Katja wil nooit meer gekwetst worden door haar familie: 'M'n man was dood en ik deed alles fout'
In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: totaal onverwachts pleegde de man van Katja (45) twee jaar geleden zelfmoord. Daarna ontstond er ook een conflict met haar familie, die ze nu niet meer spreekt. "Ik had een helpende hand nodig, geen verwijten en scheldpartijen."
"Op een ochtend werd ik wakker naast een lege plek in bed. Ik had er geen idee van dat Johan met suïcidale gedachtes rondliep. We waren al vijfentwintig jaar samen, hij was de liefde van mijn leven. En ik vertrouwde hem volledig. Lief en leed deelden we samen, we hadden geen geheimen voor elkaar. Althans, dat dacht ik. Blijkbaar heeft Johan mij niet in vertrouwen willen nemen dat hij worstelde met een depressie. Hij schaamde zich ervoor en wilde mij beschermen tegen zijn ziekte. Ik denk ook niet dat hij dood wilde, maar dat hij simpelweg van de pijn verlost wilde zijn. Had ik hem maar kunnen helpen."
"Johan was een rustige man. Stil, hardwerkend maar warm. Hij deed alles voor mij en onze twee zoons. Toen ik twee jaar geleden op een zomerochtend wakker werd, was de plek naast mij in bed leeg. Ik dacht dat Johan naar de wc was gegaan, maar ik hoorde hem niet. Waarschijnlijk was hij bij zijn ouders, dacht ik toen. Ik ben gaan douchen en ging daarna naar mijn schoonouders. Daar aangekomen waren hun rolluiken nog dicht. Dat vond ik gek. Ik ging terug naar huis, en vond toen pas het briefje dat Johan op het aanrecht had gelegd. Daarin stond dat hij in het bos was. Ik ging ervan uit dat hij was gaan wandelen, dat deed hij wel vaker.
Toch kreeg ik het warm, toen ik dat briefje las. Ik had een onderbuikgevoel; dit is niet goed. Ik ben naar het bos gegaan, maar zag hem daar niet. Natuurlijk probeerde ik hem te bellen, maar zijn telefoon lag nog thuis. Ik probeerde het gekke gevoel van me af te zetten en ben boodschappen gaan doen. Daarna ben ik weer teruggegaan naar het bos. Tegen onze zoons zei ik dat ze mij moesten bellen zodra hun vader weer thuis was. Terug bij het bos zag ik Johan’s auto staan, maar hij was nergens te bekennen. Toen heb ik de politie maar gebeld. Er werd een zoekactie op poten gezet, de agenten stuurden mij naar huis. Daar kon ik niets anders doen dan afwachten."
Heb jij vragen over zelfmoord?
Stichting 113 Zelfmoordpreventie: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl
24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week
"Dat Johan dood kon zijn, daar dacht ik niet eens aan. Ik belde onze vrienden, familie en kennissen: had iemand hem nog gezien? Maar niemand wist waar hij was. Een paar uur later stond er een agent voor de deur: 'We hebben uw man gevonden, maar hij leeft niet meer.' Ik stortte in. Letterlijk zakte ik door mijn benen. Ik werd overspoeld door verdriet en ongeloof. Ik dacht steeds: dit gebeurt ons niet. Dit zou Johan nooit doen, hij houdt te veel van ons. Maar toen ik Johan in het mortuarium ging identificeren, moest ik wel gaan geloven dat het écht zo was."
"De eerste dagen beleefde ik in een roes. Ik was in shock. Maar meteen begon het gedonder met mijn familie. Mijn schoonmoeder – hoewel kapot van verdriet omdat ze haar zoon kwijt was – schoot in de verzorgende rol. Ze bood de agenten en mijn kinderen een kop soep aan. Het huis zat vol met vrienden en familie, dus ze riep dat de rest rustig zelf mocht pakken als ze zin hadden. Dat schoot mijn zus Leonie in het verkeerde keelgat. De volgende dag belde ze woest op: dat het belachelijk was dat zij werd benadeeld door mijn schoonmoeder, die voor haar geen soep had willen pakken. Ze voelde zich achtergesteld. Gelaten hoorde ik haar getier aan. En ik dacht: wie maakt zich nou druk om soep? Ik liet het maar langs me heen glijden, maar kreeg daarna nog lange tijd te horen hoe boos mijn zus hierover was."
Respectloos en een geldwolf
"Johan en ik hadden die zomer al een vakantie geboekt. Daar had ik nu totaal geen zin meer in, dus ik annuleerde de reis. Maar mijn zoons wilden wel graag even weg. Ik wilde hooguit een nachtje weg van huis, langer trok ik niet. Leonie opperde dat ik met de kinderen wel met haar gezin mee op vakantie kon gaan. Dat wilde ik niet. Maar ze bleef aandringen. Toen ik zei dat we wel een nachtje zouden meegaan, stond ze erop dat we toch echt twee volle weken mee moesten, omdat we er dan echt even uit waren en weg waren van het huis. Ik stemde toe en betaalde de reis, maar besefte later dat dat wel erg duur werd. Ik had nog helemaal geen zicht op onze financiën, ik wist niet eens of we wel in het huis konden blijven wonen.
Ik vroeg mijn zus of ze wat kon bijschieten, namelijk een kwart van de kosten. Schreeuwend en vloekend viel ze uit. Ze riep dat ik respectloos en een geldwolf was, en gooide er nog wat krachttermen tegenaan. Daarna belde mijn moeder mij. Ook zij ging tekeer. Ze riep dat ík eigenlijk de vakantie van mijn zus zou moeten betalen. Leonie had direct na de dood van Johan een paar nachten bij mij gelogeerd om mij te helpen, daar moest volgens mijn moeder wel wat tegenover staan. Een compensatie voor haar 'steun'. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik was kapot van verdriet, maar moest me continu voor alles verantwoorden. En wat ik ook deed, alles was fout en mijn schuld."
'De dood van mijn man maakte pijnlijk duidelijk hoe slecht de verhouding met mijn moeder en zus was.'
"De stress en het verdriet eisten zijn tol. Ik kreeg hartkloppingen, nachtmerries, paniekaanvallen, kon niet meer eten en was bang voor de nacht. Ik durfde niet meer alleen in huis te zijn. Ik smeekte mijn moeder om hulp, maar ze zei: 'Wat een onzin, ik zit ook altijd alleen.' De eerste maand na Johans overlijden is mijn moeder niet eens langsgekomen, omdat ze vond dat er toch al genoeg mensen bij mij over de vloer waren. Ik moest die mensen maar wegsturen zodat zij kon komen. Terwijl ik had aangegeven dat iedereen welkom is en dat het voor veel mensen al moeilijk genoeg is om te komen. Maar daar had zij geen boodschap aan.
Zo is het al mijn hele leven. Mijn moeder is er nooit voor mij geweest. Alleen als ik deed wat mijn moeder vroeg, leek ze van me te houden. Vroeger bleef ik maar als een hondje wachtend op aandacht en goedkeuring achter haar aanlopen. Dan ging ik pamperen, als er weer een conflict was. Maar nu had ik daar de kracht niet voor. De dood van mijn man maakte pijnlijk duidelijk hoe slecht onze onderlinge verhoudingen waren, ook met mijn zus. Vroeger had ik een verwachtingspatroon, ik verwachtte liefde en steun. Dat liet ik later varen, maar ik bleef er wel op hopen. Later kwam er berusting: ik wist dat het nooit zou gebeuren dat ik van hun kreeg wat ik nodig had."
"Door alle spanningen kwam ik niet eens aan rouwen toe. Ik was vel over been, sliep niet en had last van herbelevingen. Iedere dag probeerde ik wanhopig samen met vriendinnen de puzzel te leggen: wat had ik over het hoofd gezien bij Johan? Ik werk nota bene zelf in de zorg, hoe kon ik nou gemist hebben dat het helemaal niet goed ging met hem? Ik was compleet van het pad en zag het leven zelf ook niet meer zitten. Tweeëneenhalve maand werd ik toen opgenomen op een psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Ik leefde in een wereld vol angsten."
Alleen maar verwijten
"En ook toen stortten mijn moeder en zus via de telefoon verwijten over mij uit. Ze voelden zich achtergesteld omdat ik toen ik destijds huilend uit de rouwkamer kwam waar Johan lag opgebaard, ik niet naar hen toeliep maar even bij mijn schoonvader had uitgehuild, die toen ook emotioneel was. Ik zag daar helemaal geen kwaad in, maar mijn zus en moeder waren woedend. Wat mij het meest kwetste, was dat mijn zus zei dat ik geen steun van mijn moeder moest verwachten, ze was immers 'al oud'. Ook zei ze dat het haar niets deed dat Johan dood was, want 'zij had haar eigen problemen'. In plaats van warmte, liefde en geborgenheid, kreeg ik alleen maar verwijten."
'Het deed haar niets dat Johan dood was, want 'zij had haar eigen problemen'.'
"Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn lieve vrienden, schoonouders en andere familie. Zij namen mijn zoons onder hun hoede, kookten voor ons en zorgden ervoor dat ik niet alleen was. Zonder hen had ik het niet gered. Zij hebben mij er echt doorheen gesleept. Ik kreeg EMDR-therapie om mijn trauma te verwerken. Heel langzaam kwam ik aan rouwen en verwerking toe."
'Ons mam heeft het goed gedaan'
"Met mijn moeder en zus heb ik geen contact meer. Ze zijn heel boos op mij, want ik doe immers alles fout in hun ogen. En ik heb geen zin meer in hun woede en steken onder water. Ik wil nooit meer voelen wat ik voelde in die periode na Johans overlijden. Los van alle pijn, verdriet en machteloosheid, kreeg ik ook nog alle ellende van mijn familie over me heen. Ik leefde in een hel. Ik wil nooit meer door mijn familie gekwetst worden, dus het is beter om hen op afstand te houden. Nu hoef ik niet meer op eieren te lopen en bang te zijn dat ik toch niets goed doe. Ik heb rust.
Inmiddels gaat het beter met mij. Het verdriet is nog vers, maar ik werk weer en ben blij dat ik weer kan genieten van een mooie vogel in mijn tuin. Ik wil mijn kinderen een fijne jeugd geven, daarom heb ik er alles aan gedaan om weer beter te worden. Ons huis is gevuld met liefde, warmte en soms een traan. Ik hoop dat mijn zoons later zullen zeggen: 'Ons mam heeft het goed gedaan.'"
Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.
Nooit meer?
Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl