Andrea Agnelli: Juventus-baas die ervoor kiest onaardig te zijn
Andrea Agnelli heeft voetbalclub Juventus, dat vandaag de return speelt in de kwartfinale van de Champions League tegen Ajax, teruggebracht naar de top. Geheel in de traditie van de club gaat dat op een efficiënte maar vooral ook genadeloze manier.
Andrea Agnelli (43) heeft zijn naam mee. Als enige van de huidige generatie heeft hij de iconische naam van zijn opa, de oprichter van autobedrijf Fiat Giovanni Agnelli, en diens charismatische zoon Gianni Agnelli. Zijn neefjes John en Lapo werden al op jonge leeftijd meer naar voren geschoven in het familiebedrijf. Maar hun achternaam is niet van hun moeder (een Agnelli) maar die van hun Franse vader: Elkann.
John Elkann was al op jonge leeftijd aangewezen om het miljardenbezit van de Agnelli-familie te beheren. Maar ook voor Andrea, als zoon van Umberto Agnelli, de jongere en voor Fiat minder belangrijke broer van Gianni, was de toekomst voorbestemd. Ergens in het familie-imperium - dat naast het huidige Fiat-Chrysler ook vrachtwagens, landbouwmachines, de Ferrari Formule1-stal, een uitgeeftak en voetbalclub Juventus omvat - zou een plekje voor hem zijn.
Omkoopschandaal
Het werd na een carrière bij Ferrari en bij Philip Morris op zijn 34e het presidentschap van Juventus. Andrea kwam daar binnen in een periode dat de wonden van het grote omkoopschandaal uit 2006 nog werden gelikt. Juventus was teruggezet naar de serie B en presteerde ondanks een snelle terugkeer niet naar behoren.
Maar onder Agnelli werd een ambitieus project gerealiseerd. In 2011 werd een nieuw stadion geopend en dat was in tegenstelling tot wat gebruikelijk is in Italië in eigen bezit. De 122 miljoen euro die dat kostte was een investering die volgens Agnelli de club moest terugbrengen naar de top.
En zo geschiedde. Sinds 2012 zijn alle landstitels gewonnen en werd twee keer de finale van de Champions League gehaald. Dat die na 1996 (ten kostte van Ajax) nooit meer is gewonnen steekt de club nu het meest.
Speler zo duur als stadion
Het was daarom dat Agnelli niet lang hoefde na te denken toen eind vorig seizoen zijn managers met het voorstel kwamen een speler te kopen voor bijna net zoveel geld als het stadion kostte. Binnen enkele uren wist Agnelli het: 112 miljoen euro was de juiste investering.
Agnelli moet in de familie knokken voor zijn prestigieuze positie. John Elkann heeft zijn naam als capabele topmanager bewezen en zou best zelf ook wel Juventus willen leiden. Andrea was na de scheiding van zijn vrouw (met wie hij twee kinderen heeft) voor een Turks fotomodel al de schande van de familie. Volgens schrijver Gigi Moncalvo van een boek over de familie loert Elkann op het moment om toe te slaan.
Uitverkocht
Maar sportieve successen versterken vooralsnog de positie van Agnelli. En het stadion van Juventus is zelfs bij wedstrijden tegen niet zo aansprekende tegenstanders als Sassuolo en bij de Juventus-vrouwen vaak uitverkocht.
Dat leidde wel tot een illegale handel in kaartjes. Agnelli kwam daarbij in opspraak want hij zou kaartjes hebben geregeld voor de ook in Turijn volop aanwezige Zuid-Italiaanse maffia, de 'Ndrangheta'.
Hij werd geschorst en de club kreeg een forse boete. Later werd de schorsing van de president echter weer ongedaan gemaakt, iets wat je in Italië met grote regelmaat ziet. De boete voor Juventus bleef wel staan.
Del Piero liet de schaduwkant zien
Ook het afscheid van sterspeler Alessandro Del Piero toonde een mindere kant van Agnelli. Del Piero is een clubicoon die vrijwel zijn hele carrière in Turijn speelde, grote successen kende maar als een van de weinige topspelers de club ook trouw bleef toen er een seizoen in de serie B moest worden gespeeld. Zijn laatste jaren kreeg hij telkens kortlopende contracten.
Toen Del Piero in 2012 zei ieder Juventus-contract blind te ondertekenen reageerde Agnelli daarop door in een persconferentie applaus te vragen voor het laatste seizoen bij Juventus. Op eenzelfde botte manier gooide hij vorig jaar de al vele jaren trouwe en breed gewaardeerde sportieve directeur Guiseppe Marotta eruit. Het had volgens Italiaanse media eigenlijk nooit geboterd tussen die twee.
Onaardig
Maar het past in de stijl van het moderne Juventus. Volgens dagblad Il Foglio "houden ze bij de club niet van aardige mensen en ambiëren ze ook niet het te zijn." 'Aardige' managers zoals Jean Claude Blanc en Giovanni Coballi Gigli trokken de club 13 jaar geleden uit de malaise maar worden volgens de krant zelfs door de fans niet gewaardeerd omdat ze niet de grote successen hebben gebracht.
De grote winnaars waren vooral de onaardige types als de later vanwege fraude veroordeelde Antonio Giraudo en de Agnelli van nu. Panorama ziet het ook zo. Al in 2013 schreef dat Milanese opinieblad dat Andrea Agnelli "niet toevallig een onaardige vent is. Hij is onaardig omdat hij daarvoor kiest."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.