Brexit blijft zijn schaduw werpen over Britse economie: 'Lange weg te gaan'
Hardnekkige inflatie, oplopende schulden, lage arbeidsproductiviteit en een teleurstellende groei: de Britse economie rammelt aan alle kanten. Analisten vragen zich inmiddels hardop af of premier Rishi Sunak zijn gemaakte beloftes bij zijn verkiezing wel kan waarmaken.
Sunak stipte begin dit jaar vijf grote prioriteiten aan voor zijn land. Hij wil de economie laten groeien, de staatsschuld terugdringen, de wachtlijsten in de gezondheidszorg aanpakken, overtochten van migrantenboten in het Kanaal stoppen en de inflatie halveren. Maar vooralsnog komt daar nog weinig van terecht.
Lichtpuntje
Toegegeven: de prijzen stijgen minder hard dan verwacht. Afgelopen maand was het leven voor de Britten 7,9 procent duurder dan een jaar eerder, tegenover 8,7 procent inflatie in mei.
Toch is het slechts een bescheiden lichtpuntje: de inflatie was in juni nog altijd vier keer hoger dan de doelstelling van de Britse centrale bank. Daarnaast is er een tekort aan arbeidskrachten en kampt het nationale zorgstelsel met hoge werkdruk en lange wachtlijsten.
Stagnatie
De Britten krijgen hun economie in de post-brexitjaren maar niet aan de praat. "De Britse economie heeft zich in de afgelopen drieënhalf jaar maar matig ontwikkeld", zegt Stefan Koopman, econoom bij de Rabobank en gespecialiseerd in de Britse economie en brexit. "Het bruto binnenlands product is zelfs nu nog steeds niet terug op het niveau van voor de brexit en de pandemie."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Het is duidelijk: de Britse economie heeft last van stagnatie. Terwijl andere landen wel weer weten te groeien (zo staat Nederlandse economie intussen 7 procent boven de oude piek) laat ons overzeese buurland een andere trend zien.
Gapend gat
Koopman schat in dat het land 5 tot 6 procent aan economische groei mist ten opzichte van de oude trend. "Ook wanneer je vergelijkingen maakt met andere Europese en westerse economieën, die zich voor de pandemie en brexit op eenzelfde manier ontwikkelden als de Britse economie, dan kom je uit op een gapend gat van ruim 5 procent."
Volgens hem kan je dit niet los zien van de brexit. Die noemt hij dé factor die het Verenigd Koninkrijk (VK) onderscheidt van andere landen. Op 1 januari 2021 stapten de Britten uit de Europese gemeenschappelijke markt. Sindsdien is er geen vrij verkeer meer van personen en goederen.
Er kwam een nieuw handelsakkoord voor in de plaats met invoertarieven en douanecontroles. Daarnaast heb je nu in veel gevallen een werkvisum nodig om te mogen werken in het VK.
'Zakendoen blijft ingewikkeld'
Al die nieuwe regels zorgen ervoor dat ondernemers minder gemakkelijk zaken kunnen doen met het land. "Douane-inspecties zijn nog altijd ingewikkeld en de wachtrijen zijn door personeelstekorten aan Britse kant nog niet allemaal opgelost", zegt Anton Valk van de Nederlands-Britse Kamer van Koophandel (NBBC). "Net als de mogelijkheid voor bedrijven om personeel tijdelijk naar het VK te sturen. Zowel in de maakindustrie als de dienstverlening blijft dat gewoon lastig."
Er is wel verbetering onder premier Sunak, merkt Valk. "Onder Boris Johnson was brexit meer een ideologie. Er is nu meer bereidwilligheid om samen tot oplossingen te komen. Het grensconflict met Noord-Ierland is opgelost en de nieuwe Britse regering schrapt veel minder EU-wetten dan was aangekondigd. Er is een andere sfeer."
Maar de grootste zorg voor ondernemers is toch de haperende economie. Valk: "Die draait gewoon niet goed. Dat betekent voor bedrijven een risico, omdat er misschien geen markt is om producten af te zetten. Na de onzekerheid over brexit is er nu de onzekerheid over welke kant de economie opgaat."
Boven of onder de armoedegrens
"De Britten voelen de hoge supermarktprijzen in hun portemonnee", zegt correspondent Anne Saenen vanuit Londen. "Het verschil met Nederland is dat het sociale vangnet vrij klein is in het VK. Als de prijzen hard stijgen, vallen veel mensen die tegen de armoedegrens aanlopen, daar net onder", zegt ze.
"Dat zagen we al tijdens de coronapandemie en inmiddels wordt ook langzaam met de beschuldigende vinger naar brexit gewezen." Die brexit zorgt ook mede voor lange wachtrijen in de zorg en een groot tekort aan personeel. De regering hoopt dat op te lossen met speciale visa voor beroepen waar personeelstekorten zijn.
Een andere grote zorg voor gezinnen is de gestegen rente. Saenen: "In tegenstelling tot Nederland hebben de meeste Britten met 2 tot 5 jaar een relatief korte looptijd van hun hypotheek. Door de gestegen rente zitten zij bij het vernieuwen van hun hypotheek ineens met veel hogere maandlasten. Dat gaat vaak om honderden ponden per maand. Terwijl de lonen niet zo hard meestijgen."
'Gebaat bij stabiliteit'
De economische vooruitzichten zijn voorlopig niet bijster goed. Dankzij een daling van de gasprijzen is het doemscenario van een recessie afgewend, maar het beeld van stagnatie houdt aan, voorziet econoom Koopman. Om het tij te keren is volgens hem een belangrijke rol weggelegd voor de Britse centrale bank, wiens renteverhogingen de inflatie moeten beteugelen. De Britse regering moet daarbij zorgen voor een beter investeringsklimaat voor bedrijven.
"Bedrijven zijn gebaat bij stabiliteit en dat is jarenlang niet geleverd met de rommelig verlopen brexitonderhandelingen met de Europese Unie", zegt Koopman. "Sunak doet het wel beter dan zijn voorgangers Johnson en Truss, maar er is nog een lange weg te gaan."