Nooit meer

Kim werd mishandeld door haar trainers: 'M'n grenzen deden er niet toe'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© privéfotoKim werd mishandeld door haar trainers: 'M'n grenzen deden er niet toe'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: turnen leek een leuke hobby voor Kim Siersema (42). Maar toen ze talent bleek te hebben en hogerop kwam, nam het trainen extreme vormen aan en kreeg ze te maken met intimidatie en mishandeling.

"Mijn zusje en ik waren als kind druk en beweeglijk, we maakten radslagen door de tuin en vonden het leuk om kunstjes te leren. Logisch dus, dat onze ouders ons toen ik zeven was op turnen deden. Als je mij nu vraagt naar de leuke kanten van het turnen in die begintijd, kan ik me die amper herinneren. Alles wordt overschaduwd door de ellende die daarna kwam. Al snel werd alle plezier eruit geramd."

Famke wil nooit meer met een vriendin samenwerken: 'Lui en een flierefluiter'
Lees ook

Famke wil nooit meer met een vriendin samenwerken: 'Lui en een flierefluiter'

"De turnjuf van de kleine plaatselijke gymzaal merkte op dat mijn twee jaar jongere zusje en ik aanleg hadden. We kwamen bij een andere, grote turnclub in de jonge talentengroep terecht. Meteen voelde ik dat er een nare sfeer hing. Keihard werken, daar draaide het daar om. Ik vond dat niet fijn, maar niemand bevestigde dat gevoel. Iedereen leek het normaal te vinden. 

We hadden twee strenge trainers tegen wie ik niet durfde in te gaan. Ik was ronduit bang voor ze. Ze schreeuwden als we iets niet goed deden, en als ik een oefening op de balk eng vond, werd ik alleen gelaten en net zo lang genegeerd tot ik het wel durfde. Rustig dingen leren in veiligheid en vertrouwen was er niet bij."

Huilend naar de training

"Steeds ging ik huilend naar de training. Mijn moeder vroeg of ik het nog wel leuk vond. Ik durfde haar niet de waarheid te vertellen. Onze ouders deden alles voor ons, ze brachten en haalden ons en hadden veel in ons geïnvesteerd. En ik voelde een loyaliteit naar de trainers die zo hard werkten voor ons, ik wilde hen en de club niet teleurstellen. En dus hield ik lange tijd mijn mond."

"Het duurde niet lang voor het turnen mijn hele leven beheerste. We werden publiekelijk gewogen en ons vetpercentage werd gemeten, dus mijn zusje en ik aten nooit iets vets of zoets. Thuis werd dat niet in huis gehaald, dus ook onze drie broertjes mochten daardoor amper iets snoepen. Al op mijn tiende zat ik aan de maaltijdshakes. 

Mijn zusje en ik werden steeds met elkaar vergeleken door de trainers en tegen elkaar opgezet. Zij was iets beter dan ik en ik moest voor mijn gevoel altijd met haar concurreren. Zoiets laat je niet achter in de gymzaal, dit speelde thuis gewoon door."

Angstcultuur

"Op de turnclub heerste een angstcultuur. Er werd veel geschreeuwd en er was sprake van emotioneel misbruik. De trainers speelden op mijn geweten. 

Als ik bij hoge uitzondering een training had gemist omdat ik naar een kinderfeestje was gegaan en er ging iets mis in de volgende training, dan kreeg ik te horen dat dat kwam omdat ik naar dat feestje was geweest. En dan voelde ik me weer waardeloos en schuldig."

"Kinderen moeten leren om hun grenzen aan te geven, maar mij werd geleerd daar structureel overheen te gaan. Zo moest ik doortrainen met een gebroken teen. Pas toen ik heel hard huilde, mocht ik mijn ouders bellen. Dit alles had grote impact op mij. Mijn gevoel en grenzen deden er niet toe en het was nooit goed genoeg, dat werd mij ingeprent."

Naast naakte mannen in de sauna

"Ik weet nog dat we een keertje met de trainers gingen zwemmen. Eén van de trainers had een sauna. We werden door hem gevraagd om daar te komen zwemmen. We werden door mijn ouders daar afgezet, evenals de andere turnsters uit onze groep. Wat we van te voren niet wisten, was dat onze andere trainers naakt naast ons zaten in de sauna. Daarnaast waren er andere naakte volwassen mannen die wij niet kenden. Zij pakten me vast, gooiden me in het water. Dat vond ik niet fijn.

Maar ik was zo jong en opnieuw leek niemand het gek te vinden, dus grenzen vervaagden en ik ging aan mezelf twijfelen. Ik voelde diep van binnen heel goed dat het niet in de haak was, maar overtuigde mezelf ervan dat het wel 'normaal' zou zijn. Onze ouders hadden mij en mijn zusje nota bene zelf afgezet bij de sauna, dus het was vast oké."

"Ook mijn ouders zijn misleid en gemanipuleerd door de trainers. Zij zijn slachtoffer, net als ik."

"Later bleek dat mijn ouders uiteraard niet wisten dat onze trainer naakt naast ons zat en er andere naakte mannen aanwezig waren, zij dachten dat het gewoon een gezellig uitje was. Er is later veel kritiek gekomen op ouders in de turnwereld. 

Veel mensen vroegen zich af hoe het in vredesnaam mogelijk was dat die ouders nooit iets gemerkt hebben van de misstanden. En natuurlijk heb ik mijn ouders dit later ook weleens kwalijk genomen. Maar zij mochten nooit bij de trainingen zijn, want dan zouden wij 'afgeleid' worden. En thuis hield ik mijn mond. Ook mijn ouders zijn misleid en gemanipuleerd door de trainers. Zij zijn slachtoffer, net als ik."

"Voordat ik professioneel ging turnen was ik een vrolijk meisje, maar ik werd te snel volwassen. Ik keerde heel erg in mijn hoofd en vond het moeilijk om de connectie met anderen aan te gaan. Ik was ongeveer twaalf jaar toen ik weer een keer heel hard moest huilen toen ik naar de training moest. 

Mijn moeder bleef doorvragen wat er was. Hoe het precies is gegaan weet ik niet meer, maar uiteindelijk kwam het hoge woord eruit dat ik ermee wilde stoppen. Met angst en beven kwam dit eruit, zó bang was ik voor de woede van de trainers. Het stoppen met turnen voelde niet eens als een opluchting, eerder als falen. Altijd had ik gehoord dat ik niet goed genoeg was, nu kreeg ik de bevestiging."

In de overlevingsstand

"Mijn puberteit was moeilijk. Vaak voelde ik me depressief, ook gingen mijn ouders in die tijd scheiden. Voor de verwerking van wat ik had meegemaakt was weinig tijd. Ik schoot in de overlevingsstand en hielp als oudste kind mijn moeder in huis. Het gevoel van falen bleef heel lang hangen, altijd was er die schaduw van mijn turnverleden."

"Na het turnen moest ik leren om leuke dingen toe te laten in mijn leven. Ik had nooit geleerd om zorgeloos te genieten, alles draaide om de topsport. Als ik vroeger aan het spelen was met andere kinderen, was ik bang dat ik zou struikelen of geblesseerd zou raken. En door de continue intimidaties tijdens de trainingen, was het niet veilig zijn in mijn systeem verankerd. 

Daar heb ik nog altijd last van. Als op straat iemand mij tegemoet loopt, reageert mijn lichaam met paniek. Dan loop ik met gebalde vuisten en scan ik de omgeving of er eventueel hulp in de buurt is als er iets ergs gebeurt. In therapie leer ik beter met deze triggers om te gaan, langzaam gaat dat beter. Maar nog altijd voel ik me snel alleen en vind ik het lastig om verbinding te maken met anderen."

"Ik kon het niet langer ontkennen, ook niet voor mezelf, dat ik ook slachtoffer was geworden van kindermishandeling."

"Het besef dat het niet normaal was hoe ik en andere jonge turnsters werden behandeld kwam bij mij in 2020, toen er in het Noord-Hollands Dagblad een interview verscheen met trainer Gerrit Beltman – overigens niet mijn trainer – waarin hij toegaf dat die trainingsmethoden niet door de beugel konden. Heel stom misschien, maar dat had ik nodig om tot inzicht te komen dat het inderdaad echt niet oké was. 

Toen later tijdens een persconferentie naar aanleiding van een onderzoek naar de turncultuur de conclusie kwam dat er sprake was geweest van kindermishandeling, vielen bij mij de schellen van de ogen. Ik kon het niet langer ontkennen, ook niet voor mezelf, dat ik hier slachtoffer van was geworden. Dat was heel confronterend. Het beestje kreeg ineens een naam, en dat moest even landen bij mij."

"Inmiddels weet ik hoe mijn trauma in elkaar steekt, wat mijn triggers zijn en hoe ik bij mezelf kan blijven. Ik heb een achtergrond als grafisch ontwerper en ben gaan tekenen over mijn turntijd en wat het met mij heeft gedaan. Het tekenen hielp me om er grip op te krijgen en is een onderdeel van mijn herstel. 

Mijn tekeningen waren soms ook voor mij heftig om te zien. Ze hielpen mij om het niet langer te bagatelliseren: ik was een klein, afhankelijk kind dat slecht behandeld werd door volwassen kerels. Lange tijd gaf ik mezelf de schuld, maar door mijn tekeningen zag ik hoe klein en machteloos ik toen was."

Nooit meer zwijgen 

"Bij mijn tekeningen schrijf ik verhalen, momenteel ben ik bezig om er een boek van te maken. Hiermee hoop ik anderen te helpen. Veel mensen herkennen mijn klachten maar weten niet waar ze vandaan komen. Trauma kan groot of klein zijn. En elk stukje dat je aanpakt, brengt je dichter bij jezelf. 

Nooit meer zal ik zwijgen over wat ik heb meegemaakt. Je verhaal delen is het startpunt van je eigen herstel en dat van anderen. Het zorgt namelijk voor herkenning. Ik heb me in die tijd zo eenzaam gevoeld, juist omdat niemand zijn mond opendeed. Ik ook niet, want ik had geleerd alles weg te stoppen en het er vooral niet over te hebben. Maar dit soort misstanden moeten zichtbaar gemaakt worden. En we moeten kinderen aanmoedigen dat ze altijd hun grenzen mogen aangeven."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerKindermishandelingTurnenSportTraumaTekenkunstBoeken