Zo schraapt het kabinet 17 miljard voor koopkrachtsteun bij elkaar
Om huishoudens te hulp te schieten die zuchten onder de hoge energieprijzen en de dure boodschappen, trekt het kabinet maar liefst 17,2 miljard euro uit volgend jaar. Dat geld moet natuurlijk wel ergens vandaan komen. In dit stuk leggen we je uit waar het kabinet dit gigantische bedrag vandaan wil halen.
Met maatregelen zoals het instellen van een plafond voor wat huishoudens maximaal kwijt zijn aan energie tot een forse verhoging van de zorgtoeslag, hoopt het kabinet te voorkomen dat miljoenen Nederlanders in armoede belanden.
De miljardenuitgaven die het kabinet (vooral) volgend jaar doet, kan het onder meer doen dankzij enkele meevallers die verder weinig reden tot vreugde geven.
1. Gronings gas: 2,3 miljard
De eerste meevaller komt uit de Groningse bodem. Waar consumenten en bedrijven veel last hebben van de hoge gasprijs, profiteert de overheid ervan. Het Groningse gas levert namelijk een stuk meer op en dat zorgt voor extra inkomsten voor de staatskas.
Uitgesmeerd over meerdere jaren verwacht het ministerie van Financiën dat het 8,4 miljard euro van de gasbaten kan inzetten om de extra uitgaven te coveren. Voor volgend jaar gaat het om een bedrag van bijna 2,3 miljard.
En ook een andere ontwikkeling die zand in de economische motor gooit - de krapte op de arbeidmarkt - levert de overheid geld op. Veel van de plannen van het kabinet kunnen daardoor simpelweg niet worden uitgevoerd.
2. Niet uitgegeven: 2,1 miljard
Er zijn te weinig installateurs om alle warmtepompen en zonnepanelen te installeren waar subsidie voor te vergeven is. En ook te weinig bouwvakkers om alle bouw- en infrastructuurprojecten uit te voeren die de overheid heeft gepland.
Het geld dat hiervoor was gereserveerd, gaat terug de schatkist in. Dat heet 'onderuitputting'. Dat levert dit jaar een meevaller op van 2,1 miljard euro en volgend jaar nog eens, verwacht het ministerie van Financiën. En in 2024 nog eens een half miljard.
3. Afromen extra winsten energiebedrijven: 2 miljard
Er komt een meevallerbelasting, op de extra winsten die energiebedrijven boeken dankzij de hoge energieprijzen. Dat is een plan van de Europese Unie. Nederland wil dit regelen via de mijnbouwheffing. Deze levert volgend jaar naar verwachting ruim 2 miljard euro op.
4. Verhogen belastingen: 1,7 miljard
En niet alleen bovengenoemde categorie bedrijven moet meebetalen aan de hulp voor huishoudens. Ook de winsten van andere bedrijven worden zwaarder belast. Het lage tarief van de vennootschapsbelasting gaat namelijk omhoog en dat levert ruim anderhalf miljard euro op.
Verder gaat de overdrachtsbelasting die beleggers op de woningmarkt moeten betalen bij verkoop van een huis omhoog. Dat is goed voor 130 miljoen euro extra belastingopbrengsten volgend jaar.
5. Afschaffen belastingvoordelen: 700 miljoen
Behalve het verhogen van belastingen is er nog een knop waar de overheid aan kan draaien: het verlagen van belastingvoordelen. Dit gebeurt onder meer door een belastingvoordeel voor ondernemers met een eigen zaak in te perken. Het afschaffen van de zogeheten doelmatigheidsmarge levert ruim een half miljard euro op.
Daarnaast wordt de zelfstandigenaftrek, een belastingvoordeel voor zzp'ers, sneller afgebouwd dan gepland. En dat levert nog eens 173 miljoen euro op.
6. Terugdraaien korting: 5,4 miljard
Omdat er nog wordt gewerkt aan de belangrijkste compensatiemaatregel, het instellen van het prijsplafond voor energie, is bovenstaande rekensom nog niet helemaal compleet.
Dat kan ook niet, want het is nog niet duidelijk hoeveel deze maatregel gaat kosten. Ook dat is niet zo verwonderlijk, want het prijskaartje is afhankelijk van de ontwikkeling van de gasprijs. Hoe hoger de gasprijs volgend jaar, hoe meer de overheid moet bijspringen.
Voor een deel is al wel duidelijk waar dit geld vandaan komt. Het kabinet schrapt namelijk een andere steunmaatregel: het tijdelijk verlagen van de energiebelasting. Dat kostte 5,4 miljard, die het kabinet nu dus gaat gebruiken voor de prijsplafondmaatregel.
Als alle bovenstaande maatregelen niet genoeg opleveren, zal er nog ergens anders extra geld vandaan moeten komen. Over het hoe en waar neemt het kabinet in het voorjaar van 2023 een besluit, schrijft minister van Financiën Sigrid Kaag.