwemt een klein stukje van de zinkende boot vandaan en ziet mensen om zich hen verdrinken. "De stemmen van de schreeuwende mensen ratelen nog steeds in mijn hoofd."
Achter zich ziet hij hoe groot de ramp is die zich aan het voltrekken. "Ik zag silhouetten van tientallen drijvende mensenlichamen."
Ketting met nummer
Na ongeveer 45 minuten komt de kustwacht terug. Een kleine rubberen reddingsboot wordt ingezet om overlevenden uit het water te halen. "Met een zoeklicht scheen het reddingsteam op de drijvende mensen. De doden werden opzij geduwd, overlevenden werden naar het grote schip gebracht." De reddingsoperatie duurt ongeveer drie tot vier uur.
Vanaf zee hoort Salim nog mensen schreeuwen, waardoor hij nog hoop heeft dat zijn neef nog leeft. "De geluiden werden steeds minder, en uiteindelijk was het stil. En daarmee was mijn hoop weg."
Griekse kustwacht ontkent
De overlevenden, onder wie Salim, zijn naar de haven van de kustplaats Kalamáta gebracht. "Ze hebben onze namen genoteerd en vroegen ons een ketting te dragen met een nummer erop. We zijn nummers", zegt Salim.
Dat de scheepsramp mogelijk is veroorzaakt toen de Griekse kustwacht het schip probeerde weg te slepen, wordt niet alleen door Salim beweerd, maar ook door andere overlevenden.
Een onderzoekscollectief, Lighthouse Reports, heeft 16 overlevenden gesproken in het Griekse vluchtelingenkamp Malakasa. Zij zeggen, net als Salim, dat een schip van de kustwacht een touw aan het vissersschip heeft vastgemaakt om het weg te slepen. Dat veroorzaakte instabiliteit, waardoor het schip kapseisde.
Griekenland ontkent tegen Reuters het schip te hebben weggesleept. Volgens de Griekse kustwacht bevond het dichtstbijzijnde reddingsschip zich op 70 meter afstand toen het vissersschip zonk.
Volgens de kustwacht zouden de opvarenden hun hulp hebben afgeslagen, omdat ze naar eigen zeggen niet in gevaar waren.