Stropers aangepakt

Het gaat goed met de Afrikaanse olifant – maar niet iedereen is daar blij mee

Door Machiel Rebergen··Aangepast:
© APHet gaat goed met de Afrikaanse olifant – maar niet iedereen is daar blij mee
RTL

Het aantal olifanten in de zuidelijke Afrikaanse landen Angola, Botswana, Zambia, Zimbabwe en Namibië is sinds 2016 licht gestegen. "Dit is na een scherpe daling in de twintig jaar vóór 2016 geweldig nieuws", zegt olifantenexpert Christiaan van der Hoeven van het Wereld Natuur Fonds. Hij is vaak in het gebied voor projecten die ervoor moeten zorgen dat de lokale bevolking en de wilde dieren op een goede manier kunnen samenleven.

Volgens de telling bestaat de totale populatie in de vijf Zuid-Afrikaanse landen nu uit 227.900 olifanten. Dat is ietsje meer dan het aantal bij de vorige telling in 2016: toen waren het er nog 216.970.

De vijf betrokken landen namen zelf het initiatief tot het onderzoek, zegt Van der Hoeven. Sinds 2011 zijn de vijf landen verenigd in de organisatie KAZA Transfrontier Conservation Area. De naam KAZA is afgeleid van twee belangrijke rivieren aan de grenzen, de Kavango en de Zambezi. Samen maken ze beleid om natuurbeheer en economische ontwikkeling voor de bevolking te stimuleren.

Stroperij aan banden gelegd

De olifantenexpert is 'niet totaal verbaasd' door de nieuwe resultaten, 'maar wel heel gelukkig' met de bevestiging. "Ik kom vaak in dit gebied, en door alle gesprekken en mijn eigen observatie had ik al sterk de indruk dat het goed ging met de olifanten. Dat is prachtig, zeker als je bedenkt dat in de twintig, dertig jaar vóór de vorige telling de populatie zorgwekkend snel terugliep. Als dat in hetzelfde tempo was doorgegaan, hadden we nu véél minder olifanten over gehad."

Twee belangrijke oorzaken zijn beter natuurbeheer en een afname van stroperij, zegt hij. Natuurbeschermers hebben het stropers moeilijker gemaakt door gecoördineerd samen te werken. "En wat hierin ook erg belangrijk is geweest: China legt sinds 2018 de handel in ivoor veel strenger aan banden. China was een belangrijke markt voor de handel in illegaal ivoor. Het strengere handhaven heeft echt enorm geholpen."

De vijf landen in zuidelijk Afrika.© RTL Nieuws
De vijf landen in zuidelijk Afrika.

Voor het onderzoek werden met acht vliegtuigjes vluchten uitgevoerd boven het complete gebied van ruim 520.000 vierkante kilometer. Bij elkaar legden ze ruim 67.000 kilometer af. Op elke vlucht zaten twee observators die olifanten telden. Er waren 47 mensen betrokken bij het onderzoek, dat liep van augustus tot en met oktober 2022.

Een kudde door een maisveld

Volgens Van der Hoeven is dit onderzoek een belangrijk uitgangspunt voor niet alleen natuurbeheer, maar ook voor economische ontwikkeling die ten goede kan komen aan de bevolking. Er zijn namelijk weleens spanningen tussen natuur en bevolking, legt hij uit. "Dat is ook begrijpelijk. Voor ons zijn deze dieren het beschermen waard. Ze hebben voor die landen en hun natuurparken ook grote waarde voor het toerisme."

Aan de andere kant: voor de lokale bevolking en lokale overheden zijn ze vaak 'een stressfactor'. Denk aan lokale boeren die een maisveld aanleggen. Banjert daar een kudde olifanten overheen om alles op te eten, dan ben je minder blij. "Maar er kunnen ook conflicten optreden met grotere economische activiteiten, zoals mijnbouw, of de aanleg van een waterkrachtcentrale," zegt hij.

Zelf maakt de bioloog elk jaar zo'n twee reizen door het gebied. Juist om te helpen met oplossingen om dat spanningsveld te verminderen. "Als we de wilde dieren willen beschermen, moeten we ook de economische belangen van de bevolking beschermen. Ik begin altijd met de vraag welke problemen ze ervaren."

Lintdorpen clusteren

Het antwoord is vaak: olifanten eten onze gewassen op, of vertrappen ze. Van der Hoeven: "Interessant is nu dat veel mensen daar in lintdorpen wonen, dus heb je een lange sliert van woningen en akkers. Een kudde migrerende olifanten kan dat niet ontwijken, die móet daar ergens doorheen, op weg naar een drinkplaats bijvoorbeeld."

Een oplossing die het Wereld Natuur Fonds op veel plekken in de wereld aandraagt, is zulke lintdorpen helpen clusteren. Ook worden boeren geholpen om op een kleiner oppervlak efficiënter te zijn, zodat hun opbrengsten van de akkers groter worden. Tegelijk worden corridors aangelegd zodat kuddes langs gerichte routes migreren, waar ze geen schade aanrichten.

Olifanten in Namibië.© ANP / Roel Burgler
Olifanten in Namibië.

"Op veel plekken lukt dat heel goed", zegt Van der Hoeven. "Dan zijn de dieren geen bedreiging meer, maar een economische kans. Je kunt dan als bevolking meeprofiteren van het toerisme, bijvoorbeeld door een toeristische lodge te beginnen of door gewassen te verkopen aan de toeristische sector."

Modern natuurbeheer

Overigens is het volgens Van der Hoeven onvermijdelijk dat mensen en dieren in hetzelfde gebied leven – althans als je op een goede manier aan natuurbeheer doet. "De ouderwetse manier van natuurbeheer is: een hek eromheen, zodat de dieren er niet uit kunnen. Dat is in dit gebied niet eens mogelijk, het is veel te groot. Maar zelfs als het zou kunnen, moet je het niet willen. Dan krijg je een situatie als in Rwanda en Ghana, namelijk dat er buiten het hek geen ontwikkeling van de economische situatie is. Daar heeft de bevolking niets aan."

Volgens Van der Hoeven kan dit nieuwe onderzoek ook helpen lokale overheden en bewoners ervan te overtuigen om zulke maatregelen te nemen. "Vorige onderzoeken waren altijd kleiner en lokaler", legt hij uit. "Dit is echt een overkoepelend onderzoek over het hele gebied."

Ook belangrijk: het onderzoek heeft een stempel van goedkeuring gekregen van de International Union for Conservation of Nature (IUCN), een mondiale organisatie voor natuurbeheer. Dat geldt als een stempel van objectiviteit, volgens de bioloog. "Het zegt: de resultaten zijn bewezen volgens een deugdelijk wetenschappelijk onderzoek. Als je dan met lokale overheden naar oplossingen zoekt, ben je veel meer een serieuze gesprekspartner en minder een individuele partij met een individueel belang."

Bedreigingen zijn er nog wel, zegt hij. Op de eerste plaats de aantasting van het leefgebied van wilde dieren, door economische activiteiten van mensen. Ten tweede klimaatverandering: "Je hebt langere periodes van droogte, wat voor problemen zorgt met drinkwater en voedsel - voor mens en dier. En dan zijn er periodes met overdadig veel regen, waardoor oogsten mislukken en vruchtbare grond wegspoelt." Op de derde plaats is ook de stroperij - hoewel sterk afgenomen - nog steeds een probleem.

Kunnen er te véél olifanten zijn?

De vraag of er ook te véél olifanten zouden kunnen zijn, schuift hij snel terzijde: "Er is misschien te weinig ruimte, maar er zijn niet te veel olifanten."

Om dat vervolgens toe te lichten: "Het klopt dat olifanten jonge boompjes uit de grond halen en zo de natuur verschralen. Maar dat willen ze eigenlijk niet. Ze zouden veel liever hier en daar een paar blaadjes van de bomen plukken. Als ze gekeerd worden door een hek, of een pepergranaat, en ze moeten toch eten, ja dan gaan ze voor zo'n jonge boom. Maar als je de omstandigheden voor mens en dier op elkaar afstemt, zullen ze dat niet doen."

Lees meer over
WNFOlifantNatuurbeheerStroperijAngolaBotswanaZambiaZimbabweNamibië

Laatste video's van RTL Nieuws

02:13
Ondergronds in Oekraïense dronefabriek: oorlog woedt ook in deze kelder
Wapenindustrie

Ondergronds in Oekraïense dronefabriek: oorlog woedt ook in deze kelder