Oekraïne kan voor 8 miljard euro aan graan niet exporteren
Oekraïne heeft voor 8 miljard euro aan tarwe liggen dat het niet kan exporteren. Dat is een probleem, want er is in de wereld sprake van een voedselcrisis. Wat moet er gebeuren om deze op te lossen?
Oekraïne is een grote exporteur van graan, het wordt ook wel het broodmandje van Europa genoemd. Maar sinds de Russische inval heeft Oekraïne uit veiligheidsoverwegingen alle havens gesloten. Er varen namelijk Russische schepen in de buurt.
De afsluiting zorgt wel voor een probleem, zo zijn er zorgen over de voedselzekerheid. Het grootste deel van de export gaat over zee.
'Voedselcrisis ongelijk verdeeld'
"De graanprijzen zijn nu heel erg hoog, net zo hoog als in 2008 en toen noemden we dat een voedselcrisis", zegt Bart de Steenhuijsen Piters, onderzoeker Voedselsystemen aan Wageningen Universiteit.
Die crisis is wel heel erg ongelijk verdeel over de wereld, zegt hij. Rijkere landen, zoals Nederland, hebben genoeg geld om de hogere prijzen voor graa te betalen.
Bovendien hebben wij grote ondernemingen die ervoor zorgen dat graan en andere producten die schaarser lijken te worden naar ons land komen. Dat betekent dat we geen tekort hebben, we betalen alleen meer voor bijvoorbeeld ons brood, legt hij uit.
Problemen met voedselvoorziening
Maar armere landen kampen met een tekort aan graan, omdat zij het zich niet kunnen veroorloven om elke prijs te betalen, aldus De Steenhuijsen Piters. "Daar ontstaan problemen met de bevolking voorzien van dagelijks voedsel."
Een klein deel van het Oekraïens graan kan wel via het spoor worden geëxporteerd, zegt hij. Maar dat lost het probleem niet op. Er spelen namelijk ook nog andere zaken, zegt De Steenhuijsen Piters.
Afhankelijk van een paar landen en bedrijven
"Zo zijn we wel heel erg afhankelijk van maar een paar landen die graan exporteren en daarbij zijn er maar vier grote multinationals die tarwe verhandelen en exporteren."
Een oplossing is dat meer landen graan gaan verbouwen. Toen de prijs nog lager was, was dat voor veel landen niet interessant, omdat ze het goedkoop in onder meer Oekraïne en Rusland konden kopen. Maar bij de huidige, hogere, prijs kunnen ook landen in Afrika, zoals Ethiopië, Kenia en Tanzania heel goed graan verbouwen, aldus De Steenhuijsen Piters.
'Helpen met financiering'
Verder kunnen landen restricties opleggen, zodat er minder wordt geëxporteerd, zegt hij. Pakistan is een voorbeeld van een land dat dit doet, daardoor is het graan dat daar wordt verbouwd beschikbaar voor de Pakistani zelf.
Maar uiteindelijk bepaalt de private handel waar graan heen gaat. Je zou minder koopkrachtige landen kunnen helpen met het kopen van graan, zodat zij meer graan kunnen kopen, besluit De Steenhuijsen Piters.